Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2011 (Asv 2011). |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2011 (Asv 2011). |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2011 | 01-01-2014 | Onbekend | 03-03-2011 Week in Beeld in Witte Weekblad d.d. 9 maart 2011 | 2010/38488 |
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Bijlage bij het besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 3 maart 2011 , nr 2010 /38468, raadsbesluitnr 2011/8 .
Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
productsubsidie: een structurele subsidie waarbij een professionele instelling een subsidiebedrag krijgt verleend om een van tevoren vastgelegd takenpakket uit te voeren. Over de te leveren prestaties worden output-afspraken gemaakt. Deze worden vastgelegd in een productenboek. Naast het productenboek worden afspraken over de subsidierelatie vastgelegd in een subsidieovereenkomst;
voorziening: vermogensbestanddelen voor toekomstige kosten die een periode van twee of meer jaren omvatten, die onvermijdelijk en nu reeds te voorzien zijn, die niet binnen de jaarlijkse exploitatie opgevangen kunnen worden, hun oorzaak in het verleden hebben en kwantificeerbaar en / of berekenbaar zijn.
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
Het college is bevoegd in ieder geval subsidie te verlenen voor de volgende beleidsterreinen:
Hoofdstuk III Bijzondere subsidievormen
Instellingen die geen betaald personeel in dienst hebben en die structureel activiteiten – met uitzondering van evenementen - uitvoeren die passen binnen de gemeentelijke doelstellingen, kunnen jaarlijks een basissubsidie van € 750 aanvragen.
Artikel 10b Eenmalige internationale subsidie
5 Het college stelt een eenmalige internationale subsidie direct vast.
Artikel 11 Waarderingssubsidie
Het college heeft daarnaast ook zelf de bevoegdheid aan een vrijwilligersinstelling die een (reguliere) subsidieaanvraag heeft ingediend die niet of niet volledig gehonoreerd is, een waarderingssubsidie te verlenen.
b)de instelling krijgt niet al een andere vorm van subsidie van de Gemeente Alphen aan den Rijn;
c)een waarderingssubsidie is altijd aanvullend op andere geldbronnen van de organisator van een activiteit.
5Het college weegt bij de beslissing mee:
a)wat is de totale begroting van de activiteit?
b)hoeveel middelen brengt de organisator zelf in?
c)is de Gemeente de enige subsidiënt?
d)hoeveel tijd en moeite steekt de organisator zelf in de activiteit?
e)wat is de omvang van de activiteit?
6 Een waarderingssubsidie bedraagt maximaal € 2.500.
7 Het college beslist binnen tien weken na ontvangst van de aanvraag.
8 Het college stelt een waarderingssubsidie direct vast.
Artikel 12 Productsubsidiëring
1 Het college legt in een bijlage bij de subsidiebeschikking vast tegen welke voorwaarden een instelling die productsubsidie ontvangt, bepaalde prestaties levert. De prestatie-eenheden (producten) en bijbehorende tarieven staan vermeld in een productenboek.
2 Het college beoordeelt de prestaties van de instellingen op levering van de afgesproken resultaten (output).
3 Het productenboek en alle hierbij horende documenten, zoals een productkaartenboek, zijn de basis waarop de rechtmatigheid van de besteding van de subsidiegelden getoetst wordt.
4 Het college verleent een productsubsidie in beginsel als meerjarensubsidie.
Artikel 13 Subsidie voor evenementen
Hoofdstuk IV Reserves, voorzieningen en eigen vermogen
1.Een instelling die structurele subsidie ontvangt, kan slechts met daarvoor
voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een bestemmingsreserve vormen.
2.Het verzoek om toestemming voor het vormen van een in lid 1 genoemde reserve bevat in
ieder geval de volgende gegevens:
subsidiegelden is uitsluitend mogelijk indien er bij de structureel gesubsidieerde instelling sprake is van een positief jaarresultaat. Dit voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt.
5.Voor het toevoegen van subsidiegelden of de onttrekking van subsidiegelden aan de bestemmingsreserve, anders dan voor dit doel bestemd, is voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van het college.
1.Een instelling die structurele subsidie ontvangt, kan slechts met daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een egalisatiereserve vormen.
2.Het toevoegen van gemeentelijke subsidiegelden aan de egalisatiereserve, alsmede het onttrekken van gemeentelijke subsidiegelden daaruit kan uitsluitend gebeuren met
voorafgaande schriftelijke toestemming van het college.
3.De maximale hoogte van de egalisatiereserve bedraagt 10% van de structurele subsidiegelden die de subsidieaanvrager in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen, vermeerderd met dat deel van de egalisatiereserve dat gevormd is door andere inkomsten.
4.Het college kan met betrekking tot de hoogte van de egalisatiereserve, voor zover opgebouwd uit subsidiegelden, afwijken van de hoogte genoemd in lid 3.
1.Een instelling die structurele subsidie ontvangt, kan slechts met daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming van het college een voorziening vormen. Het college kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
6.Een voorziening wordt beschouwd als vreemd vermogen.
Hoofdstuk V Weigeren van subsidie
Artikel 18 Weigeren van subsidie
Naast de in de wet genoemde weigeringsgronden kan het college een subsidieaanvraag weigeren:
Hoofdstuk VI Subsidievaststelling en betaling
Artikel 19 Directe vaststelling kleinere bedragen
Artikel 20 Subsidievaststelling grotere bedragen
Als het verleende subsidiebedrag meer bedraagt dan € 250.000, dan stuurt de instelling naast de in sub b genoemde verantwoording ook een verantwoording van de bijdrage die de subsidieontvanger levert aan de gemeentelijke doelstellingen, een evaluatie van de voortzetting van de subsidierelatie op basis van de behaalde resultaten en een accountantsverklaring inclusief rechtmatigheidsverklaring mee;.
2Het college kan in bijzondere gevallen besluiten af te wijken van de in het eerste lid bepaalde termijn en de in sub a, b of c genoemde voorwaarden.
Artikel 21 Lagere vaststelling van subsidiebedrag
Burgemeester en wethouders kunnen, zoals gesteld in artikel 4:46 van de wet, de subsidie lager vaststellen indien:
Artikel 22 Betaling van de subsidie
Hoofdstuk VII Overige bepalingen
Artikel 23 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Instellingen die meer dan € 50.000 aan subsidie ontvangen, sturen vóór 1 augustus van het jaar waar de subsidie betrekking op heeft, een tussentijdse rapportage aan de gemeente. De rapportage bevat rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten van het eerste halfjaar en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten en een prognose voor het tweede halfjaar.
Zodra het waarschijnlijk is dat de instelling de gesubsidieerde activiteiten niet of niet geheel uit kan voeren, meldt de subsidieontvanger dit direct aan het college. Ook andere relevante feiten en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van de activiteiten of de subsidievaststelling, meldt de instelling direct bij bekend worden aan het college.
Het college kan ontheffing verlenen van bij of krachtens deze verordening gestelde verplichtingen van ondergeschikte betekenis.
Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van deze verordening, voor zover een strikte toepassing ervan, gelet op het belang van een goede subsidieregeling, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Het college motiveert een dergelijk besluit in de beschikking.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2011 en geldt voor subsidieaanvragen voor het jaar 2012.
Het college behandelt aanvragen voor het jaar 2011 op basis van de Algemene subsidieverordening 2006 Alphen aan den Rijn.
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2011 (Asv 2011).
Toelichting op de Algemene subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2011 (Asv 2011)
Voor u ligt de gemeentebrede, Algemene subsidieverordening van de Gemeente Alphen aan den Rijn. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2011 en geldt voor het eerst voor (eenmalige en structurele) subsidieaanvragen voor het jaar 2012.
Deze nieuwe verordening is beduidend korter dan de voorgaande verordening van 2006.
Overbodige regels zijn verwijderd en artikelen die letterlijk uit de Algemene wet bestuursrecht afkomstig waren zijn eveneens geschrapt. Met dit alles wordt tegemoetgekomen aan de intenties van het project Beter Geregeld!
Ook het taalgebruik in de verordening is aangepast. Lastige passages zijn verduidelijkt.
Op deze manier is de verordening beter leesbaar voor instellingen en makkelijker toe te passen voor de gemeente.
Er zijn ook nieuwe onderwerpen aan de verordening toegevoegd: productsubsidiëring, eenmalige internationale subsidie, evenementen, eigen vermogen, bestemmingsreserve en voorzieningen.
Toelichting op artikelen met een belangrijke wijziging
Artikel 5 Aanvragen van structurele subsidie
Uitvloeisel van het project Beter Geregeld! is dat nieuwe instellingen alleen het inschrijfnummer van de Kamer van Koophandel moeten aanleveren, in plaats van de oprichtings- of stichtingsakte en een gewaarmerkt exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement. De gemeente kan met het KvK-nummer zelf een uittreksel opvragen. Dat scheelt in de hoeveelheid werk voor de aanvragende instelling.
Er zijn instellingen (veelal verbonden partijen) die de voor de subsidieaanvraag vastgestelde termijn van 1 juni niet halen. Daar vindt aparte besluitvorming over plaats.
In de Asv 2006 was bepaald dat de raad een subsidie voor meerdere jaren kan verlenen; in de nieuwe verordening is deze bevoegdheid bij het college neergelegd. Feitelijk is dit al de praktijk met de productsubsidiëring (waarover hieronder meer).
Artikel 10a Eenmalige subsidie
Om de instellingen tegemoet te komen, is er in de nieuwe verordening voor gekozen dat instellingen minimaal tien in plaats van minimaal zestien weken van tevoren een aanvraag voor een eenmalige subsidie kunnen indienen.
Artikel 10b Eenmalige internationale subsidie
Deze vorm van eenmalige subsidie is toegevoegd en komt voort uit de wens om Alphenaren die zich inzetten voor mensen in een ander land die het minder goed hebben, te kunnen ondersteunen.
Artikel 11 Waarderingssubsidie
Zoals ook onder de Asv 2006 mogelijk was, kan een instelling een waarderingssubsidie aanvragen. In de nieuwe verordening heeft het college ook zelf de bevoegdheid om een dergelijke subsidie te verlenen als andere vormen van subsidie niet of niet volledig worden verleend.
Er zijn geen vastgestelde beleidskaders, de Gemeente Alphen aan den Rijn heeft beleidsvrijheid in het verlenen van een waarderingssubsidie. Een waarderingssubsidie is bedoeld voor vrijwilligersorganisaties en dus niet voor commerciële partijen.
Activiteiten die niet onder de criteria van de Asv 2011 vallen (die bijvoorbeeld niet direct te koppelen zijn aan het Collegeprogramma) kunnen voor de Gemeente wel waardevol zijn, bijvoorbeeld omdat de activiteiten gericht zijn op kwetsbare groepen.
De Gemeente kan dan met een waarderingssubsidie tonen dat zij de te ontplooien activiteiten van de instelling waardeert.
Per geval wordt bekeken of de Gemeente een waarderingssubsidie wil verlenen en zo ja voor welk bedrag. De hoogte van het bedrag van de waarderingssubsidie is niet in kaders te vatten. Van belang is ook of er binnen het subsidieplafond nog financiële ruimte is.
Bij waarderingssubsidies geldt: wie het eerst komt, “wie het eerst maalt” en op is op. In dat geval wordt een aanvraag afgewezen op grond van het feit dat het budget “uitgeput“ is.
Artikel 12 Productsubsidiëring
Dit onderdeel is nieuw in deze verordening.
In 2007 is besloten tot het inzetten van productsubsidie bij grote instellingen (instellingen die
€ 250.000 of meer subsidie ontvangen). Toen is een plan van aanpak invoering productsubsidiëring vastgesteld (bsf 2007/13994) .
Het aanpassen van de subsidieverordening in 2011 is een goede gelegenheid om productsubsidiëring in de verordening vast te leggen. In de verordening staan de randvoorwaarden van productsubsidiëring. Per instelling kan dan maatwerk geleverd worden, waarbij de afspraken in een bijlage bij de beschikking worden vastgelegd.
Artikel 13 Subsidie voor evenementen
In de nieuwe verordening wordt vastgelegd dat subsidieaanvragen van organisatoren van Alphense evenementen volgens de regels uit de Asv 2011en het evenementenbeleid van de Gemeente Alphen aan den Rijn behandeld worden.
Artikel 14,15 en 16 Bestemmingsreserve, Egalisatiereserve, voorziening
De financiële begrippen zijn verduidelijkt.
In de Asv 2011 is een artikel over het eigen vermogen toegevoegd. In de Asv 2006 was hier geen artikel aan gewijd.
Artikel 7 en 8 van de Asv 2006 zijn samengevoegd. Afwijzingsgronden die in de wet staan, zijn niet overgenomen in de tekst van de verordening, er is wel een verwijzing naar gemaakt. Dit komt de leesbaarheid ten goede.
Voor de duidelijkheid treft u hier de wettekst van het betreffende artikel uit de Algemene wet bestuurecht aan:
Artikel 19 Directe vaststelling kleinere bedragen
De wens om met minder regels en minder bureaucratie te werk te gaan, leeft in heel Nederland. Vanuit de VNG wordt geadviseerd kleinere bedragen – tot € 5.000 – direct vast te stellen.
Wij nemen dit advies deels over: wij kiezen voor een bedrag van € 2.500. Dit sluit aan bij de maximale hoogte van de waarderingssubsidie en de eenmalige internationale subsidie.
Daarmee vervalt dus de plicht om voor 1 april van het volgende jaar verantwoording af te leggen.
Hier is een spanningsveld tussen enerzijds “subsidie verlenen op basis van vertrouwen” en het (kunnen) hebben van wantrouwen naar instellingen, of zij het subsidiegeld besteden aan het juiste doel. Gekozen is voor een doelmatige oplossing.
Artikel 20 Subsidievaststelling grotere bedragen
De verantwoordingsvereisten in dit artikel zijn afkomstig uit de Nota Verbonden Partijen (besluitformulier 2007/4607). De verslagen die de instelling instuurt (zowel de tussentijdse verslagen als de jaarlijkse verantwoording), zijn openbaar.
Dit artikel bevat een strenge bepaling: als een instelling haar verplichtingen niet nakomt, dan kan de gemeente (een deel van) het subsidiebedrag terugvorderen. Terugvordering van subsidie kan zo gebruikt worden als pressiemiddel om instellingen ertoe te bewegen hun stukken tijdig en volledig in te sturen. Alleen als een instelling de stukken instuurt, kan de gemeente zicht houden op de activiteiten en de besteding van de subsidie.
Artikel 23 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Lid 1: In de Asv 2011 is bepaald dat instellingen (indien van toepassing) voor 1 augustus een tussentijds verslag insturen. Onder de Asv 2006 was dit voor 15 juli. De Gemeente Alphen aan den Rijn komt hiermee tegemoet aan de wens van de instellingen en voor de gemeente is het niet bezwaarlijk.
In lid 2 wordt de weigeringsgrond uit artikel 4:35 Awb expliciet in de verordening opgenomen, omdat dit voor de gemeente een belangrijk middel is om instellingen die subsidie ontvangen, te “sturen”.