Organisatie | Nuth |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regleing vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2011.
Wet milieubeheer, art. 15.33
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | 01-01-2013 | Intrekking | 18-12-2012 Nuth & Omstreken, 19-12-2012 | Fin/2012/15252 | |
24-11-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 08-11-2011 Nuth & Omstreken, 23-11-2011 | Fin/2011/17061 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepalingen
Krachtens deze verordening kan een afvalstoffenheffing worden geheven.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
perceel een gebouwde onroerende zaak –of een gedeelte ervan- dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel wordt gelijkgesteld een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
Hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt of wijzigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde of wijziging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting bedoeld in onderdeel 1.1 van hoofdstuk 1 van de tarieventabel worden betaald in vijf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen , of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 150,00, doch minder dan € 1.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting bedoeld in onderdeel 1.2 tot en met 2.1.3 van hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.