Regeling inlichtingenplicht van het College van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester

28 mei 2002, Raadsgriffie, nr. 02S002550,

gelet op de artikelen 169, tweede lid, en 180, tweede lid, van de Gemeentewet,

vast te stellen de volgende

• 1

  Ieder lid van de Gemeenteraad ontvangt binnen drie dagen na de vergadering via elektronische communicatie de besluitenlijst van de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders (publicabele en niet-publicabele besluiten).

• 2

  Op de Griffie liggen met ingang van de dag na de vergadering voor ieder lid van de Gemeenteraad de aan de besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders ten grondslag liggende voorstellen en bijbehorende, aan het college toegezonden stukken, met uitzondering van de vertrouwelijke stukken (gesloten enveloppe), ter inzage. Dezelfde stukken worden, zo mogelijk, tevens via elektronische communicatie ter kennis van ieder lid van de Gemeenteraad gebracht.

• 3

  Op de wijze als onder 2 aangegeven (via terinzagelegging op de Griffie en via elektronische communicatie) worden andere stukken die niet behoren bij in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders genomen besluiten, maar wel vallen onder het criterium van de artikelen 169, tweede lid, en 180, tweede lid, van de Gemeentewet (inlichtingen die de gemeenteraad voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft), door het College van Burgemeester en Wethouders resp. de burgemeester ter kennis van de Raad gebracht.

• 4

  De Raad kan in de meerjarenagenda aangeven, welke inlichtingen de raad verder nog op grond van de artikelen 169, tweede lid, en 180, tweede lid, van de Gemeentewet wenst te ontvangen.

• 5

  Een raadscommissie kan in haar meerjarenagenda, jaarplanning of aandachtspuntenlijst aangeven, welke inlichtingen zij op grond van de artikelen 169, tweede lid, en 180, tweede lid, van de Gemeentewet wenst te ontvangen.

de Griffier/loco-secretaris, de Voorzitter,