Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester |
Citeertitel | Verordening inzake de commissie herbenoeming burgemeester |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikel 149; Circulaire MinBiza BK01/96074 dd 21 november 2001.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2009 | Wijzigingen: artikel 3.1, 3.6, artikel 7.1 | 23-06-2009 22 juli 2009 | BW09.00875 | ||
24-06-2009 | Art. 3.1, 3.6, 7.1 | 23-06-2009 De Koerier, 22-07-2009 | BW09.00875 | ||
02-07-2003 | 24-06-2009 | nieuwe regeling | 01-07-2003 Onbekend | BW03.00803 |
De commissie zendt haar verslag aan de raad, nadat het gesprek met de burgemeester, zoals bedoeld in artikel 8 heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de stukken die door de commissie aan de raad worden gezonden, de beraadslagingen daarover in de raad en van de stukken die door de raad aan de minister worden gezonden geldt een geheimhoudingsplicht.
De commissie toetst het functioneren van de burgemeester o.a. aan de hand van de Profielschets Burgemeester van Beuningen 1985, zoals vastgesteld door de raad op 20 augustus 1985.
Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering; is het uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen in de volgende vergadering wederom, dan worden in het verslag van de commissie, de verschillende meningen binnen de commissie gemotiveerd ter kennis gebracht van de raad.
Artikel 9 Ontbinding commissie
De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop het besluit omtrent de herbenoeming aan de raad is bekend gemaakt.
De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in artikel bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, onverwijld in een verzegelde enveloppe en gerubiceerd als “ geheim “ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats.
Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de toepassing van artikel 15 lid 1 sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
In alle gevallen, waarin deze Verordening niet voorziet, beslist de commissie; artikel 7, lid 2 is van overeenkomstige toepassing.