Verordening op de raadscommissie Leefbaarheid Weurt.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

• a.

  raadscommissie raadscommissie Leefbaarheid Weurt

• b.

  lid: lid van de raadscommissie

• c.

  voorzitter: voorzitter van de raadscommissie

• d.

  griffier: griffier van de raad of diens vervanger

• e.

  commissiegriffier: griffier van de raadscommissie

• f.

  fractie: de leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst en onder hetzelfde lijstnummer verkozen zijn verklaard, worden als één fractie beschouwd.

Artikel 2 Instelling raadscommissie

• 1.

  De raad stelt de raadscommissie Leefbaarheid Weurt in.

• 2.

  De raadscommissie adviseert en overlegt over bestaande en potentiële leefbaarheidszaken in en rond de kern Weurt.

Artikel 3 Taken algemeen

De raadscommissie heeft de volgende taken:

• a.

  het uitbrengen van advies aan de raad m.b.t. de formulering van een onderzoeksverzoek aan het college van burgemeester en wethouders van Beuningen tot:

  • 1.

    inventarisatie van alle bestaande en potentiële leefbaarheidsproblemen van Weurt, waartoe in ieder geval behoren de luchtkwaliteit (stank en stof), geluid, overige milieuaspecten van bedrijven in en rondom Weurt, doorsnijding Weurt door van Heemstraweg als algemeen probleem, risico’s c.q. overlast van het huidige sluizencomplex, verhoging sluis, doortrekking A73, al dan niet met afslag op de van Heemstraweg, overnachtingshaven, woningvoorraad in relatie tot bevolkingsopbouw, voorzieningenniveau (zorg, onderwijs, winkels, sociaal cultureel);

  • 2.

    inventarisatie van alle reeds bedachte oplossingsrichtingen voor de verschillende problemen, met grove indicaties van effectiviteit en kosten, en evt. andere overwegingen van haalbaarheid. Bij de inventarisaties worden naast de bestaande dossiers in ieder geval geraadpleegd: de raadscommissies, maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en andere stakeholders in Weurt en waar zinvol ook andere overheden. Het onderzoeksverzoek geeft ook kaders voor de inspraak van de inwoners van Weurt;

  • 3.

    het vervolg op onderdeel 1 en 2 als bovenstaand, na afronding.

• b.

  het uitbrengen van advies aan de raad over voorstellen die bij de uitwerking van het onderzoeksverzoek door het college aan de raad worden gedaan;

• c.

  het voeren van overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van dit artikel genoemde onderwerpen.

Artikel 4 Samenstelling

• 1.

  De raadscommissie bestaat uit 7 leden.

• 2.

  De raad benoemt op voordracht van de fracties één lid per fractie.

• 3.

  Leden van de raadscommissie kunnen zowel raadslid als niet-raadslid zijn.

• 4.

  De raad benoemt op voordracht van de fracties één plaatsvervangend lid per fractie, die zitting heeft bij verhindering of ontstentenis van het lid als bedoeld in het tweede lid. Het plaatsvervangend lid kan zowel raadslid als niet raadslid zijn.

• 5.

  Het commissielid of plaatsvervangend lid niet-raadslid zijnde, legt, alvorens zijn functie te vervullen de eed of belofte, als bedoeld in artikel 14 Gemeentewet, af bij de voorzitter van de raad.

Artikel 5 Voorzitter

• 1.

  De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de commissie worden door de leden van de commissie uit hun midden aangewezen.

• 2.

  De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden benoemd uit die leden van de commissie, die tevens raadslid zijn.

• 3.

  De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    het doen naleven van deze Verordening;

  • d.

    hetgeen deze Verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6 Zittingsduur en vacatures

• 1.

  De zittingsperiode van een lid of een plaatsvervangend lid eindigt na afronding van de taak als geformuleerd in artikel 3 en in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

• 2.

  De raad kan een lid of een plaatsvervangend lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht het lid is benoemd.

• 3.

  Een lid of een plaatsvervangend lid kan te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

• 4.

  Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4.

• 5.

  Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van het lid dat op voordracht van die fractie is benoemd, van rechtswege.

Artikel 7 Slotbepaling

• 1.

  Artikelen 7, 8, 9, 15, 18, 28, 29, 30, 31, 32, 33 en 34 van de Verordening op de raadscommissies 2002 zijn van overeenkomstige toepassing.

• 2.

  De commissie stelt een reglement vast dat tijdstip, voorbereiding en orde van de vergadering regelt en brengt dit direct na vaststelling ter kennis van de raad.

• 3.

  In de gevallen waarin deze Verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de Verordening beslist de commissie op voorstel van de voorzitter.

• 4.

  Deze Verordening treedt in werking op 19 november 2002.