Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen
CiteertitelRegeling bijdrage verhuiskosten sloopwoningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De gemeente Maassluis verstrekt aan huurders met een laag inkomen die verplicht moeten verhuizen omdat hun woning wordt gesloopt of gerenoveerd in het kader van een herstructureringsproject, een bijdrage van € 690,--. Huishoudens met een inkomen tot en met 125% van het sociaal minimum die ook de volledige vergoeding van de verhuurder voor de verhuis- en inrichtingskosten hebben ontvangen, kunnen van deze regeling gebruik maken. 

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-2008Aard van de wijziging

28-10-2008

De Schakel

Kenmerk voorstel

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen

De raad van de gemeente Maassluis;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juni 2006 tot vaststellen van een verordening voor de Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen;gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;overwegende dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen voor een gemeentelijke aanvulling op de tegemoetkoming van woningverhuurders voor de kosten van verhuizing en herinrichting ten behoeve van huurders van sloopwoningen;besluit:vast te stellen de verordening Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen. 

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    huurder: de bewoner van de sloopwoning met wie de verhuurder een overeenkomst tot verhuur van woonruimte heeft gesloten;

  • b.

    sloopwoning: een zelfstandige woonruimte, die deel uitmaakt van een complex van woningen in de gemeente Maassluis, dat zal worden gesloopt in het kader van herstructurering van de buurt of wijk;

  • c.

    renovatiewoning: een zelfstandige woonruimte, die deel uitmaakt van een complex van woningen in de gemeente Maassluis, dat zal worden gerenoveerd in het kader van herstructurering van de buurt of wijk. Van renovatie is sprake als de huurder de woning dient te verlaten en zich zal huisvesten in een andere woning al dan niet in afwachting van terugkeer naar het oorspronkelijke adres;

  • d.

    inkomen: het inkomen als bedoeld in hoofdstuk 3, paragraaf 4 van de Wet Werk en Bijstand;

  • e.

    sociaal minimum: de op grond van de Wet Werk en Bijstand op de huurder van toepassing zijnde netto bijstandsnorm, voorzover wettelijk mogelijk vermeerderd met de maximale toeslag, ongeacht of de huurder feitelijk algemene bijstand ontvangt;

  • f.

    waar in deze verordening het begrip sloopwoning wordt genoemd dan wordt geacht daar mede het begrip renovatiewoning onder verstaan te worden.

Hoofdstuk 2 Grondslag en werkingssfeer

Artikel 2 Criteria

  • 1

    Voor een aanvullende bijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten komt in aanmerking de belanghebbende,

    • a.

      die huurder van de sloopwoning is op de datum van de bekendmaking van het formele besluit van de verhuurder tot sloop,

    • b.

      de volledige tegemoetkoming voor de verhuis- en herinrichtingskosten van de verhuurder heeft ontvangen en

    • c.

      wiens inkomen, vermeerderd met het inkomen van de medebewoners van de sloopwoning, niet meer bedraagt dan 125 % van het sociaal minimum.

  • 2

    Het inkomen en het sociaal minimum, bedoeld in het eerste lid onder c, wordt vastgesteld over de kalendermaand die voorafgaat aan de kalendermaand, waarin de verhuizing plaats vindt.

Artikel 3 Bijdrage

  • 1

    De in artikel 2 bedoelde bijdrage bedraagt € 690,- per woning.

  • 2

    De bijdrage kan jaarlijks door burgemeester en wethouders worden geïndexeerd.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1

    De huurder vraagt de in artikel 2 bedoelde bijdrage aan door indiening van een volledig ingevuld en door hem ondertekend formulier, dat door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld.

  • 2

    De huurder is verplicht bij de indiening in ieder geval bewijsstukken te overleggen, op basis waarvan burgemeester en wethouders kunnen vaststellen:

    • 1.

      dat hij de volledige tegemoetkoming voor de verhuis- en herinrichtingskosten van de verhuurder heeft ontvangen,

    • 2.

      de hoogte van het netto inkomen, bedoeld in artikel 2, en

    • 3.

      het nummer van zijn bankrekening.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen de huurder verplichten andere bewijsstukken te overleggen dan bedoeld in het tweede lid, mits deze voor het besluit op de aanvraag nodig zijn.

Artikel 5 Termijn

  • 1

    De huurder moet de aanvraag om een bijdrage uiterlijk binnen 13 weken na het verlaten van de sloopwoning indienen.

  • 2

    De huurder, die op de datum van bekendmaking van deze verordening reeds is verhuisd, moet de aanvraag om een bijdrage uiterlijk binnen 13 weken na die datum indienen.

Artikel 6 Uitvoering

  • 1

    Burgemeester en wethouders stellen het recht op een bijdrage vast.

  • 2

    Burgemeester en wethouders verlenen voorafgaand aan hun besluit geen voorschotten.

  • 3

    Uitbetaling van de bijdrage vindt uitsluitend plaats op het door de huurder opgegeven bankrekeningnummer.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen ten gunste van de huurder afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing hiervan leidt tot bijzonder onredelijke gevolgen.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Regeling bijdrage verhuiskosten sloopwoningen”.

Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekking

  • 1

    1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 4 juli 2006,

de griffier, de voorzitter,

mr R. van der Hoek J.A. Karssen

Eerste wijziging is vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 28 oktober 2008, 

Toelichting 1 Toelichting bij de Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten sloopwoningen.

Al langere tijd verstrekt de gemeente bijdragen voor verhuizing en herinrichting aan bewoners van woningen, die worden gesloopt vanwege herstructurering van de buurt of wijk. Momenteel ontvangen bewoners van de Burgemeesterswijk zo’n vergoeding van de gemeente op grond van de verordening Regeling aanvullende bijdrage verhuis- en inrichtingskosten Burgemeesterswijk. Nu de ontwikkeling van het project Vloot-Schutsluis in een stroomversnelling komt, is het noodzakelijk om het bereik van deze verordening te vergroten. In plaats van aanpassing van de bestaande verordening is een geheel nieuwe opgesteld, die van toepassing is op alle woningen die in Maassluis in het kader van herstructurering zullen worden gesloopt. Volgende projecten hoeven dan niet steeds tot aanpassing van de verordening te leiden.De verordening biedt de wettelijke grondslag voor het verstrekken van deze bijdrage, die bestemd is voor bewoners met een inkomen op of net boven het sociaal minimum. Het uitgangspunt blijft dat de woningverhuurder als eerste verantwoordelijkheid draagt voor een tegemoetkoming voor de kosten van verhuizing en herinrichting. In aanvulling daarop is de gemeente verantwoordelijk voor een extra bijdrage voor deze kosten, wanneer huurders een laag inkomen hebben. De voorwaarden om voor deze bijdrage in aanmerking te komen zijn helder in deze verordening geformuleerd en wijken inhoudelijk niet af van de vroegere regeling voor de Burgemeesterswijk.Artikel 1. BegripsomschrijvingenDoor middel van de definities wordt de doelgroep van deze regeling omschreven. Het gaat uitsluitend om de personen, die aangemerkt kunnen worden als huurder van een woning die gesloopt zal worden in het kader van herstructurering van buurt of wijk. Bij andere redenen voor sloop is deze regeling niet van toepassing. De voorwaarden, waaraan personen uit de doelgroep moeten voldoen, zijn opgenomen in de volgende artikelen.Alle bestanddelen van het inkomen, die bij de uitvoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in aanmerking worden genomen, moeten ook bij de toetsing van het inkomen aan de criteria van deze verordening in aanmerking genomen worden.Het sociaal minimum wordt omschreven als het netto bedrag van de landelijke algemene bijstandsnorm, verhoogd met de maximale toeslag op grond van de WWB. Deze wet maakt de maximale toeslag alleen mogelijk voor alleenstaanden en alleenstaande ouders van 21 tot 65 jaar. Bij gehuwden en samenwonenden in deze leeftijdscategorie is dit sociaal minimum gelijk aan het netto minimumloon. De bijstandsnorm voor personen van 65 jaar en ouder is even hoog als de netto uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet. Het bedrag van het sociaal minimum hangt af van de feitelijke gezinssamenstelling van de huurder. Het is daarbij niet van belang of de huurder ook daadwerkelijk algemene bijstand ontvangt en of dit geheel of gedeeltelijk geweigerd zou moeten worden. De bedragen op grond van de WWB doen alleen dienst als rekenfactor.Artikel 2. CriteriaIn dit artikel is vastgelegd aan welke voorwaarden de huurder moet voldoen om voor een gemeentelijke bijdrage in aanmerking te komen. Uitgangspunt is dat de huurder op de datum van de bekendmaking van het sloopbesluit van de woningverhuurder in de sloopwoning woonachtig was. Deze situatie wordt aangenomen als de aanvrager op die datum huurder van de sloopwoning is en de volledige tegemoetkoming voor de kosten van verhuizing en herinrichting van de verhuurder heeft ontvangen. Omdat de bijdrage per woning wordt verstrekt, wordt voor de bepaling van het inkomen het netto inkomen van alle bewoners van de door de huurder gehuurde woning in aanmerking genomen. Dit is ook de reden dat het sociaal minimum voor alleenstaanden en alleenstaande ouders van 21 tot 65 jaar in artikel 1 is bepaald op de algemene bijstandsnorm, verhoogd met de maximale toeslag op grond van de WWB. Verlagingen vanwege medebewoning worden dus niet toegepast. Als peildatum voor zowel het in aanmerking te nemen inkomen als de hoogte van het toepasselijke sociaal minimum geldt de kalendermaand, die voorafgaat aan de kalendermaand van verhuizing. Het sociaal minimum wordt verhoogd met 25% voorafgaand aan de vergelijking ervan met het inkomen.Artikel 3. BijdrageDat de bijdrage € 690, - per woning bedraagt, sluit aan bij het uitgangspunt van deze regeling dat alleen de formele huurder voor deze bijdrage in aanmerking komt.Artikel 4. AanvraagDe genoemde bewijsstukken bij de aanvraag zijn in ieder geval noodzakelijk voor de uitvoering van deze regeling. Afhankelijk van de feitelijke omstandigheden van de huurder kan behoefte bestaan aan andere bewijsstukken. Burgemeester en wethouders zijn in dat geval bevoegd om deze bij de huurder op te vragen. Daarbij geldt de beperking dat deze noodzakelijk moeten zijn voor een beslissing op de aanvraag. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de huurder verplicht deze af te geven.Artikel 5. TermijnDe huurder moet de aanvraag binnen 13 weken na het verlaten van de sloopwoning indienen. Dit is een redelijke termijn, wanneer de nodige voorlichting over de regeling is verzorgd.Artikel 6. UitvoeringBurgemeester en wethouders stellen het recht op een bijdrage vast binnen de daarvoor op grond van de Awb geldende termijn van acht weken. Tijdens de beslistermijn worden geen voorschotten verleend. Wanneer de bijdrage wordt toegekend, wordt deze altijd uitbetaald door middel van overschrijving op de bankrekening van de huurder.Artikel 7. HardheidsclausuleDit artikel geeft de mogelijkheid tot correctie als toepassing van de verordening tot bijzondere onbillijkheden leidt. Bij het afwijken van de bepalingen kunnen de rechten van de huurder op basis van deze verordening niet worden aangetast.Artikel 9 Inwerkingtreding en intrekkingDe ingangsdatum van 1 april 2006 is gekozen, omdat het sociaal plan van de verhuurder van de aanleunwoningen van de Schutsluis vanaf deze datum in werking is getreden en de (vaste) huurders van deze sloopwoningen vanaf die datum in aanmerking komen voor de tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten, die de verhuurder verstrekt. Deze verordening vervangt de regeling voor de Burgemeesterswijk met terugwerkende kracht tot 1 april 2006. Desondanks is een overgangsbepaling niet noodzakelijk, omdat de nieuwe verordening de doelgroep uitbreidt en de aanspraak op de gemeentelijke bijdrage niet wordt verminderd.