Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Verordening geurhinder en veehouderij Ede 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening geurhinder en veehouderij Ede 2011
CiteertitelGeurverordening Ede 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen voor veehouderijen voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet geurhinder en veehouderij, artikel 6

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2023art. 1

07-12-2023

gmb-2023-534828

425115
01-12-201131-12-2023nieuw

17-11-2011

Ede Stad 23-11-2011

680514

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geurhinder en veehouderij Ede 2011

De raad van de gemeente Ede:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2011, kenmerk 680514;

gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;

gelet op de ter inzage gelegde Gebiedsvisie Ede d.d. 19 juli 2011 (gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij);

besluit

vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven:

Verordening geurhinder en veehouderij Ede 2011

Artikel 1: begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

geurgevoelig object:

object zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;

veehouderij:

inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, die is bestemd voor het fokken, mesten, houden, verhandelen, verladen of wegen van dieren;

wet:

Wet geurhinder en veehouderij zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

geurbelasting:

de waarde ter plaatse van de gevel van het gevoelige object, berekend met

V‐Stacks, uitgedrukt in Europese odour units per tijdseenheid;

odour units

(ouE/m³; P98):

geurconcentratie als aantallen Europese odour units in een volume-eenheid lucht (ouE/m³), gemeten volgens NEN-EN 13725:2003 "Luchtbepaling van de geurconcentratie door dynamische olfactometrie". In deze verordening wordt voor de geurbelasting uitgegaan van het gebruikelijke 98-percentielgeurconcentratie. Dat betekent dat de met een verspreidingsmodel berekende geurconcentratie gedurende 98 procent van de tijdseenheid niet wordt overschreden.

Artikel 2: aanwijzing gebieden

Als gebied als bedoeld in artikel 6 van de Wet worden aangewezen die gebieden die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Artikel 3: waarden voor de geurbelasting

Op grond van artikel 6, lid 1 van de Wet bedraagt de maximale waarde voor de geurbelasting

van een veehouderij op een geurgevoelig object in de gebieden die zijn aangegeven op de kaart behorende bij

deze verordening :

  • ·

    Ede-Kernhem: 5,0 odour units;

  • ·

    Otterlo, Harskamp, Wekerom Zuidoost, Wekerom West en Lunteren: 8,0 odour units;

  • ·

    Wekerom Noordoost en de Klomp Oost: 14,0 odour units.

Artikel 4: andere waarden voor afstanden

In afwijking van artikel 4, lid 1 van de Wet bedraagt de minimale afstand voor de geurbelasting van een veehouderij op een geurgevoelig object in de gebieden die zijn aangegeven op de kaart behorende bij deze verordening binnen de bebouwde kom: 50 meter.

Artikel 5: citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Geurverordening Ede 2011".

Artikel 6: in werking treding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

De raad voornoemd,            

de griffier, w.g. HAGELSTEIN

de voorzitter, w.g. VAN DER KNAAP.