BIJLAGE 1 REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE STEDELIJKE COMMISSIE
Hoofdstuk I: Vergaderingen en agenda
artikel 1: vergaderrooster
- 1
De commissie vergadert in beginsel eenmaal per twee weken op
maandagavond. In beginsel vangen de vergaderingen om 19.00 uur aan
en eindigen niet later dan 22.30 uur.
- 2
Tijdig voor de aanvang van elk zittingsjaar stelt het presidium het
vergaderrooster voor de commissie voor dat jaar vast.
- 3
De commissie kan buiten het vastgestelde rooster ook vergaderen op
voorstel van de eerste voorzitter dan wel op verzoek van tenminste
twee fracties die samen tenminste vier zetels in de commissie
bezetten.
artikel 2: oproep
- 1
De oproep voor een vergadering wordt uiterlijk zes dagen voor de
vergadering door de griffier verzonden. De oproep bevat dag,
tijdstip en plaats, alsmede de conceptagenda voor de vergadering.
- 2
Met de oproep worden in kopie meegezonden de stukken die aan een
agendapunt ten grondslag liggen, voor zover ze van belang zijn voor
een goed begrip van het onderwerp. Dit geldt niet voor stukken
waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de
Gemeentewet geheimhouding is opgelegd. Dergelijke stukken blijven
berusten bij de griffier, die de leden van de raad, met inbegrip van
de personen bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van de
Verordening op de stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies, op
hun verzoek inzage verleent.
- 3
De oproep en bijbehorende stukken worden zowel digitaal als op
papier aan alle raadsleden gezonden, met inbegrip van de personen
bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid, van de Verordening op de
stedelijke commissie en de stadsdeelcommissies.
artikel 3: agenda
- 1
De agenda voor de vergaderingen van de commissie wordt in concept
opgesteld door de agendacommissie, overeenkomstig het bepaalde in in
artikel 9 van de Verordening op de stedelijke commissie en de
stadsdeelcommissies.
- 2
In de conceptagenda worden ookde onderwerpen opgenomen die
door één of meer raadsleden voor agendering bij de griffie zijn
aangemeld; aanmelding dient uiterlijk plaats te vinden op de laatste
werkdag voorafgaande aan het agenda-overleg waarin de conceptagenda
wordt opgesteld.
- 3
De agenda bevat in ieder geval een punt “rondvraag”, bedoeld voor
het stellen van korte vragen met betrekking tot actuele zaken.
Raadsleden kunnen onderwerpen voor de rondvraag tot uiterlijk 10.00
uur op de dag van de van de vergadering bij de griffie aanmelden. De
rondvraag wordt zoveel mogelijk aan het begin van de vergadering
geagendeerd.
- 4
De voorzitter kan weigeren om onderwerpen voor de rondvraag toe te
laten op grond van dezelfde redenen als genoemd in artikel 39, derde
lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere
werkzaamheden van de raad.
- 5
In de agenda wordt per agendapunt de tijdsduur aangegeven die voor
behandeling van het onderwerp wordt uitgetrokken. De voorzitter is
bevoegd om onderwerpen die binnen de gestelde tijd niet afgehandeld
zijn, door te schuiven naar de agenda van de eerstvolgende
stedelijke commissie.
artikel 4: terinzagelegging voor raadsleden
- 1
Alle vergaderstukken worden, zoveel mogelijk in originele versie,
vanaf het moment van verzending tot aan het begin van de vergadering
in de leeskamer van de raad ter inzage gelegd, met uitzondering van
de in artikel 2, tweede lid, bedoelde stukken waaromtrent
geheimhouding is opgelegd.
- 2
De ter inzage liggende stukken mogen in geen geval uit de leeskamer
worden meegenomen.
Hoofdstuk II: Openbaarheid vergaderingen en vergaderstukken; betrokkenheid
burgers
artikel 5: openbaarheid
- 1
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.
- 2
Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken wanneer de
commissie op voorstel van de voorzitter of één der leden besluit dat
een vergadering of een deel daarvan besloten zal zijn. De
beraadslaging daarover vindt achter gesloten deuren plaats.
- 3
In geval van een besloten vergadering beslist de commissie over de
aanwezigheid van andere personen dan de leden van de commissie, de
voorzitter en de secretaris. Aan het eind van een besloten
vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet
openbaar maken van het besprokene en de eventuele betrokken
stukken.
artikel 6: aankondiging vergaderingen
- 1
Dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen worden ter openbare
kennis gebracht door:
- a
terinzagelegging van de vergaderstukken bij de publieksbalie
in het stadskantoor;
- b
aankondiging op de gemeentelijke internetsite, waarbij
tevens de digitaal beschikbare vergaderstukken worden
geplaatst;
- c
een advertentie in het plaatselijke dag- of
huis-aan-huisblad, waarbij wordt vermeld waar en wanneer de
vergaderstukken ter inzage liggen.
- 2
Bij de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid wordt gewezen op
de mogelijkheid van spreekrecht, als bedoeld in artikel 8.
artikel 7: publiek en pers; geluid- en beeldregistratie
- 1
De vergaderingen van de commissie, voor zover niet van besloten
karakter, kunnen worden bijgewoond door publiek en pers op voor hen
bestemde plaatsen in de vergaderruimte. Bij verwachte grote publieke
belangstelling wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van audiovisuele
apparatuur om publiek in de gelegenheid te stellen de vergadering
buiten de vergaderruimte te volgen.
- 2
Degene die in de vergaderruimte tijdens de vergadering geluid- of
beeldregistraties wil maken dient dit voor aanvang van de
vergadering te melden aan de voorzitter en zich naar zijn
aanwijzingen te gedragen.
artikel 8: spreekrecht burgers
- 1
Ter vergadering aanwezige burgers kunnen het woord voeren over
geagendeerde onderwerpen wanneer zij zich daartoe uiterlijk om 10.00
uur op de dag van de vergadering hebben aangemeld bij de
griffie.
- 2
Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter
kan de lengte van de spreektijd beperken in verband met het aantal
sprekers of het tijdschema van de vergadering. De voorzitter kan
sprekers onderbreken wanneer hij constateert dat eenzelfde onderwerp
door één of meer andere sprekers al voldoende aan de orde is
gesteld. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een langere
spreektijd dan vijf minuten toestaan indien het tijdschema van de
vergadering dat toelaat.
- 3
Het woord kan niet worden gevoerd over:
- a
een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft
opengestaan;
- b
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c
een gedraging waarover op grond van de Algemene wet
bestuursrecht een klacht kan of kon worden ingediend.
- d
een onderwerp dat naar oordeel van de voorzitter reeds
voldoende in een voorgaande vergadering van de raad of één
van zijn commissies aan de orde is geweest.
Hoofdstuk III Werkwijze, vergaderorde en besluitvorming
artikel 9: aanwezigheid burgemeester, wethouders, gemeentesecretaris en
niet-gemeentelijke deskundigen
- 1
De voorzitter nodigt de leden van het college uit om in de
vergadering van de commissie aanwezig te zijn en deel te nemen aan
de beraadslagingen voor zover die betrekking hebben op hun
portefeuille.
- 2
In afwijking van het eerste lid kan de commissie op voorstel van de
voorzitter of een lid besluiten dat een lid van het college niet aan
de beraadslagingen over een agendapunt mag deelnemen.
- 3
De commissie kan het college van burgemeester en wethouders
verzoeken de gemeentesecretaris of andere ambtelijke medewerkers in
de vergadering aanwezig te laten zijn en te laten deelnemen aan de
beraadslagingen.
- 4
Op voorstel van de voorzitter of één der leden kan de commissie
besluiten om niet in dienst van de gemeente zijnde deskundigen dan
wel anderszins bij een agendapunt betrokkenen uit te nodigen in de
vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te
nemen.
artikel 10: verslaglegging
Van de vergadering van de commissie wordt door de secretaris een
besluitenlijst gemaakt die in de eerstvolgende vergadering ter
vaststelling aan de commissie wordt voorgelegd.
artikel 11: spreektermijnen en spreektijd
- 1
Bij elk agendapunt krijgen eerst de burgers die om spreekrecht
hebben verzocht het woord en vervolgens de commissieleden en de
eventuele overige deelnemers aan de beraadslaging.
- 2
Er is per geagendeerd onderwerp slechts één woordvoerder per
fractie.
- 3
De beraadslaging over een agendapunt geschiedt in ten hoogste twee
termijnen. Elke termijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 4
De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers.
- 5
Indien het vergaderschema dat vereist kan de commissie op voorstel
van de voorzitter besluiten een maximale spreektijd per spreker te
hanteren.
- 6
Een spreker mag in zijn betoog niet worden onderbroken behalve
door:
- a
een lid van de commissie bij interruptie, wanneer de
voorzitter de interruptie toelaat;
- b
de voorzitter om de spreker aan de vergaderregels te
herinneren dan wel hem tot de orde te roepen.
artikel 12: voorstel van orde
- 1
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen tijdens de
vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan
worden toegelicht.
- 2
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3
Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.
artikel 13: schorsing
- 1
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen voorstellen de
vergadering voor een bepaalde tijd te schorsen om gelegenheid te
scheppen voor nader beraad dan wel om praktische redenen.
- 2
Over een voorstel tot schorsing beslist de commissie terstond.
artikel 14: handhaving orde tijdens de vergadering
- 1
De voorzitter is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde
tijdens de vergadering.
- 2
De voorzitter kan daartoe bij verstoring van de orde:
- a
leden van de commissie of andere aanwezigen een waarschuwing
geven;
- b
leden van de commissie of andere sprekers het woord
ontnemen;
- c
leden van de commissie of andere aanwezigen uit de
vergadering laten verwijderen;
- d
bij herhaalde ordeverstoring leden van de commissie of
andere personen de toegang tot de vergaderingen van de
commissie gedurende een bepaalde periode ontzeggen;
- e
- f
bij herhaalde ordeverstoring de vergadering sluiten.
- 3
In de vergaderzaal is tijdens de vergadering het gebruik alsmede het
standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen
die inbreuk op de orde van de vergadering kunnen maken niet
toegestaan, tenzij de voorzitter daarvoor in bijzondere gevallen
toestemming verleent.
artikel 15: besluitvorming en stemming
- 1
Na behandeling van een agendapunt sluit de voorzitter het
onderwerp af en doet daarbij zonodig een voorstel inzake de
verdere afhandeling van het onderwerp.
- 2
De commissie kan slechts besluiten nemen wanneer meer dan de
helft van het aantal zetels bezet is.
- 3
Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van
stemmen.
- 4
Bij staking van stemmen beslist het lot indien het benoemingen,
voordrachten of aanbevelingen van personen betreft. In alle
andere gevallen wordt het voorstel geacht te zijn
verworpen.
BIJLAGE 2 REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE STADSDEELCOMMISSIES
Hoofdstuk I: Vergaderingen en agenda
artikel 1: vergaderrooster
- 1
De stadsdeelcommissies vergaderen in beginsel eenmaal per vijf weken
op dinsdagavond. In beginsel vangen de vergaderingen om 19.30 uur
aan en eindigen niet later dan 22.30 uur.
- 2
Tijdig voor de aanvang van elk zittingsjaar stelt het presidium het
vergaderrooster voor de stadsdeelcommissies voor dat jaar vast.
- 3
Een stadsdeelcommissie kan buiten het vastgestelde rooster ook
vergaderen op voorstel van de voorzitter dan wel op verzoek van
tenminste twee raadsfracties die samen tenminste vier zetels in de
commissie bezetten.
artikel 2: oproep
- 1
De oproep voor een vergadering wordt uiterlijk zes dagen voor de
vergadering door de griffier verzonden. De oproep bevat dag,
tijdstip en plaats, alsmede de conceptagenda voor de vergadering.
- 2
Met de oproep worden in kopie meegezonden de stukken die aan een
agendapunt ten grondslag liggen, voor zover ze van belang zijn voor
een goed begrip van het onderwerp. Dit geldt niet voor stukken
waaromtrent op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de
Gemeentewet geheimhouding is opgelegd. Dergelijke stukken blijven
onder berusting van de griffier, die de leden van de raad, met
inbegrip van de personen bedoeld in artikel 4, derde en vierde lid,
van de Verordening op de stedelijke commissie en de
stadsdeelcommissies, op hun verzoek inzage verleent.
- 3
De oproep en bijbehorende stukken worden zowel digitaal als op
papier aan alle leden van de betreffende stadsdeelcommissie
gezonden.
artikel 3: agenda
- 1
De agenda voor de vergaderingen van een stadsdeelcommissie wordt in
concept opgesteld door de voorzitter van de commissie, rekening
houdend met de uitkomsten van het agenda-overleg als bedoeld in
artikel 9 van de Verordening op de Stedelijke commissie en de
Stadsdeelcommissies.
- 2
In de conceptagenda worden ook de onderwerpen opgenomen die door één
of meer commissieleden voor agendering bij de griffie zijn
aangemeld; aanmelding dient uiterlijk acht dagen vóór de
vergaderdatum van de stadsdeelcommissie plaats te vinden.
- 3
De agenda bevat in ieder geval een punt “rondvraag”, bedoeld voor
het stellen van korte vragen of met betrekking tot actuele
zaken. Commissieleden kunnen onderwerpen voor de rondvraag tot
uiterlijk 10.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffie
aanmelden. De rondvraag wordt zoveel mogelijk aan het begin van de
vergadering geagendeerd.
- 4
De voorzitter kan weigeren om onderwerpen voor de rondvraag toe te
laten op grond van dezelfde redenen als genoemd in artikel 39, derde
lid, van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere
werkzaamheden van de raad.
- 5
In de agenda wordt per agendapunt de tijdsduur aangegeven die voor
behandeling van het onderwerp wordt uitgetrokken. De voorzitter is
bevoegd om onderwerpen die binnen de gestelde tijd niet afgehandeld
zijn, door te schuiven naar de agenda van de eerstvolgende
stadsdeelcommissie.
- 6
De agenda kan desgewenst een informeel gedeelte bevatten, waarop de
bepalingen van dit reglement slechts van toepassing zijn indien en
voor zover de commissie daartoe besluit.
artikel 4: terinzagelegging voor raadsleden
- 1
Alle vergaderstukken worden, zoveel mogelijk in originele versie,
vanaf het moment van verzending tot aan het begin van de vergadering
in de leeskamer van de raad ter inzage gelegd, met uitzondering van
de in artikel 2, tweede lid, bedoelde stukken waaromtrent
geheimhouding is opgelegd.
- 2
De ter inzage liggende stukken mogen in geen geval uit de leeskamer
worden meegenomen.
Hoofdstuk II: Openbaarheid vergaderingen en vergaderstukken; betrokkenheid
burgers
artikel 5: openbaarheid
- 1
De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.
- 2
Van het bepaalde in het eerste lid kan worden afgeweken wanneer de
commissie op voorstel van de voorzitter of één der leden besluit dat
een vergadering of een deel daarvan besloten zal zijn. De
beraadslaging daarover vindt achter gesloten deuren plaats.
- 3
In geval van een besloten vergadering beslist de commissie over de
aanwezigheid van andere personen dan de leden van de commissie, de
voorzitter en de secretaris. Aan het eind van een besloten
vergadering neemt de commissie een besluit over het al dan niet
openbaar maken van het besprokene en de eventuele betrokken
stukken.
artikel 6: aankondiging vergaderingen
Dag, tijdstip en plaats van de vergaderingen worden ter openbare kennis
gebracht door:
terinzagelegging van de vergaderstukken bij de publieksbalie in
het stadskantoor en in het betreffende stadsdeelkantoor c.q.
servicecentrum;
aankondiging op de gemeentelijke internetsite, waarbij tevens de
digitaal beschikbare vergaderstukken worden geplaatst;
een advertentie in het plaatselijke dag- of huis-aan-huisblad,
waarbij wordt vermeld waar en wanneer de vergaderstukken ter
inzage liggen.
Bij de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid wordt gewezen op de
mogelijkheid van spreekrecht, als bedoeld in artikel 8.
artikel 7: publiek en pers; geluid- en beeldregistratie
De vergaderingen van de stadsdeelcommissies, voor zover niet van
besloten karakter, kunnen worden bijgewoond door publiek en pers op voor
hen bestemde plaatsen in de vergaderruimte. Bij verwachte grote publieke
belangstelling wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van audiovisuele
apparatuur om publiek in de gelegenheid te stellen de vergadering buiten
de vergaderruimte te volgen.
Degene die in de vergaderruimte tijdens de vergadering geluid- of
beeldregistraties wil maken dient dit voor aanvang van de vergadering te
melden aan de voorzitter en zich naar zijn aanwijzingen te
gedragen.
artikel 8: spreekrecht burgers
Ter vergadering aanwezige burgers kunnen het woord voeren wanneer zij
zich daartoe uiterlijk om 10.00 uur op de dag van de vergadering hebben
aangemeld bij de griffie, onder opgave van het onderwerp waarover zij
willen spreken. Op het toelaten van aangemelde onderwerpen is het
bepaalde in artikel 3, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.
Een spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter kan de
lengte van de spreektijd beperken in verband met het aantal sprekers of
het tijdschema van de vergadering. De voorzitter kan sprekers
onderbreken wanneer hij constateert dat eenzelfde onderwerp door één of
meer andere sprekers al voldoende aan de orde is gesteld. De voorzitter
kan in bijzondere gevallen een langere spreektijd dan vijf minuten
toestaan indien het tijdschema van de vergadering dat toelaat.
Het woord kan niet worden gevoerd over:
- a.
een besluit waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft
opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c.
een gedraging waarover op grond van de Algemene wet
bestuursrecht een klacht kan of kon worden ingediend;
- d.
een onderwerp dat naar oordeel van de voorzitter reeds voldoende
in een voorgaande vergadering van de raad of één van zijn
commissies aan de orde is geweest.
Burgers die het woord willen voeren over niet-geagendeerde onderwerpen
krijgen daarvoor de gelegenheid bij het agendapunt “rondvraag”. Burgers
die over geagendeerde onderwerpen willen spreken krijgen daarvoor de
gelegenheid bij het betreffende agendapunt.
Wanneer een burger het woord voert over een niet-geagendeerd onderwerp
wordt de commissie in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.
Hoofdstuk III Werkwijze, vergaderorde en besluitvorming
artikel 9: aanwezigheid burgemeester, wethouders, gemeentesecretaris en
niet-gemeentelijke deskundigen
De voorzitter nodigt het collegelid dat portefeuillehouder is voor het
betrokken stadsdeel uit om de vergaderingen van de stadsdeelcommissie
bij te wonen en deel te nemen aan de beraadslagingen. De
portefeuillehouder kan zich daarin laten bijstaan door de betrokken
stadsdeelmanager.
De voorzitter zendt de agenda voor de vergaderingen van de
stadsdeelcommissie ter kennisneming aan de overige leden van het
college; zij kunnen desgewenst in de vergadering aanwezig zijn en aan de
beraadslagingen deelnemen voorzover die betrekking hebben op hun
portefeuille.
In afwijking van het eerste en het tweede lid kan de commissie op
voorstel van de voorzitter of een lid besluiten dat een lid van het
college niet aan de beraadslagingen over een agendapunt mag
deelnemen.
De commissie kan het college van burgemeester en wethouders verzoeken de
gemeentesecretaris of andere ambtelijke medewerkers in de vergadering
aanwezig te laten zijn en te laten deelnemen aan de
beraadslagingen.
Op voorstel van de voorzitter of één der leden kan de commissie
besluiten om niet in dienst van de gemeente zijnde deskundigen dan wel
anderszins bij een agendapunt betrokkenen uit te nodigen in de
vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te
nemen.
artikel 10: verslaglegging
Van de vergadering van de commissie wordt door de secretaris een
besluitenlijst gemaakt die in de eerstvolgende vergadering ter
vaststelling aan de commissie wordt voorgelegd.
artikel 11: spreektermijnen en spreektijd
- 1
Bij elk agendapunt krijgen eerst de burgers die om spreekrecht
hebben verzocht het woord en vervolgens de commissieleden en de
eventuele overige deelnemers aan de beraadslaging.
- 2
Alle leden van de raad kunnen aan de beraadslagingen in de commissie
deelnemen met dien verstande dat per fractie slechts één lid het
woord kan voeren bij een agendapunt.
- 3
Er is per geagendeerd onderwerp slechts één woordvoerder per
fractie.
- 4
De beraadslaging over een agendapunt geschiedt in ten hoogste twee
termijnen. Elke termijn wordt door de voorzitter afgesloten.
- 5
De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers.
- 6
Indien het vergaderschema dat vereist kan de commissie op voorstel
van de voorzitter besluiten een maximale spreektijd per spreker te
hanteren.
- 7
Een spreker mag in zijn betoog niet worden onderbroken behalve
door:
- a
een lid van de commissie bij interruptie, wanneer de
voorzitter de interruptie toelaat;
- b
de voorzitter om de spreker aan de vergaderregels te
herinneren dan wel hem tot de orde te roepen.
artikel 12: voorstel van orde
- 1
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen tijdens de
vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan
worden toegelicht.
- 2
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3
Over een voorstel van orde beslist de commissie terstond.
artikel 13: schorsing
- 1
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen voorstellen de
vergadering voor een bepaalde tijd te schorsen om gelegenheid te
scheppen voor nader beraad dan wel om praktische redenen.
- 2
Over een voorstel tot schorsing beslist de commissie terstond.
artikel 14: handhaving orde tijdens de vergadering
- 1
De voorzitter is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde
tijdens de vergadering.
- 2
De voorzitter kan daartoe bij verstoring van de orde:
- a
leden van de commissie of andere aanwezigen een waarschuwing
geven;
- b
leden van de commissie of andere sprekers het woord
ontnemen;
- c
leden van de commissie of andere aanwezigen uit de
vergadering laten verwijderen;
- d
bij herhaalde ordeverstoring leden van de commissie of
andere personen de toegang tot de vergaderingen van de
commissie gedurende een bepaalde periode ontzeggen;
- e
- f
bij herhaalde ordeverstoring de vergadering sluiten.
- 3
In de vergaderzaal is tijdens de vergadering het gebruik alsmede het
standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen
die inbreuk op de orde van de vergadering kunnen maken niet
toegestaan, tenzij de voorzitter daarvoor in bijzondere gevallen
toestemming verleent.
artikel 15: besluitvorming en stemming
- 1
Na behandeling van een agendapunt sluit de voorzitter het onderwerp
af en doet daarbij zonodig een voorstel inzake de verdere
afhandeling van het onderwerp.
- 2
De commissie kan slechts besluiten nemen wanneer meer dan de helft
van het aantal leden aanwezig is.
- 3
Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van
stemmen.
- 4
Bij staking van stemmen beslist het lot indien het benoemingen,
voordrachten of aanbevelingen van personen betreft. In alle andere
gevallen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.