|
|
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/
|
|
omgevingsvergunning
|
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.3
|
sloopkosten:
|
|
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
|
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
|
€ 107,20
|
2.2.2
|
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ 107,20
|
2.2.3
|
De leges onder 2.2.1 en 2.2.2 worden verhoogd met 35%:
|
|
|
van de onder 2.3.1.1.1a t/m 2.3.1.1.10a, 2.3.1.2 t/m 2.3.5.3 en2.3.6 t/m 2.3.14 genoemde leges.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten € 25.000,00 of minder bedragen
|
€ 210,00
|
2.3.1.1.1a
|
vermeerderd met:
|
€ 15,00
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten meer dan € 25.000,00 maar niet
|
€ 960,00
|
|
meer dan € 100.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.2a
|
vermeerderd met:
|
€ 14,50
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 25.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 250.000,00 bedragen
|
€ 3.135,00
|
|
2.3.1.1.3a
|
vermeerderd met:
|
€ 14,00
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 100.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten meer dan € 250.000,00 maar niet meer dan € 500.000,00 bedragen
|
€ 7.335,00
|
|
2.3.1.1.4a
|
vermeerderd met:
|
€ 13,50
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 250.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 maar niet
|
€ 14.085,00
|
|
meer dan € 1.000.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.5a
|
vermeerderd met:
|
€ 13,00
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,00 maar niet meer dan € 2.500.000,00 bedragen
|
€ 27.085,00
|
|
2.3.1.1.6a
|
vermeerderd met:
|
€ 12,50
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 1.000.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.7
|
indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000,00 maar niet
|
€ 64.585,00
|
|
meer dan € 5.000.000,00
|
2.3.1.1.7a
|
vermeerderd met:
|
€ 12,00
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 2.500.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.8
|
indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00 bedragen
|
€ 124.585,00
|
|
2.3.1.1.8a
|
vermeerderd met:
|
€ 11,50
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 5.000.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.9
|
indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,00 maar niet
|
€ 239.585,00
|
|
meer dan € 20.000.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.9a
|
vermeerderd met:
|
€ 11,00
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 10.000.000,00 bedragen
|
2.3.1.1.10
|
indien de bouwkosten meer dan € 20.000.000,00 bedragen
|
€ 462.085,00
|
2.3.1.1.10a
|
vermeerderd met:
|
€ 10,00
|
|
voor elke € 500,00 bouwkosten of gedeelte daarvan voor
|
|
|
zover de bouwkosten meer dan € 20.000.000,00 bedragen
|
|
|
|
|
Welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien een welstandstoets noodzakelijk is, per behandeling:
|
€ 23,60
|
|
vermeerderd met
|
€ 0,60
|
|
voor elke € 500,-- bouwkosten of een gedeelte daarvan. De leges op basis van dit artikel bedragen maximaal € 1.000,--
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 521,50
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 521,50
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 160,70
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 160,70
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 589,40
|
|
te vermeerderen met €0,40 per €500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan.
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 321,50
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 589,40
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per € 500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 589,40
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per € 500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 589,40
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per € 500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 589,40
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 160,70
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 160,70
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 589,40
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 321,50
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 589,40
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 589,40
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 589,40
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 589,40
|
2.3.4.9
|
Indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast
|
€ 210,00
|
2.3.4.10
|
Indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast
|
€ 210,00
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 182,20
|
2.3.5.2
|
Te vermeerderen met
|
|
2.3.5.2.1
|
voor een bouwwerk met een oppervlakte van:
|
|
|
-minder dan 100 m2
|
€ 123,30
|
2.3.5.2.2
|
-100 - 500 m2
|
€ 260,00
|
2.3.5.2.3
|
-500 - 2.000 m2
|
€ 396,50
|
|
verhoogd met € 0,35 voor elke m2
|
|
2.3.5.2.4
|
- 2.000 - 5.000 m2
|
€ 991,30
|
|
verhoogd met € 0,15 voor elke m2
|
|
2.3.5.2.5
|
- 5.000 - 50.000 m2
|
€ 1.393,20
|
|
verhoogd met € 0,04 voor elke m2
|
|
2.3.5.2.6
|
-50.000 m2 of meer
|
€ 1.982,50
|
|
verhoogd met € 0,03 voor elke m2
|
|
2.3.5.3
|
Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo:
|
|
2.3.5.3.1
|
deze aanvraag wordt ingetrokken alvorens de vergunning is verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van deovereenkomstig artikel 2.3.5.1. geheven leges;
|
|
2.3.5.3.2
|
de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo niet wordt verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van 60% van de overeenkomstig 2.3.5.1 geheven leges;
|
|
2.3.5.3.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een overschrijving, resulterend in een gewijzigde tenaamstelling, van een verleende omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo
|
€ 64,30
|
|
Brandpreventietoets
|
|
2.3.5A
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.5.1 bedraagt het tarief, indien een brandpreventietoets in de Brandpreventiecommissie noodzakelijk is, per behandeling:
|
€ 23,60
|
2.3.5A.1
|
vermeerderd met
|
€ 0,60
|
|
voor elke € 500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan. De leges op basis van dit artikel bedragen maximaal € 1.000,--.
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2008 gemeente Heerlen aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 521,50
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 521,50
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per elke kubieke meter inhoud van het te slopen bouwwerk.
|
€ 112,50
|
2.3.7.1.2
|
in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,
|
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per elke kubieke meter inhoud van het te slopen bouwwerk.
|
€ 112,50
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 156,50
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 156,50
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 41,90
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een gemeentelijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 79,00
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 79,00
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
Niet van toepassing
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Niet van toepassing
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 78,30
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 78,30
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
€ 78,30
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapportten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit een bedrag per uur van
|
€ 80,40
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 241,20
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsver-gunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 147,70
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.19
|
Bouwen of gebruik zonder vergunning
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, c en/of d van de Wabo en deze activiteit reeds is gestart dan wel uitgevoerd voordat de noodzakelijke vergunning is verleend, wordt onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1, 2.3.3, 2.3.4 en 2.3.5 een bedrag in rekening gebracht van:
|
€ 250,00
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraagom vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2,waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19. De vermindering bedraagt:
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:
|
25%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten:
|
30%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten:
|
35%
|
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf/gedeeltelijke heffing
|
|
|
|
|
2.5.1
|
Gedeeltelijke heffing als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.7 en 2.3.8, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, wordt een deel van de desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:
|
€ 65 %
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
35%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3
|
Gedeeltelijke heffing als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.7 of 2.3.8 weigert, wordt een deel van desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3A
|
Gedeeltelijke heffing als gevolg van het buiten behandeling stellen van een aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.3A.1
|
Indien na het indienen van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning deze vergunning buiten behandeling wordt gesteld, wordt een deel van de desbetreffende leges geheven. Het te heffen deel bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 150,-- wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
Niet van toepassing.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
Niet van toepassing.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
|
|
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zonder bouwactiviteiten
|
€ 8.507,20
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening, zonder bouwactiviteiten
|
€ 321,50
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, met bouwactiviteiten
|
€ 589,40
|
|
te vermeerderen met € 0,50 per € 500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
2.8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a of b, van de Wet ruimtelijke ordening met bouwactiviteiten
|
€ 321,50
|
|
te vermeerderen met €0,50 per €500,-- bouwkosten of gedeelte daarvan
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 8A Bodemgesteldheidonderzoek
|
|
|
|
|
2.8A.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een Onderzoek inzake de gesteldheid van de bodem voor:
|
|
2.8A.2
|
een vooronderzoek / historisch onderzoek volgens de NVN 5725, naar de bodemgesteldheid.
|
€ 414,00
|
2.8A.3
|
het beoordelen van een chemisch bodemonderzoek ten behoeve van het vaststellen van de bodemkwaliteit per uur.
|
€ 80,40
|
|
|
|
2.8A.4
|
het verstrekken van informatie en/of afgifte van een verklaring betreffende de gesteldheid van de bodem en/of het aanwezig zijn van opslagtanks.
|
€ 40,20
|
|
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
|
|
|
|
2.9
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening
|
€ 39,20
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 156,50
|
|
|
|
|
|
|