Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maassluis

Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maassluis
Officiële naam regelingRegeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2011
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2014aard van de wijziging

30-11-2010

kenmerk

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van Maassluis;

gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen; 

besluit:

vast te stellen de:Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2011.

(Regeling gemeentelijke belastingen 2011) 

Artikel 1 Reikwijdte van de regeling

De in deze regeling opgenomen regels zijn van toepassing op de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de desbetreffende belastingverordeningen, voorzover deze regels in artikel 4 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.

Artikel 2 Aangifte

  • 1 jaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, dient binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijzigt, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaats gevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 3 Rente

  • 1 Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalender kwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2 Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 3 In afwijking van het in het tweede lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 10,- niet te boven gaat.

  • 4 In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt het genoemde bedrag in lid 3 ook van toepassing verklaard voor tussentijdse betalingen.

Artikel 4 Toepassing

Met betrekking tot:

  • a.

    de onroerende zaakbelastingen vindt artikel 3 toepassing;

  • b.

    de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;

  • c.

    de rioolrechten vinden de artikelen 2, eerste lid en 3 toepassing;

  • d.

    de reinigingsrechten vindt artikel 3 toepassing;

  • e.

    de lijkbezorgingsrechten vindt artikel 3 toepassing;

  • f.

    de leges vindt artikel 3 toepassing;

  • g.

    de binnenhavengelden vindt artikel 3 toepassing;

  • h.

    het bruggeld vindt artikel 3 toepassing;

  • i.

    de ligplaatsgelden vindt artikel 3 toepassing;

  • j.

    de marktgelden vindt artikel 3 toepassing;

  • k.

    de precariobelasting vindt artikel 3 toepassing;

  • l.

    de rechten vindt artikel 3 toepassing;

  • m.

    de zeehavengelden vindt artikel 3 toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen, gemeentebladnummer 1998 nr. 41 d.d. 16 juni 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de regeling;

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking;

  • 3 De datum van ingang van deze regeling is 1 januari 2011;

  • 4 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gemeentelijke belastingen 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 30 november 2010.

De secretaris,                            De burgemeester,

mr. A.J.T. Korthout                    drs. J.A. Karssen