Beleidsregel Subsidiëring Wijk- en dorpsbeheer 2011

Artikel 1 Begripbepaling

• 1.

  Wijk- en dorpsbeheer: het bevorderen van de betrokkenheid van de bewoners bij hun wijk of dorp en het stimuleren van wenselijke ontwikkelingen. Het doel is het verhogen van de leefbaarheid zodat bewoners hun leefomgeving ervaren als een prettige en veilige woonomgeving waar ze zich betrokken bij voelen.

• 2.

  Leefbaarheid: de mate waarin het aangenaam is om te leven, te wonen, te werken en/of te recreëren. Het is een ruim begrip waar veel terreinen op van invloed zijn zoals: inrichting openbare ruimte, veiligheid en handhaving maar ook maatschappelijke voorzieningen en de sociale samenhang.

• 3.

  Wijk- en dorpsraden: formeel georganiseerde raden – in de vorm van een stichting of vereniging – die namens de bewoners van hun wijk of dorp structureel overleg onderhouden met de gemeente over de leefbaarheid in hun woon- en leefomgeving (klankbordfunctie) en/of activiteiten organiseren/ondersteunen die de samenhang en leefbaarheid bevorderen in hun wijk of dorp (activiteitenfunctie).

• 4.

  Activiteiten wijk- en dorpsbeheer: de activiteiten die wijk- en dorpsraden vanuit de klankbordfunctie en de activiteitenfunctie uitvoeren:

  • a)

    Ten aanzien van de klankbordfunctie:

  het geven van adviezen, het melden van klachten/wensen en het signaleren van ontwikkelingen ten aanzien van de inrichting leef- en woonomgeving en het (regulier) onderhoud en beheer openbare ruimte, voor zover deze voor meerdere inwoners van toepassing zijn.

  b) Ten aanzien van de activiteitenfunctie:

  activiteiten die door de wijk- of dorpsraad worden georganiseerd of ondersteund en die een positieve invloed hebben op de leefbaarheid en de samenhang, een opbouwend karakter hebben en voor alle inwoners in een buurt, wijk of dorp toegankelijk zijn.

• 5.

  Inwoners: Aantal inwoners per wijk/dorp op 1 januari in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 2 Doel van deze beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is:

• a)

  De facilitering van voorzieningen en activiteiten van het wijk- en dorpsbeheer nader te omschrijven en vast te leggen.

• b)

  De subsidieverstrekking van het wijk- en dorpsbeheer vast te leggen en subsidiecriteria te formuleren.

Artikel 3 Subsidiecriteria

• 1.

  Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een wijk- of dorpsraad overeenkomstig onderstaande prioriteitsvolgorde te voldoen aan:

  • a)

    de klankbordfunctie;

  • b)

    de activiteitenfunctie.

• 2.

  Intentie van de beleidsregel is dat een wijk- of dorpsraad beide functies uitvoert of gaat uitvoeren;

• 3.

  Indien de situatie er om vraagt is het mogelijk om met instemming van het college van burgemeester en wethouders, door een wijk- of dorpsraad de genoemde functies te laten vervullen namens meerdere wijken.

• 4.

  Voor het uitvoeren van de klankbordfunctie gelden de volgende grondslagen:

  • a)

    Van 0 – tot 1000 inwoners in een wijk of dorp een door het college vast te stellen subsidiesom.

  • b)

    Voor iedere 500 bewoners in een wijk of dorp meer volgt een suppletie; deze aanvulling wordt door het college vastgesteld;

• 5.

  Voor het uitvoeren van de activiteitenfunctie gelden de volgende grondslagen:

  • a)

    Van 0 – tot 1000 inwoners in een wijk of dorp een jaarlijks door het college vast te stellen subsidiesom;

  • b)

    Voor iedere 500 bewoners in een wijk of dorp meer volgt een suppletie; deze aanvulling wordt door het college vastgesteld;

• 6.

  Voor zowel de klankbordfunctie als voor de activiteitenfunctie dienen bij de aanvraag een overzicht van de inkomsten en uitgaven en een activiteitenprogramma aangeleverd te worden.

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze beleidsregel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieverstrekker leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel Subsidiëring Wijk- en dorpsbeheer 2011.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1-1-2012.