Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat
gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet
het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 12 juli 2011 heeft vastgesteld de navolgende
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;
- b.
cliënt: de persoon als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder a van de Wet werk en bijstand of de jongere van 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar die op grond van de Wet investeren in jongeren recht heeft op een werkleeraanbod;
- b.
uitkeringsgerechtigde: de inwoner van Eindhoven met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
- c.
jongere: de inwoner van Eindhoven van 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar die op grond van de Wet investeren in jongeren recht heeft op een werkleeraanbod;
- d.
arbeidsinschakeling: het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid waarbij geen gebruik gemaakt wordt van een voorziening als bedoeld in artikel 7, eerste lid onderdeel a van de Wet werk en bijstand;
- e.
werkgever: ieder natuurlijke of rechtspersoon die in enige vorm een onderneming drijft bij wie tenminste één werknemer in dienst is;
- f.
opstapbaan: subsidie aan de werkgever voor de te plegen inspanningen van de werkgever om de re-integratie van uitkeringsgerechtigden en jongeren naar een reguliere functie te bevorderen zoals bedoeld in artikel 9 van de Re-integratieverordening gemeente Eindhoven.
Artikel 2 Doel(groepen)
Met deze nadere regels wordt beoogd om meer bijstandsgerechtigden en cliënten te bemiddelen naar duurzaam betaald werk.
Artikel 3 Subsidieaanvrager
Voor subsidie komen in aanmerking de werkgever die op basis van een vastgesteld traject door het college, een arbeidsovereenkomst sluit met een uitkeringsgerechtigde of jongere waarvan is vastgesteld dat arbeidsinschakeling van de uitkeringsgerechtigde of jongere na de periode waarvoor subsidie is verleend naar verwachting mogelijk is.
Artikel 4 De te subsidiëren activiteiten
- 1.
Het college kan een eenmalige subsidie verlenen aan een werkgever ten behoeve van een door het college vastgesteld traject gericht op arbeidsinschakeling van een uitkeringsgerechtigde of jongere.
- 2.
Voor subsidie komt in aanmerking de werkgever die een arbeidsovereenkomst sluit met een uitkeringsgerechtigde of jongere waarvan is vastgesteld dat arbeidsinschakeling van de uitkeringsgerechtigde of jongere na de periode waarvoor subsidie is verleend naar verwachting mogelijk is.
- 2.
De subsidie wordt verleend voor maximaal de periode van één jaar.
- 3.
Het college kan de periode als bedoeld in het derde lid eenmalig voor maximaal de periode van één jaar verlengen.
Artikel 5 Subsidievereisten
Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:
- a.
De subsidieverstrekking mag de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord beïnvloeden en/of er mag geen verdringing plaatsvinden;
- b.
Ten aanzien van een eerder verleende subsidie mag er geen sprake zijn van het verwijtbaar niet nakomen van afspraken die zijn vastgelegd in de intentieverklaring als bedoeld in onderdeel c.
- c.
De werkgever verklaart middels een intentieverklaring dat de werkgever tijdens de periode van de opstapbaan:
- a.
medewerking verleent aan het opstellen van het persoonlijk
ontwikkelingsplan en het toekomstige functieprofiel van de werknemer; en
- b.
dat op basis van het vastgestelde trajectplan van de opstapbaan, aan de
werknemer begeleiding, opleiding en/of scholing wordt aangeboden en de werknemer in staat wordt gesteld de, in het persoonlijk ontwikkelingsplan, afgesproken ontwikkeling door te maken.
Artikel 6 De verdeling van de subsidie /subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in deze nadere regels, wordt jaarlijks vastgesteld.
- 2.
Het college beslist op de aanvragen in de volgorde waarin de aanvragen zijn ontvangen totdat het subsidieplafond is bereikt.
Artikel 7 Subsidiehoogte
- 1.
Het subsidiebedrag bedraagt 100% van het bruto loon, gebaseerd op een full-time dienstverband van de van toepassing zijnde CAO of rechtspositieregeling doch nooit meer dan 100% van het wettelijk minimum(jeugd)loon.
- 2.
Het subsidiebedrag wordt naar rato verminderd indien een deeltijd dienstverband wordt aangegaan.
- 3.
De loonkosten in verband met overwerk en onregelmatige diensten zijn niet subsidiabel.
- 4.
De subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verlaagd in evenredigheid met het aantal werkdagen van het subsidieverleningstijdvak waarin het dienstverband niet meer wordt vervuld.
Artikel 8 Bij aanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de aanvraagtermijn worden de volgende gegevens overgelegd:
- a.
een volledig ingevuld en ondertekend vastgesteld aanvraagformulier en;
- b.
een kopie van de arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 14 lid 2 waarin in ieder geval zijn opgenomen de arbeidsduur per week, de ingangsdatum van de dienstbetrekking, de naam van de werkgever, de naam, geboortedatum en sofinummer van de werknemer en het bruto salaris en;
- c.
een ingevulde en ondertekende intentieverklaring waarin is opgenomen dat de werkgever bij het succesvol doorlopen van het traject van de uitkeringsgerechtigde of jongere een reguliere arbeidsovereenkomst voor minimaal de periode van een jaar zonder proeftijd afsluit met de uitkeringsgerechtigde of jongere, direct volgend op de periode waarvoor subsidie is verleend.
Artikel 9 Aanvraagtermijn
In afwijking van / In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de aanvraagtermijn moet een aanvraag voor subsidie ingediend worden binnen drie maanden nadat de werkgever een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, heeft afgesloten.
Artikel 10 Betaling en bevoorschotting
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de betaling en de bevoorschotting worden:
. a. subsidies tot €5.000,-- 100% bevoorschot conform de in de beschikking tot subsidieverlening bepaalde termijnen;
b.subsidies vanaf €5.000,-- 80% bevoorschot conform de in de beschikking tot subsidieverlening bepaalde termijnen.
Artikel 11 Verantwoording en vaststelling subsidies tot €5.000,--
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de verantwoording en
vaststelling van subsidies tot €5.000,--, ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken,
nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf €5.000,--
- 1.
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de verantwoording en vaststelling van subsidies vanaf €5.000,-- dient subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht en worden daarbij de volgende gegevens overgelegd:
- a.
een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier en;
- b.
een volledig ingevulde verantwoording van de inzet van de middelen door overlegging van loonspecificaties over de periode waarvoor subsidie is verleend;
- 2.
In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de beslistermijn, beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.
Artikel 13 Inwerkingtreding( en duur regeling)
Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.
Eindhoven, .
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, burgemeester.
, secretaris.
Uitgegeven, .
Mij bekend,
de gemeentesecretaris van Eindhoven,
mw. drs. P.M. Pistor.
dhe/EJ11026535