Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting |
Citeertitel | Verordening precariobelasting Purmerend 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Datum ingang heffing is 1 januari 2012
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2011 | 21-11-2012 | Nieuwe regeling | 03-11-2011 Gemeenteblad 2011, 52 | 633376 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
In deze verordening worden de volgende gebieden onderscheiden;
Centrumgebied, hiertoe behoren de volgende straten;
Achter de Kerk, Achterdijk, Bakkerssteeg, Barak, Breedstraat, Bultstraat, Dubbele Buurt, Gasthuissteeg, Gedempte Singelgracht, Gedempte Where, Gouw, Hoogstraat, Kaasmarkt,
Kalversteeg, Kanaalschans, Kanaalzicht, Kerkstraat, Kistenmakersteeg, Koemarkt, Koestraat, Kolkstraat, Koningssteeg, Krommesteeg, Kuipersteeg, Looiersplein,
Neckerdijk, Nieuwstraat, Oude Sluis, Oude Vismarkt, Padjedijk, Peperstraat, Plantsoengracht, Plantsoenstraat, Schapenmarkt, Schoolplein, Schoolsteeg, Slotplein, Soetenboomhof, St Nicolaassteeg, Stamsteeg, Tramplein, W. Eggertstraat, Waagplein, Weerwal, Weeshuissteeg, Westersteeg, Westerstraat en Zuidersteeg.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, zoals genoemd in deze verordening.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van de vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt de verschuldigde precariobelasting voor het hebben van voorwerpen op gemeentegrond gedurende één dag, geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het te vorderen bedrag is vermeld. Het te vorderen bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar tijdsgelang ontheffing van de belasting verleend. De ontheffing wordt berekend op zoveel twaalfde gedeelten van de over een volledig belastingtijdvak berekende belasting als er na de aanvang van de maand, volgend op die waarin de belastingplicht eindigt, volle kalendermaanden in het heffingstijdvak overblijven. Het voorgaande is niet van toepassing op terrassen.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot heffing en invordering van precariobelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 november 2011
De griffier, J.F. Kamminga
De voorzitter, D. Bijl
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Artikel 10 Termijnen van betaling
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders