Organisatie | Oss |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening onroerende zaakbelastingen Oss 2012 |
Citeertitel | Verordening onroerende zaakbelastingen Oss 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet artikelen 220 tot en met 220h
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-12-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 09-12-2011 Oss Actueel 15-12-2011 | 2011-96 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2011;
gelet op het advies van de raadscommissie Bestuur, Organisatie en Bedrijvigheid van 14 november 2011;
Gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2012.
Bij de gebruikersbelasting wordt:
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik
aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft
gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie de zaak ter beschikking is gesteld;
Met betrekking tot de eigenarenbelasting wordt als genothebbende krachtens eigendom,
bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig
in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen
genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van
hoofdstuk IV van de Wet onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in
hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot
woning dan wel volledige dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van
hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die
onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens
de artikelen 17, 18, 19 eerste lid, onderdelen b en c en tweede lid, onderdelen b en c, 20
In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij het bepalen van de heffingsmaatstaf buiten
aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel
bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen -niet zijnde gebouwen- welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
In afwijking van het tweede lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Inwerkingtreding en citeertitel.
1.De ’Verordening onroerende-zaakbelastingen Oss 2011' van 3 januari 2011, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.