Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doetinchem

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoetinchem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012
CiteertitelVerordening reclamebelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpGeen
Externe bijlageGebied reclamebelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-201101-01-2013Nieuwe regeling

08-12-2011

Doetinchems Vizier, 14 december 2011

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Doetinchem;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 november 2011;

 

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    opschrift : een openbare aankondiging in letter(s) of symbolen, voor zover niet door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan;

  • b.

    reclameobject : een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg als bedoeld in artikel 227 van de Gemeentewet;

  • c.

    onroerende zaak : een onroerende zaak zoals afgebakend overeenkomstig artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken. Indien verschillende gebruikers gebruik- maken van een onroerende zaak die is afgebakend conform artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en deze ieder hun eigen openbare aan- kondigingen voeren, wordt de onroerende zaak opgesplitst in evenzoveel deelobjecten als er verschillende gebruikers zijn en wordt de belasting van elk van deze gebruikers geheven;

  • d.

    bouwwerk : elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;

  • e.

    tussenpersoon : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat;

  • f.

    exploitant : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van het ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

Artikel 3 Gebiedsomschrijving

De Verordening reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Doetinchem dat begrensd wordt door de straten:

Terborgseweg vanaf de huisnummers 63 en 78 (vanaf het Stationsplein richting centrum), Spinbaan, C Missetstraat (vanaf huisnummer 6 tot en met de hoek Waterstraat), Waterstraat, Kapoeniestraat, Burgemeester van Nispenstraat vanaf huisnummer 14 (richting centrum), Dr Huber Noodtstraat,

de Veentjes, Schouwburgplein, Dr Huber Noodtstraat vanaf de Veentjes en tot en met de huis-nummers 50 en 63, Raadhuisstraat, Tjalmastraat, Raadhuisstraat, Terborgseweg, een en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging, die met vermelding van de naam van een tussenpersoon is gedaan in verband met de verhuur of de verkoop van roerende en onroerende zaken, geheven van die tussenpersoon.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten, geheven van die natuurlijke persoon of rechtspersoon.

Artikel 5 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:

  • a.

    waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst betaling aan de gemeente moet geschieden onderscheidenlijk een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is;

  • b.

    die als algemene bewegwijzering, waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;

  • c.

    die door de gemeente of in opdracht van de gemeente zijn geplaatst, aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van een publiekrechtelijke taak;

  • d.

    die door (semi)overheden of culturele, maatschappelijke of daarmee gelijk te stellen lichamen met ideële doelstellingen zijn aangebracht en betrekking hebben op activiteiten die een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;

  • e.

    op zuilen, borden, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;

  • f.

    aangebracht op een voertuig, tenzij die kennelijk is bestemd voor het voeren van reclame;

  • g.

    voorzien van opschriften aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 494,40 voor één of meer openbare aankondigingen die worden aangetroffen per roerende of onroerende zaak of deelobject daarvan, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Het ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De reclamebelasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen het gebied dat aan de reclamebelasting onderhevig is verhuist en aldaar een ander eigendom in gebruik neemt.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 2500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 13 Overgangsrecht

De Verordening reclamebelasting 2011 van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening reclamebelasting 2012.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

van 8 december 2011,

 

griffier voorzitter

 

 

Gebied reclamebelasting