Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening afvalstoffenheffing 2012 |
Citeertitel | verordening afvalstoffenheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-12-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 10-11-2011 Apeldoorns Satdsblad, d.d. 7 december 2011 | Onbekend |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan
niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten
aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in onderdeel 2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het hierna onder b bepaalde.
Vangt de belastingplicht voor de 16e van de maand aan, dan is de belasting, bedoeld in onderdeel 2 van de tarieventabel, over die maand ten volle verschuldigd; vangt de belastingplicht op of na de 16e van de maand aan, dan is over die maand geen belasting, bedoeld in onderdeel 2 van de tarieventabel, verschuldigd.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de, in onderdeel 2 van de tarieventabel genoemde, voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog kalendermaanden overblijven, met inachtneming van het hierna onder b. bepaalde, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,=.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één verzamelnota vermelde aanslagbiljetten, meer bedraagt dan € 50,= doch minder dan € 3.500,=, dat de aanslagen gezamenlijk moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van de verzamelnota en elk van de volgende termijnen telkens een maand later, met dien verstande dat, indien na de kalendermaand, waarin de verzamelnota wordt opgelegd, minder dan drie kalendermaanden in het kalenderjaar overblijven, de aanslagen gezamenlijk moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening nog kalendermaanden in het jaar overblijven, met een minimum van één.
In gevallen bedoeld in het tweede lid geldt, in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen gezamenlijk moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van de verzamelnota nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van de verzamelnota en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 10 november 2011
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 7 december 2011
Inwerking getreden d.d. 9 december 2011
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing 2012
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
2, wordt bepaald door het van gemeentewege
op een weegkaart afgedrukte beladen gewicht van het
transportmiddel, verminderd met het eveneens van
gemeentewege afgedrukte leeggewicht hiervan.
5.4De heffing, genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2 wordt niet geheven,
5.4 indien het totaal van de betreffende aangeboden hoeveelheid per perceel per belastingjaar minder dan 301 kg bedraagt. Hierbij wordt een kubieke meter als bedoeld in artikel 5.1 aangemerkt als 100 kg en de hoeveelheid die per keer wordt gebracht bij de vuilstortplaats, gelegen aan Zilverschoon 124, aangemerkt als 50 kg.