Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2011-2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | sport, subsidies, financieel kader |
Deze regeling is ingetrokken bij besluit van 19 maart 2013 tot vaststelling van de Subsidieregeling sport Noord-Brabant 2013-2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2013 | 01-04-2013 | Intrekking | 19-03-2013 | 3370774 | |
01-01-2013 | 01-04-2013 | Art. 1.1, 4.8, 5.1, 6.1, 6.5, 7.1, 7.3, 7.4, 7.5, 7.8, 7.9, 7.10, 7.13, 8.1, 8.3, 8.4, 8.5, 8.7, 8.8 | 11-12-2012 | S0254654 | |
15-12-2011 | 10-12-2013 | nieuwe regeling | 13-12-2011 Provinciaal Blad, 2011, 313 | S0232550 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
Gelet op artikel 105 en artikel 143 van de Provinciewet;
Gelet op artikel 2 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening Provincie Noord-Brabant;
Overwegende dat de Beschikking van de Europese Commissie van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst die aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen wordt toegekend, en de Kaderregeling subsidiëring evenementen cultuur en sport Noord-Brabant kaders bieden op het gebied van staatssteunregels en -procedures;
Overwegende dat Provinciale Staten op 10 december 2010 het investeringsvoorstel “Olympisch Plan Brabant: Versterking Sportinfrastructuur” hebben vastgesteld;
Overwegende dat het investeringsvoorstel “Olympisch Plan Brabant: Versterking Sportinfrastructuur” een katalysator is voor de economische, sociale en ruimtelijke ontwikkeling van Brabant en daarmee een bijdrage levert aan de ambities van de Agenda van Brabant, waarbinnen een onderscheidend vestiging- en leefklimaat en een krachtige regionale identiteit centraal staan;
Overwegende dat de provincie wil bijdragen aan het op nationaal niveau opgestelde Olympisch Plan 2028 door in 2016 het sportklimaat in de provincie Noord-Brabant op olympisch niveau te hebben;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten zich daarbij specifiek richten op accommodaties voor topsportwedstrijden en -evenementen, accommodaties voor topsporttraining, fieldlabs voor topsportonderzoek, topsportevenementen, ontwikkeling van sporttalenten, gehandicaptensport en breedtesport voor bijzondere groepen;
In deze regeling wordt verstaan onder:
Besluit: Besluit (2012/21/EU) van de Europese Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen;
nationale selectie: selectie bestaande uit junioren en senioren die door de sportbond worden geselecteerd voor voorbereiding op en deelname aan de Olympische of Paralympische Spelen, Europese Kampioenschappen, Wereld Kampioenschappen, Europees Jeugd Olympisch Festival, Europese Jeugd Kampioenschappen of Wereld Jeugd Kampioenschappen;
§ 2 Sportaccommodaties voor topsportwedstrijden of topsportevenementen
Artikel 2.2 Subsidiabele projecten
Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van sportaccommodaties ten behoeve van de organisatie van topsportwedstrijden of topsportevenementen.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten vanaf 1 januari 2010 voor het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.2, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van:
Artikel 2.10 Beoordeling en afwegingscriteria aanvragen
Indien de binnen de tendertermijn ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond per kernsport, bedoeld in artikel 2.8, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking van verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen per categorie van de desbetreffende kernsport op basis van de volgende afwegingscriteria:
§ 3 Sportaccommodaties voor topsporttraining
In deze paragraaf wordt verstaan onder topsporttraining: training van topsporters en sporttalenten die deel uitmaken van een categorie I topsportprogramma.
Artikel 3.3 Subsidiabele projecten
Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van sportaccommodaties ten behoeve van topsporttrainingen.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 3.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 3.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten vanaf 1 januari 2010 voor het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 3.7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de tender van 15 december 2011 tot en met 15 maart 2012 vast op € 7.000.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 3.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 2.000.000 per project.
Artikel 3.11 Beoordeling en afwegingscriteria aanvragen
Indien de binnen de tendertermijn ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond als bedoeld in artikel 3.9 te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking van verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:
Artikel 3.12 Subsidieverlening
1. Gedeputeerde Staten beslissen op de subsidieaanvraag uiterlijk binnen 12 weken na afloop van de tendertermijn, genoemd in artikel 3.8. 2. Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen van een onafhankelijk deskundige.
§ 4 Fieldlabs voor topsportonderzoek
Artikel 4.3 Subsidiabele projecten
Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op het bouwen, verbouwen, inrichten of herinrichten van fieldlabs.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 4.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 4.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 4.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 4.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 250.000 per project.
Artikel 4.11 Subsidieverlening
Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.
Artikel 5.3 Subsidiabele projecten
Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op de organisatie van een topsportevenement.
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 5.3 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 5.5 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 5.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de periode 15 december 2011 tot en met 31 december 2012 vast op € 250.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 5.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten:
Artikel 5.11 Subsidieverlening
Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.
§ 6 Ontwikkeling van sporttalenten
Subsidie wordt geweigerd indien voor dezelfde projecten, bedoeld in artikel 6.3, reeds subsidie is verstrekt op grond van deze paragraaf.
Artikel 6.6 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie, komen de daadwerkelijk gemaakte kosten voor het project voor subsidie in aanmerking.
Artikel 6.7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 6.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten:
Artikel 6.12 Subsidieverlening
Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.
Artikel 7.7 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de projecten, bedoeld in artikel 7.3, voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op € 500.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 7.3, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten
Artikel 7.12 Subsidieverlening
Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.
§ 8 Breedtesport voor bijzondere groepen
Artikel 8.2 Subsidiabele projecten
Subsidie kan worden verleend voor projecten gericht op participatie van bijzondere groepen aan breedtesport, door:
Artikel 8.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de projecten, bedoeld in artikel 8.2, voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2013 vast op € 500.000.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 8.2, bedraagt 50% van de totale subsidiabele projectkosten tot een maximum van € 50.000 per project.
Artikel 8.11 Subsidieverlening
Ten aanzien van de beoordeling van de aanvragen kunnen Gedeputeerde Staten extern advies inwinnen bij een onafhankelijk deskundige.
Gedeputeerde Staten kunnen in overleg met de commissie Cultuur en Samenleving in individuele gevallen bepalingen in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van sport zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.