Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel aanleg bijzondere begraafplaatsen |
Citeertitel | Beleidsregel aanleg bijzondere begraafplaatsen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet, art. 147, 149
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-06-2007 | nieuwe regeling | 10-05-2007 Veluws Nieuws, 05-06-2007 | Handelingen van de raad, bijlagenr. 07-035 (2007-04888) |
Dat uitgaande van een voldoende en gedifferentieerd aanbod van begraafmogelijkheden in de gemeente Epe, begraafplaatsen op eigen grond in verband met ongeordend ruimtebeslag met langdurige ruimtelijke consequenties voor de omgeving niet tot de functies behoren die op grond van ruimtelijke ordening thuishoren binnen de bebouwde kommen (zie voor de bepaling daarvan artikel 20a Wegenverkeerswet) van dorpen en buurtschappen en behoren op gelijke gronden evenmin tot nieuwe toelaatbare functies in het buitengebied. Van dit beleid kan slechts buiten de bebouwde kom bij hoge uitzondering ter beoordeling van de gemeenteraad op basis van een wijziging van het bestemmingsplan worden afgeweken;
Dat een uitzonderingsgrond (buiten de bebouwde kom) alleen aanwezig is als de kans op precedentwerking niet of nauwelijks aanwezig is, de overledene een historische binding met de grond heeft waarin men de begraafplaats wenst te realiseren en een cultuurhistorische waarde aanwezig is om het verzoek in te willigen.
De begrippen precedentwerking, historische binding en cultuurhistorische waarde zijn als volgt te definiëren:
historische binding: de grond dient van oudsher - hierbij moet uitgegaan worden van een periode van minimaal 100 jaar - in bezit van de familie te zijn en voor de toekomst ook veiliggesteld te worden als familiebezit. Emotionele gevoelens zijn onvoldoende om van een historische binding te kunnen spreken;
Naast de drie voornoemde criteria en de eisen die uit de inspectierichtlijn over de inrichting, technisch beheer en onderhoud van begraafplaatsen voortvloeien (en door de aanvrager onderzocht moeten zijn) gelden daarop aanvullend de navolgende voorwaarden:
Deze eisen pogen te voorkomen dat door eigendomswisselingen nieuwe eigenaars worden opgezadeld met een bijzondere begraafplaats,waardoor de binding verdwijnt. Op deze wijze wordt ook bewerkstelligd dat de grafrust gedurende ruime tijd gewaarborgd wordt.
Geen medewerking wordt verleend als zich één of meerdere van de navolgende situaties voordoen:
Deze eisen hebben betrekking op de huidige en eventuele toekomstige bestemmingen. Zij beogen te voorkomen dat ruimtelijke plannen hinder zullen ondervinden van het aanwezig zijn van een bijzondere begraafplaats. Ook wordt hierdoor de grafrust gedurende lange tijd gewaarborgd.
De inrichting van de bijzondere begraafplaats dient minimaal aan de volgende eisen te voldoen:
Dit betreffen eisen ter waarborging van de hygiëne en de openbare orde. Het uitgangspunt is dat bijzondere begraafplaatsen niet het publieke domein domineren en geen last vormen voor buren, passanten of anderen
Dit beleid treedt in werking op de dag na de dag waarop het besluit tot vaststelling daarvan in een huis-aan-huis blad is bekend gemaakt.
Voornoemd beleid kan worden aangehaald als de Beleidsregel “aanleg bijzondere begraafplaatsen”.