Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Tarieven leges vaststellen |
Geen
Gemeentewet, artikel 228a
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Verordening rioolheffing 2011) | 06-12-2011 Weekblad Parkstad | 2011/47742 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
“VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2012”
(Verordening rioolheffing 2012)
Deze verordening verstaat onder:
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. Indien dit aan het begin van het belastingjaar niet bekend is, wordt het aantal kubieke meters afvalwater gesteld op het aantal kubieke meters water dat naar het perceel is toegevoerd en/of is opgepompt van de laatstbekende verbruiksperiode. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd.
Voor zover de gegevens als bedoeld in het derde lid van dit artikel niet bekend zijn wordt het watergebruik van gemeentewege bepaald aan de hand van de afgevoerde hoeveelheid afvalwater van vergelijkbare percelen, met dien verstande dat voor de berekening van de verschuldigde belasting als minimum waterafname wordt aangehouden een hoeveelheid van 200 m3.
terwijl voor elke volgende hoeveelheid van 10.000 m3 of gedeelte daarvan het onder h genoemde tarief met € 955,44 wordt vermeerderd, een en ander met een maximum van € 14.032,92.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalender maanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing of andere heffingen minder is dan € 3.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 6 december 2011.