Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oss

Verordening Parkeerbelasting Oss 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOss
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Parkeerbelasting Oss 2011
CiteertitelVerordening Parkeerbelasting Oss 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet artikel 225

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-12-201101-01-2013Onbekend

09-12-2011

Oss Actueel 15-12-2011

2011-96

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Parkeerbelasting Oss 2011

 

 

 

Gemeenteraad

 

 

 

 

 

 

Onderwerp:

 

Volgnummer

2011-96

Belastingverordeningen Oss 2012

 

Dienst/afdeling

GID

De raad van de gemeente Oss;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2011;

gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid van 14 november 2011;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2012

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen en laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene die op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3

Belastingplicht

  • 1.

    De belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de

      belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heef plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

  • 1.

    indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

  • 2.

    indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting genoemd in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4

Maatstaf van heffing, belastingtarieven en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende tarieventabel.

Artikel 5

Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6

Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning is verleend.

Artikel 7

Termijn van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8

Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9

Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 54,00.

  • 2.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen € 90,00.

  • 3.

    Het bedrag van de ingevolge het eerste en tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Artikel 10

Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11

Vermindering

  • 1.

    Indien de in de tarieventabel onder sub II bedoelde vergunning wordt verleend in de loop van het jaar, wordt het tarief als bedoeld in sub II berekend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde tarief als er in dat jaar, na het tijdstip van verlenen van de vergunning, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder een jaar verstaan de periode van 12 maanden vanaf 1 februari tot en met 31 januari.

Artikel 12

Vrijstellingsbepaling

De belasting wordt niet geheven over voertuigen waarin een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk en zichtbaar is aangebracht.

Artikel 13

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 14

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening Parkeerbelasting Oss 2011' van 3 januari 2011 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening Parkeerbelasting Oss 2012’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 8 december 2011 .

De gemeenteraad voornoemd,

Coll:

TARIEVENTABEL PARKEERBELASTINGEN 2012 behorende bij en deeluitmakende

van de "Verordening Parkeerbelastingen Oss 2012".

  • I.

    Voor het parkeren van voertuigen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a op de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen parkeerplaatsen:

  • 1.

    in de tariefklasse A per 6,5 minuten; € 0,20 met een maximum van 1 uur;

  • 2.

    in de tariefklasse B per 7,5 minuten; 0,20 met een maximum van 1 uur;

  • 3.

    in de tariefklasse C per 7,5 minuten; 0,20 met een maximum van 2 uur;

  • 4.

    in de tariefklasse D per 8,5 minuten; € 0,20 met een maximum van € 5,20 per dag;

  • 5.

    in de tariefklasse E per 9 minuten; € 0,20 met een maximum van 2 uur;

  • 6.

    in de tariefklasse F per 11 minuten; € 0,20 met een maximum van € 4,40 dag;

  • 7.

    in alle tariefklassen met een bezoekerspashouder per dag; € 0,60.

  • II.

    Voor het verlenen van een vergunning aan bewoners voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze, als bedoeld in artikel 2 onderdeel b:

  • 1.

    Indien de vergunning is uitgegeven aan een bewoner; € 30,00 per kalenderjaar;

  • 2.

    Indien het de tweede vergunning op hetzelfde adres betreft; € 60,00 per kalenderjaar;

  • 3.

    Indien naast de vergunning één of meerdere auto(‘s) op eigen terrein wordt geparkeerd (parkeren); € 60,00 per kalenderjaar.

  • III.

    Voor het verlenen van een vergunning aan bedrijven voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze, als bedoeld in artikel 2 onderdeel b:

  • 1.

    Indien de vergunning geldig is van maandag t/m vrijdag; € 150,00 per kalenderjaar;

  • 2.

    Indien de vergunning geldig is van maandag t/m zaterdag; € 200,00 per kalenderjaar;

  • 3.

    Indien bij de vergunning meerdere pasjes behoren (dynamische vergunning); € 200,00 per kalenderjaar.

Behorende bij raadsbesluit van 8 december 2011.

De griffier,

Drs P.H.A. van den Akker