Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Maassluis

Verordening langdurigheidstoeslag maassluis 2012 (2012-02)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Maassluis
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag maassluis 2012 (2012-02)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, artikel 8, eerste lid, onderdeel d
  2. Wet werk en bijstand, artikel 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201205-03-2013aard van de wijziging

13-12-2011

De Schakel

ADV-11-00366
01-01-201201-01-2015aard van de wijziging

12-02-2013

De Schakel

ADV-13-01370
03-03-2010aard van de wijziging

16-02-2010

kenmerk voorstel

Tekst van de regeling

De gemeenteraad van de Maassluis,gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Maassluis van 6 december 2011;overwegende dat het noodzakelijk Is het verstrekken van de langdurigheidstoeslag bij verordening teregelen;gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand;besluit vast te stellen de volgende:Verordening Langdurigheidstoeslag Maassluis 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:a. wet: Wet werk en bijstand (WWB);b. college: het college van burgemeester en wethouders van Maassluis;c. WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten;d. WSF 2000: Wet Studiefinanciering;e. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;f. de langdurigheidstoeslag: langdurigheidstoeslag bedoeld in artikel 36 WWB;g. inkomen: het inkomen bedoeld in artikel 32 van de WWB, met dien verstande dat voor dezinsnede 'een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan' moet worden gelezen'de referteperiode', Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet voor debeoordeling van het recht op de langdurigheidstoeslag als inkomen gezien;h. peildatum: de datum waarop aan de voorwaarden voor toekenning is voldaan;i. referteperiode: een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum; 

  • 2 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebbendezelfde betekenis als In de WWB, de Algemene wet bestuursrecht en de gemeentewet.

Artikel 2 Voorwaarden

Onverminderd het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor delangdurigheidstoeslag de belanghebbende die:1. gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat gemiddeld niet hoger isdan 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.2. geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

Artikel 3 Uitsluitingsgronden

1. Geen recht op langdurigheidstoeslag heeft de belanghebbende die gedurende de referteperiode:a. arbeidsverplichtingen opgelegd heeft gekregen vanuit enige sociale wet- of regelgeving;b. een opleiding heeft gevolgd of volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie heeftgevolgd of volgt als bedoeld in de WSF 2000 dan wel ander uit 's Rijks kas bekostigdonderwijs heeft gevolgd of volgt;c. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 onder f, van de wet;d. op grond van artikel 2, lid 3 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 bijstandontvangt op grond van de wet maar zich niet beschikbaar stelt voor arbeid indienstbetrekking omdat hij voornemens is een eigen bedrijf te starten en zich hierop aanhet voorbereiden is. 

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1 De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:a. voor het gezin waarvan alle meerderjarige gezinsleden jonger zijn dan 65 jaar€ 530,00;b. voor een alleenstaande jonger dan 65 jaar € 370,00;

  • 2 In het geval van (een) inwonende ten laste komende kind(eren) tot 12 jaar geldt daarbij eenkindertoeslag van € 100 en bij (een) inwonende ten laste komende kind(eren) tussen 12 en 18 jaareen kindertoeslag van € 200. Als er zowel een ten laste komend kind tussen 0 en 12, als een tenlaste komend kind tussen 12 en 18 jaar tot het gezin behoort, dan geldt de hoogste toeslag. 

  • 3 Voor de toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 6 Intrekken oude regeling

De Verordening Langdurigheidstoeslag Maassluis 2010 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Langdurigheidstoeslag Maassluis 2012,

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 december 2011

de griffier,                        de voorzitter,

 

mr. R. van der Hoek       drs. J.A. Karssen 

Toelichting 1 Toelichting bij de Verordening Langdurigheidstoeslag Maassluis 2012

AlgemeenDeze verordening is opgesteld aan de hand van de notitie "Nieuw minimabeleid in Maassluis". In dezenotitie is ervoor gekozen om vanuit het minimabeleid enerzijds burgers te stimuleren om aan het werkte gaan en anderzijds burgers die dat niet kunnen of niet meer hoeven, extra financieel teondersteunen.Om optimaal te kunnen bijdragen aan deze doelstelling is de langdurigheidstoeslag, een bijzonderevorm van categoriale bijzondere bijstand, hiermee in overeenstemming gebrachtIn artikel 8 WWB is bepaald dat in een verordening de precieze voorwaarden voor delangdurigheidstoeslag, in deze verordening Langdurigheidstoeslag, vastgelegd moeten worden.Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op:- de hoogte van de langdurigheidstoeslag en- de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip langdurig, laag inkomen.De wetgever heeft bepaald dat het recht hierop alleen van toepassing is op personen van 21 jaar ofouder doch jonger dan 65 jaar.De gedachte achter de toeslag is dat personen die (langdurig) een inkomen op het sociaalminimum ontvangen en geen zicht hebben op een inkomensverbetering, geen financiële ruimtehebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven. Dit geldt zowel voor personen die werken alsvoor personen waarvan niet verwacht wordt dat zij binnen afzienbare tijd kunnen gaan werken.Bij het bepalen van het recht op bijzondere bijstand, waar de langdurigheidstoeslag een bijzonderevorm van is, kan geen onderscheid gemaakt worden naar de bron van het inkomen. Dit betekent danook dat werkenden meteen langdurig, laag inkomen voorde langdurigheidstoeslag in aanmerkingkomen.ArtikelsgewijsArtikel 1Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in deWWB. Voor een aantal begrippen, die als zodanig niet in de WWB zelf staan is een definitiegegeven in deze verordening,Voor het begrip 'Inkomen' is een van de WWB afwijkende definitie opgenomen. Nu de wetgeveropdracht heeft gegeven om in de verordening regels te geven voor het begrip 'langdurig, laaginkomen', is de bevoegdheid ontstaan om dit begrip voor de toepassing van artikel 36 lid 1 WWBnader te omschrijven. Met de gebruikte definitie wordt aangesloten bij de in de bestaandeuitvoeringspraktijk gehanteerde (en ook door de wetgever bedoelde) invulling van het begrip Inkomenin artikel 36 lid 1 WWB.Artikel 2Het begrip 'laag Inkomen' wordt ingevuld als een inkomen dat niet hoger is dan 110%van de bijstandsnorm. Door het inkomen 10% boven bijstandsniveau te stellen, worden werkendenmet een laag inkomen in staat gesteld om een beroep te doen op de langdurigheidstoeslag. Met hetstellen van de inkomensnorm op 110% van de bijstandsnorm, wordt daarnaast geanticipeerd op deplannen van het kabinet om de WWB zodanig aan te passen dat bijzondere bijstandsverlening aanburgers met een inkomen boven 110% van de bijstandsnorm niet mogelijk is,Artikel 3Naast de voorwaarde voor het recht op de langdurigheidstoeslag zoals gesteld in artikel 2 van dezeverordening, zijn in artikel 3 de uitsluitingsgronden voor het recht op langdurigheidstoeslag benoemd.Aan de hand van deze uitsluitingsgronden wordt de doelgroep voor het recht op langdurigheidstoeslagbepaald. Hierbij is met name aandacht geschonken aan het uitgangspunt dat het minimabeleid'werken' moet stimuleren. Daarom is er geen recht op langdurigheidstoeslag voor hen die door hetnakomen van de opgelegde arbeidsverplichtingen, dan wel door het volgen van opleiding of scholingin staat geacht moeten worden een hoger inkomen te kunnen verkrijgen.Artikel 4De hoogte van de langdurigheidstoeslag is afhankelijk van de gezinssituatie, namelijk: is er sprakevan een alleenstaande of is er sprake van een gezin. Daarnaast krijgt de alleenstaande of het gezineen toeslag wanneer er sprake is van volledige zorg voor ten laste komende kinderen. In het geval degewijzigde wet WWB nog niet per 1 januari 2012 van kracht is dan geldt voor de overbruggendeperiode dat het begrip 'gezin' gelijkstaat aan het begrip gehuwden in artikel 3 van de WWB,Artikel 5 t/m 8Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.