Organisatie | Doetinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening reclamebelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Geen |
Externe bijlage | Gebied reclamebelasting |
Geen
Gemeentewet, art. 229
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-12-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 08-12-2011 Doetinchems Vizier, 14 december 2011 | Geen |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
onroerende zaak : een onroerende zaak zoals afgebakend overeenkomstig artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken. Indien verschillende gebruikers gebruik- maken van een onroerende zaak die is afgebakend conform artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en deze ieder hun eigen openbare aan- kondigingen voeren, wordt de onroerende zaak opgesplitst in evenzoveel deelobjecten als er verschillende gebruikers zijn en wordt de belasting van elk van deze gebruikers geheven;
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
De Verordening reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied van de gemeente Doetinchem dat begrensd wordt door de straten:
Terborgseweg vanaf de huisnummers 63 en 78 (vanaf het Stationsplein richting centrum), Spinbaan, C Missetstraat (vanaf huisnummer 6 tot en met de hoek Waterstraat), Waterstraat, Kapoeniestraat, Burgemeester van Nispenstraat vanaf huisnummer 14 (richting centrum), Dr Huber Noodtstraat,
de Veentjes, Schouwburgplein, Dr Huber Noodtstraat vanaf de Veentjes en tot en met de huis-nummers 50 en 63, Raadhuisstraat, Tjalmastraat, Raadhuisstraat, Terborgseweg, een en ander zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart.
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt de reclamebelasting voor een openbare aankondiging die is aangebracht, in stand gehouden of verwijderd door tussenkomst van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf maakt van ten behoeve van derden tegen vergoeding aanbrengen van openbare aankondigingen op daartoe beschikbaar gestelde oppervlakten, geheven van die natuurlijke persoon of rechtspersoon.
Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De reclamebelasting wordt geheven naar een vast bedrag van € 494,40 voor één of meer openbare aankondigingen die worden aangetroffen per roerende of onroerende zaak of deelobject daarvan, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 8 Het ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de reclamebelasting in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelte van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, niet meer is dan € 2500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
De Verordening reclamebelasting 2011 van 9 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.