Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Destructieverordening Hulst 2011 |
Citeertitel | Destructieverordening Hulst 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Afval / Milieu |
1) Deze regeling vervangt verordening
2) 'Destructieverordening Hulst 2004'
Deze regeling is van rechtswege vervallen: zie Wet dieren: https://wetten.overheid.nl/BWBR0030250#Hoofdstuk3_Paragraaf2_Artikel3.5
artikel 81 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-11-2011 | 01-10-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 10-11-2011 | Rb2011/70 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren;
destructiemateriaal: krachtens artikel 81h, eerste lid, onder a van de wet aangewezen dode gezelschapsdieren.
gezelschapsdieren: dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooien, volièredieren, duiven en vissen. Landbouwhuisdieren zoals runderen, schapen, paarden, (dwerg)geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten worden nietgerekend tot de categorie gezelschapsdieren.
Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan waar het destructiemateriaal in ontvangst wordt genomen.
De houder is gehouden uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het destructiemateriaal is ontstaan, het materiaal te vervoeren naar een verzamelplaats als bedoeld in artikel 2 en het daar aan te geven of af te staan.
Tot het tijdstip van afgifte is de houder gehouden het destructiemateriaal zodanig te bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
Ingeval artikel 81h, vijfde lid van de wet door de Minister van toepassing wordt verklaard, is hierop eveneens het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 4 van deze verordening van toepassing.
Het is de taak van de gemeente om op grond van de Destructiewet bij plaatselijke verordening regelen te stellen met betrekking tot de aangifte van dode honden, dode katten en van ander door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan te wijzen materiaal.
De wet bevat geen bepalingen over het verzamelen van dode honden en dode katten. Burgemeester en wethouders kunnen een of meer plaatsen aanwijzen waar deze kadavers moeten worden verzameld. In deze gemeente worden deze dode dieren bijeengebracht in de destructievoorziening op het terrein van de Stadsschuur aan de Absdaalseweg.
Uit een oogpunt van volksgezondheid en voorkomen van overlast, dient destructiemateriaal met de nodige spoed te worden afgevoerd.
Met deze bepaling wordt bedoeld, dat dode honden en dode katten niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst worden bewaard. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld om halsbanden, touw, kleden.
Artikel 13, derde lid, van de Destructiewet biedt een uitzonderingsmogelijkheid voor het afstand doen van dode honden en dode katten op een andere manier dan afgifte aan de destructor/ondernemer. Deze bevoegdheid is nader uitgewerkt in artikel 32 van het Destructiebesluit.
Op grond van dit artikel behoeft de in de wet bepaalde afgifte niet plaats te vinden indien dode honden en dode katten worden begraven op het terrein van de eigenaar of houder, of op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dit doel is toegelaten, hetzij worden verast in een crematorium.