Organisatie | Sluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Precariobelasting |
Geen
Gemeentewet, art. 228
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 28 december 2011 | Onbekend |
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerpen of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
1.In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2.In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde precariobelasting geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar de jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting, geheven bij aanslag, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
De “Verordening precariobelasting 2011” vastgesteld op 23 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Hoofdstuk 1 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water
Hoofdstuk 1 Installaties voor het al dan niet automatisch aftappen van motorbrandstoffen, olie, lucht of water
1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
1.1.1 een aftappunt met toebehoren voor motorbrandstof of olie, per
1.1.2 een aftappunt met toebehoren voor lucht of water per aftappunt,
1.1.3 een tank voor bewaring van vloeistoffen voor elke m³ inhoud van
2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven
2.1.1 de kernen Aardenburg, Eede, Sint Kruis, Draaibrug, Heille en
Sint Anna ter Muiden per m², per maand € 1,41
2.1.2 de Boulevard de Wielingen te Cadzand, en aan het Ledelplein,
Erasmusstraat, de Markt en het Eenhoornplantsoen te Oostburg,
2.1.3 het Spuiplein, Oranjeplein en de Kaaite Breskens per m2,
2.1.4 de bebouwde kom van de kern Sluis per m², per maand € 4,13
2.1.5 in het overige gebied van de gemeente per m², per maand € 1,76
2.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van een incidenteel terras:
2.2.1 per dag per 10 m2 € 18,98
3.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
3.1.1 reclameborden, uithangborden, verkoopautomaten, lichtbakken
lichtreclame, vitrines, lampen of lantaarns met opschrift of reclame
e.d. per stuk, per jaar € 31,20
Hoofdstuk 4 Overige voorwerpen
4.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.1.1 zonneschermen en luifels per stuk, per jaar € 26,70
4.1.2 uitgestalde zaken langs en aan gevels, per m² ‘per jaar € 4,01
4.1.3 steigers, stellingen, bouwketen, schaftwagens, containers, afbraak-
en bouwmaterialen of door afrastering t.b.v. de uitvoering van
bouw-, verbouw- of onderhoudswerkzaamheden per m² per week € 1,88
4.1.4 een vetvangput, per stuk per jaar € 47,15
4.1.5 hobbelmachines e.d., per stuk per jaar € 19,80
4.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen t.b.v. een:
4.2.1 vaste standplaats voor de verkoop van waren op één dag per week gedurende meerdere weken per jaar:
4.2.1.1 minder dan 5 m² /per maand € 33,42
4.2.1.2 groter dan 5 m²/per maand € 66,77
4.3 vaste standplaats voor de verkoop van waren:
4.3.1 vaste standplaats voor de verkoop van waren op twee of meer dagen per week, gedurende meerdere weken per jaar:
4.3.1 minder dan 5 m2/per maand € 66,77
4.3.2 groter dan 5 m2/per maand € 133,55
4.4 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen t.b.v. van een:
4.4.1 incidentele standplaats voor de verkoop van waren, anders bedoeld
dan onder 4.2 en 4.3 per plaats per dag per 4 strekkende meter € 8,49
4.5 Het tarief bedraagt voor het innemen van een standplaats, anders dan
voor de verkoop van waren, per 10m2 per dag € 6,12
4.6 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.6.1 maximaal 10 waterfietsen in het kanaal Sluis-Brugge, per jaar € 412,46
4.7 Het tarief bedraagt voor het hebben van:
4.7.1 attractries bij evenementen zoals snoepkraam,
draaimolen, schiettent, springkussen etc., per attractie per dag € 8,49
4.8 Het tarief bedraagt voor het innemen van een standplaats voor circussen, stuntgroepen en tenten (bijv. zoals stuntcarshows, luchtacrobatiek, bungyjumping, e.d.);
4.8.1 per attractie per dag tot max. 100 m2 € 74,82