Overheidsorganisatie | Gemeente Bergen op Zoom |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 |
Citeertitel | Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Sociale Zaken |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2013 | artikel 1, lid 2, sub c, onder 2 en artikel 4, sub a | 27-09-2012 Bergen op Zoomse Bode, d.d. 07-10-2012 | RVB12-0059 |
01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 22-12-2011 Bergen op Zoomse Bode, d.d. 04-02-2012 | RVB11-0102 |
De raad van de gemeente Bergen op Zoom;
overwegende dat vaststelling van een verordening wettelijk is voorgeschreven;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011, nummer RVB11-0102;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 8, lid 1, sub g, en lid 2, sub d, juncto artikel 35, lid 5, alsmede artikel 48, lid 4, van de Wet werk en bijstand;
BESLUIT:
de Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 vast te stellen.
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom;
de wet: de Wet werk en bijstand;
1º alleenstaande ouder: een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub b, van de wet;
2º gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c, van de wet;
3º kind: een ten laste komend kind in de leeftijd van 4 jaar tot en met 17 jaar en dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt;
bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c, van de wet;
inkomen:het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet waarbij een eventuele bijstandsuitkering in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op categoriale bijstand als
inkomen wordt gezien;
vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de aanvraagdatum;
bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, lid 5, van de wet.
Degenen die tot de doelgroep behoren alsmede aan de voorwaarden voldoen, hebben om vergroting van deelneming aan de samenleving van ten laste komende schoolgaande kinderen te bevorderen, recht op een bijdrage in de kosten hiervan.
Onder maatschappelijke participatie wordt verstaan:
lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;
deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs;
bezoek aan zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, bioscoop en/of pretpark;
deelneming aan schoolreisjes, excursies en andere door school georganiseerde activiteiten;
activiteiten op het gebied van het maatschappelijk welzijn.
a. De alleenstaande ouder of het gezin met een of meer kinderen, die/dat gedurende de periode van minstens één jaar is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt boven 110 % van de
geldende bijstandsnorm, alsmede niet beschikt over in aanmerking te nemen vermogen.
b. Als periode onder a wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar voorafgaande aan de datum waarop de aanvraag is ingediend.
c. Het kind waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd, dient op de aanvraagdatum aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 1, lid 2, sub c, onder 3º, van de verordening te voldoen.
De hoogte van de bijdrage is € 150,00 per kind in een kalenderjaar.
Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belang-hebbende worden afgeweken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening kan worden aangehaald als ”Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012”.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 december 2011.
De griffier,
De voorzitter,