Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Holland

Instellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingInstellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip.
CiteertitelInstellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpInstellingsbesluit, Commissie, Operatie Schoon Schip, onderzoekscommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 82 Provinciewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-11-201101-11-201101-01-2020Nieuwe Regeling

01-11-2011

Provinciaal blad, 2011, 137

2011-59910

Tekst van de regeling

Intitulé

Instellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat het wenselijk is regels te geven voor de samenstelling, de taak en de werkwijze van de onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip;

 

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en de Verordening rechtspositie gedeputeerde, statenleden en commissieleden Noord-Holland 2010;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Instellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip

Artikel 1 Instelling

  • 1.

    Er is een onafhankelijke onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip, in dit besluit commissie genoemd.

  • 2.

    De instelling geldt voor de duur van de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 2 Taken

De commissie heeft tot taak:

  • 1.

    te onderzoeken of er bij onderwerpen en activiteiten waar bestuurders van de provincie Noord-Holland bij betrokken zijn (geweest) in de periode 2003 - 2011, nu ten onterechte zaken onbekend of onvoldoende bekend zijn aan het college van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten, die wel bekend hadden moeten zijn;

  • 2.

    het onderzoek vanuit hun specifieke deskundigheid aan te sturen;

  • 3.

    informatie aan interne en externe onderzoekers en deskundigen te verstrekken over de werkvelden bestuurskunde, ethiek (integriteit) en forensische accountancy; van toepassing zijnde literatuur en ander relevant onderzoek;

  • 4.

    het voeren van overleg met en begeleiden van de interne en externe onderzoekers en deskundigen;

  • 5.

    het inschakelen van externe onderzoekers of deskundigen wanneer de onafhankelijkheid van het onderzoek of de benodigde expertise dit vereist;

  • 6.

    de kwaliteit, consistentie en objectiviteit van het onderzoek te waarborgen en totstandkoming van een kwalitatief hoogwaardig rapport te bevorderen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden.

  • 2.

    Als leden van de commissie worden benoemd:

    • -

      de heer prof. dr. J. de Vries;

    • -

      de heer prof. dr. J.H.J. van den Heuvel;

    • -

      de heer prof. dr. mr. M. Pheijffer RA.

  • 3.

    Na benoeming zullen de commissieleden uit hun midden een voorzitter benoemen.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    De commissie stelt haar eigen werkwijze vast binnen de kaders van dit besluit, stelt deze op schrift, maakt deze bekend en zendt een afschrift daarvan aan het college van Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    De leden wordt, buiten opzet of grove schuld door de provincie gevrijwaard van claims van derden naar aanleiding van het onderzoek.

Artikel 5 Ondersteuning

  • 1.

    De commissie kan zich laten ondersteunen door personen en instanties die zij nodig acht. Bij het verlenen van een opdracht aan deze personen en instanties moeten de aanbestedingsregels van de provincie in acht worden genomen. Voor derden die door de commissie worden ingeschakeld, gelden dezelfde regels over geheimhouding en vertrouwelijkheid als voor de leden van de commissie.

  • 2.

    De commissie kan een beroep doen op inhoudelijke en procesmatige ondersteuning vanuit het ambtelijk apparaat. Het college van Gedeputeerde Staten wijst in overleg met de voorzitter van de commissie, medewerkers van de Provincie Noord-Holland aan als ambtelijk secretariaat. Het ambtelijk secretariaat is uitsluitend onder verantwoordelijkheid van de commissie werkzaam.

Artikel 6 Informatieverzameling en geheimhouding

  • 1.

    De leden van de commissie krijgen toegang tot alle voor het onderzoek relevante openbare en geheime documenten en andere gegevens waarover de Provincie Noord-Holland beschikt.

  • 2.

    De commissie heeft de mogelijkheid om medewerkers van de provincie en extern betrokkenen vertrouwelijk te spreken.

  • 3.

    De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van de gegevens en inlichtingen die zij in het kader van hun onderzoek ontvangen.

  • 4.

    De leden van de commissie behandelen alle verkregen gegevens en inlichtingen vertrouwelijk, tenzij zij deze op grond van een wettelijke verplichting aan een derde dienen te verstrekken of het college van Gedeputeerde Staten toestemming heeft verleend voor het verstrekken van gegevens of inlichtingen aan derden.

  • 5.

    Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op gegevens en inlichtingen die reeds anderszins openbaar zijn gemaakt.

Artikel 7 Beheer van bescheiden

  • 1.

    Het onderzoeksdossier en -archief van de commissie wordt bijgehouden door het ambtelijk secretariaat, met inachtneming van de daarvoor geldende regels. De commissie draagt na beëindiging van haar werkzaamheden de dossier- en archiefbescheiden zo spoedig mogelijk over aan het college van Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van dossier- en archiefbescheiden die de commissie in vertrouwelijkheid zijn gegeven of waarin informatie is opgenomen die met het oog op de vertrouwelijkheid uitsluitend aan de commissie is verstrekt.

Artikel 8 Rapportage

  • 1.

    De commissie stelt haar bevindingen op schrift en brengt bij voorkeur vóór 1 mei 2012 aan het college van Gedeputeerde Staten een rapport uit over haar bevindingen, de door haar daaraan verbonden conclusies en aanbevelingen.

  • 2.

    Het rapport moet in beginsel in de openbaarheid kunnen worden behandeld. Rapportage over onderwerpen waar geheimhouding op rust of waarvan de vertrouwelijkheid vanwege belangen van derden wordt gevergd, worden opgenomen in een geheim deel van het rapport.

  • 3.

    In het rapport moet de vertrouwelijkheid en veiligheid van betrokkenen zijn geborgd. Om deze reden wordt het rapport, voor dit aan het college van Gedeputeerde Staten wordt aangeboden, getoetst door de huisadvocaat van de Provincie Noord-Holland op mogelijke aansprakelijkheids- en juridische consequenties. De commissie beslist of zij de adviezen van de huisadvocaat overneemt.

  • 4.

    Indien tijdens het onderzoek ernstige onregelmatigheden aan het licht komen, waarbij het van belang is dat het college van Gedeputeerde Staten en/of Provinciale Staten zo spoedig mogelijk worden geïnformeerd, dan zal de voorzitter van de commissie dit tussentijds aan het college van Gedeputeerde Staten voorleggen. Het college van Gedeputeerde Staten neemt indien noodzakelijk of wenselijk gepaste maatregelen en informeert de commissie daarover.

  • 5.

    Indien het zich naar het oordeel van de commissie laat aanzien dat het onderzoek niet zal zijn afgerond binnen de daarvoor aangegeven tijd, doet de voorzitter van de commissie daarvan melding aan het college van Gedeputeerde Staten.

Artikel 9 Vergoeding

De leden van de commissie ontvangen een vergoeding conform de bepalingen in de Verordening rechtspositie gedeputeerde, statenleden en commissieleden Noord-Holland 2010.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het laatst uitgegeven provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2011.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit onderzoekscommissie Operatie Schoon Schip.

Haarlem, 1 november 2011

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

J.W. Remkes, voorzitter.

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.

Uitgegeven op 17 november 2011

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

G.E.A. van Craaikamp, provinciesecretaris.