Organisatie | Uden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden |
Citeertitel | Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vervangt de Verordening op de Rekenkamercommissie 2008
Gemeentewet, art. 81 oa
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | Nieuwe regeling | 29-09-2011 Infopagina 14-12-2011 | 2011/3530 |
Het presidium stelt een reglement van orde voor haar werkzaamheden ten behoeve van de uitoefening van de rekenkamerfunctie vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
Artikel 5 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
De raad kan het presidium een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. Het presidium bericht de raad binnen een zes weken in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien het presidium niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen moeten aanvoeren.
Ten aanzien van de uitoefening van de rekenkamerfunctie vergadert het presidium in beslotenheid, de rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan het presidium rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.
Het presidium stelt de betrokkenen, alsmede de bestuurlijk eindverantwoordelijken in de gelegenheid om binnen een door het presidium te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan het presidium kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. Het presidium bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Conform het bepaalde in de artikelen 81oa en 185 van de Gemeentewet stelt het presidium elk jaar voor 1 april een verslag op van de werkzaamheden in het kader van het uitoefenen van de rekenkamerfunctie over het voorgaande jaar.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en vervangt de Verordening op de Rekenkamercommissie 2008, welke eindigt met ingang van dezelfde datum.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 september 2011.
drs. M.A.H. Heffels drs. H.A.G. Hellegers
Artikelsgewijze toelichting op de Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden
Artikelsgewijze toelichting op de Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie.
De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid uit het tweede lid verwijzen rechtstreeks naar artikel 182 van de Gemeentewet. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.
In artikel 81i van de Gemeentewet is bepaald dat een rekenkamer een reglement van orde voor haar vergaderingen en werkzaamheden moet opstellen. De verordening schrijft voor dat ook het presidium dit voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie moet doen.
In het reglement van orde kan het presidium, binnen de kaders van de Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden, nader bepalen op welke wijze men de uitoefening wil organiseren. In het reglement bepaalt bepaald het presidium bijvoorbeeld de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten en op welke wijze het presidium geïnformeerd wil worden over het verloop van onderzoeken e.d.
Artikel 5 Onderwerpselectie en opdrachtverlening
Om, voor zover het de rekenkamerfunctie betreft, de onafhankelijkheid van het presidium te bevorderen, is het van belang dat het presidium zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. Het presidium kan ook op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid, van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien het presidium niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
Om te waarborgen dat het presidium bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen.
Ieder jaar koppelt het presidium terug over de werkzaamheden in het kader van de uitoefening van de rekenkamerfunctie over het voorgaande jaar.
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat per onderzoek door de raad beschikbaar wordt gesteld. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.