Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

2013-33 - Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling2013-33 - Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014
CiteertitelRegeling gemeentelijke belastingen 2014.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageGemeenteblad 2013-33

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelatingen, artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid
  2. Invorderingswet, artikel 31
  3. Gemeentewet, artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2021o.a. aanpassing percentage invorderingsrente

03-12-2013

De Schakel

ADV-13-02032
01-01-201101-01-2014aard van de wijziging

30-11-2010

kenmerk

Tekst van de regeling

Intitulé

2013-33 - Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014

Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis;

 

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

besluit:

 

vast te stellen de:

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014.

(Regeling gemeentelijke belastingen 2014)

 

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels zijn van toepassing op de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de desbetreffende belastingverordeningen, voorzover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

 

Artikel 2 Aangifte

  • 1

    De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belasting jaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, dient binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.n die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijzigt, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaats gevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Rente

  • 1

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 2

    In afwijking van het in het eerste lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 10,- niet te boven gaat.

  • 3

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt het genoemde bedrag in lid 2 ook van toepassing verklaard voor tussentijdse betalingen.

Artikel 4 Toepassing

Met betrekking tot:

a. de onroerende zaakbelastingen vindt artikel 3 toepassing;

b. de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;

c. de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid en 3 toepassing;

d. de reinigingsrechten vindt artikel 3 toepassing;

e. de lijkbezorgingsrechten vindt artikel 3 toepassing;

f. de leges vindt artikel 3 toepassing;

g. de binnenhavengelden vindt artikel 3 toepassing;

h. het bruggeld vindt artikel 3 toepassing;

i. de ligplaatsgelden vindt artikel 3 toepassing;

j. de marktgelden vindt artikel 3 toepassing;

k. de precariobelasting vindt artikel 3 toepassing;

l. de rechten vindt artikel 3 toepassing;

m. de zeehavengelden vindt artikel 3 toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    De Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2011 van 30 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de regeling, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;;

  • 2

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking;

  • 3

    De datum van ingang van deze regeling is 1 januari 2014;

  • 4

    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gemeentelijke belastingen 2014.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 3december 2013.

De secretaris, De burgemeester,

mr. A.J.T. Korthout drs. J.A. Karssen