Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening gemeente Maastricht
CiteertitelTelecommunicatieverordening gemeente Maastricht
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht 1999

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Telecommunicatiewet, artikel 5.4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Regeling uitvoering kabel- en leidingwerkzaamheden gemeente Maastricht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-201122-06-2016nieuwe regeling

22-11-2011

Gemeenteblad 2011, C. no. 61

128-2011

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht

 

 

De Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienst van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de communicatienetwerk:wet

  • c.

    kabels:kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen:ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoelcommunicatienetwerk

aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 25 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    werkzaamhedenvan niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 25 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen;

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen ten minste 8 weken voor de aanvang aan het College via de digitale applicatie MOOR.

  • 2.

    Voor zover het de aanleg, instandhouding of opruiming van andere dan lokale kabels betreft strekt de gedoogplicht zich tevens uit tot niet-openbare gronden, uitgezonderd tuinen en erven die met bewoonde percelen één geheel vormen

  • 3.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie dagen voorafgaande aan de werkzaamheden via de digitale applicatie MOOR.

  • 4.

    De aanbieder stelt de gemeente 8 weken vóór de uitvoering van grote werken schriftelijk over het werk en de aanvangsdatum op de hoogte. De aanbieder doet dit onder bijvoeging van een duidelijke tekening in drievoud. Op deze tekening zijn de betreffende kabels en/of leidingen, en ook de toe te passen soort wegkruisingen aangegeven.

Deze melding vindt plaats in digitale vorm via de digitale applicatie MOOR.

  • 5.

    De gemeente en de aanbieder bepalen voor grote werken in onderling overleg:

    • -

      de uitvoeringsperiode en de volgorde van uitvoering van werkzaamheden;

    • -

      de juiste plaats van de aan te leggen kabels en/of leidingen;

    • -

      eventuele afwijkingen van de hiervoor bedoelde plaats;

    • -

      de ten behoeve van het werk te nemen verkeersmaatregelen;

    • -

      maatregelen in verband met bereikbaarheid panden en bedrijven;

    • -

      informatievoorziening naar betrokken partijen (bewoners, bedrijven en hulpdiensten);

    • -

      de startdatum van grote werken. Deze wordt minimaal 3 werkdagen vooraf gemeld aan de gemeente met opgave van de contactpersoon;

    • -

      of er sprake is van gefaseerde uitvoering van grote werken. In dat geval wordt dit in iedere fase minimaal 3 werkdagen voor de start van de uitvoering gemeld aan de gemeente.

De aanbieder begint pas met de uitvoering van de werkzaamheden als er overeenstemming is over het te volgen tracé van de kabels en leidingen.

6.Werkzaamheden van niet ingrijpende aard die op basis van harde planningen worden uitgevoerd in een bepaalde week dienen uiterlijk de laatste werkdag voorafgaande aan die week digitaal toegankelijk gemeld te worden.

Artikel 3: Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen digitale vorm in een nader door de gemeente te bepalen systeem ( MOOR) aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert.

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de

voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

  • d.

    een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    • 1.

      een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

    • 2.

      een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

    • 3.

      een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

    • 4.

      de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

    • 5.

      de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

    • 6.

      naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag, zeven dagen in de week, bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

    • 7.

      de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

    • 8.

      de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

    • 9.

      alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5. 4 leden 2 en 3 van de Wet genoemde belangen;

    • 2.

      Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5: Beslistermijn en aanhouding

  • 1.

    Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien het instemmingsbesluit niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2.

    De instemming van het college over het tracé is zes maanden geldig en moet op het werk aanwezig zijn.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de kwaliteits- en technische eisen waaraan ontwerpen, bouwstoffen, uitvoeringsmethoden en werkzaamheden moeten voldoen.

  • 2.

    Het college kan om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit aanvullende voorschriften opnemen.

  • 3.

    De aanvullende voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      de plaats van de werkzaamheden;

    • b.

      het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag liggen dan 6 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

    • c.

      de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

    • d.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;

    • e.

      het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.

Artikel 7: Schadevergoeding

De vergoeding van beheer en degeneratie inzake straatwerk, bedoeld in artikel 5.7 van de wet geschiedt overeenkomstig de regeling “ Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden telecom” zoals deze tot stand is gekomen en geldt tussen de VNG en de Telecomsector ( KPN, VECAI en de Groep Graafrechten) .

Artikel 8: Zakelijk karakter en eigendom

Indien het eigendom, de exploitatie of beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netwerkaanbieder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

De netwerkaanbieder stelt het College onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

Artikel 9: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, dit op grond van artikel 5.12 van de wet.

Artikel 10: Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit als kabel(s) niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 11: niet - openbare – kabels

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet openbare telecommunicatiekabels in openbare wegen en wateren is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels geldt dat deze op verzoek van de Gemeente, op kosten van de eigenaar van de kabels, uitgevoerd dienen te worden;

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders op een aanvraag een instemmingsbesluit verlenen voor de aanleg van een ander netwerk dan een openbaar telecommunicatiewerk of een omroepnetwerk,indien de aanvrager bij de aanvraag een overeenkomst tussen de aanvrager en aanbieder overlegt;

  • 4.

    het netwerk wordt aangelegd en onderhouden door een aanbieder. De leidingen op de beheertekeningen van deze aanbieder worden/zijn geregistreerd;

  • 5.

    Indien de overeenkomst als bedoeld in het derde lid wordt beëindigd kan het netwerk door of van wegen de gemeente worden verwijderd. Met het oog hierop betaalt de aanvrager bij de aanvraag een verwijderingsbijdrage aan de gemeente overeenkomstig een in de legesverordening vastgesteld tarief;

  • 6.

    Het overige in deze verordening bepaalde is van overeenkomstige toepassing op netwerken die met toepassing van het tweede lid worden aangelegd.

Artikel 12: Digitale gegevens

Het College verplicht de aanbieder de gegevens van zijn kabels en leidingen in digitale vorm te verstrekken in een nader te bepalen formaat ten behoeve van registratie in ons gemeentelijk GEO systeem.

Artikel 13: Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening Maastricht 1999 wordt ingetrokken.

Artikel 14: Overgangsrecht

  • 1.

    De Telecommunicatieverordening Maastricht 1999 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening Maastricht 1999 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na haar bekendmaking .

Artikel 16: Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening gemeente Maastricht