Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening
CiteertitelVerordening Inrichting Anti-discriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-01-2010aard van de wijziging

19-01-2010

Onbekend

kenmerk voorstel

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Inrichting Antidiscriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening

 

 

Hoofdstuk 1 Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

Artikel 1 Begripsbepaling

1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorziening;

2. Besluit:het Besluit gemeentelijke Anti-discriminatievoorzieningen;

3. De antidiscriminatievoorziening:antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke Anti-discriminatievoorzieningen;

4. Klacht:klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;

5. Klachtenbehandelaar:klachtenbehandelaar als bedoel in artikel 1 van het besluit;

6. Klager:Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;

7. Ingezetene:ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Zorgplicht van college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetene toegang tot een antidiscriminatievoorziening.

Artikel 3 Nieuw Artikel

  • 1

    Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van klachtenbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoen aan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaars de mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • 2

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:

    • 1.

      per post;

    • 2.

      per e-mail;

    • 3.

      telefonisch;

    • 4.

      op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in ieder geval:

  • 1.

    de afdoeningstermijn van de klachten;

  • 2.

    de wijze van afdoening van klachten;

  • 3.

    de registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempelig antidiscriminatievoorziening

  • 1

    Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden

  • 2

    Mensen die een klacht indienen bij de gemeente over discriminatie worden op een goede en doeltreffende manier doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010

Artikel 7 Citeertitel

De verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting Anti-discriminatievoorziening Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorziening.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 19 januari 2010,

De griffier, De voorzitter,

R. van der Hoek J.A. Karssen

 

Toelichting 1 Alegemene Toelichting

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt ‘met in achtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de antidiscriminatievoorziening, bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, onder a.’ De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september 2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening beknopt blijven.

De Handreiking Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van de Algemene Maatregel van Bestuur en deze verordening.Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

Artikel 2

Zoals in het algemene deel van deze toelichting al is aangegeven, is deze zorgplicht opgenomen in artikel 1 van de wet. In wetstechnische zin is het dan ook niet noodzakelijk om deze hier te herhalen. Er is voor gekozen om dat wel te doen, nu deze zorgplicht zozeer de kern van deze regelgeving uitmaakt, dat het opnemen ervan sterk bijdraagt aan de begrijpelijkheid van deze verordening.

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: ‘Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd.’ Ook op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingsprotocol waar klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau Art.1 kan de opleidingen en de cursussen verzorgen.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek al niet-fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een bestaande balie (zie ook toelichting bij artikel 5). Uiteraard kan ook worden afgesproken dat de antidiscriminatievoorziening op locatie aanwezig is, zodat klachten direct bij de voorziening kunnen worden ingediend.

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat burgers de klacht kunnen melden of indienen via sms, telefoon, brief of e-mail.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor te zorgen dat burgers kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: ‘De antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten.’ Daarbij is gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven voor maatwerk.

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet bevinden. De memorie van toelichting geeft het gemeenten vrij staat om daar op een praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale antidiscriminatievoorziening. Ook kan de gemeente aansluiting zoeken bij het regionale discriminatieoverleg (RDO) waar politie, openbaar ministerie en Anti-discriminatievoorzieningen overleg voeren over discriminatie incidenten en deze in zaaksoverzichten opnemen.

Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of meldpunt te maken bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, bijvoorbeeld een loket burgerzaken, slachtofferhulp of Wmo-loket.

Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te geven door een eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijk zijn dat een gemeentelijk loket een luisterend oor en de nodige deskundigheid kan bieden, maar dat het zijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening. In de wet is uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijke loket kan dan ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.Vereisten voor de frontoffice zijn:

  • 1.

    Een loket gefaciliteerd door de gemeente dan wel een gemeenteloket waar klager een klacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening.

  • 2.

    Loketmedewerker dient inzicht te hebben in de materie

  • 3.

    Positie als doorgeefluik helder moet zijn.

Vereisten voor de backoffice:

  • 1.

    Deze worden opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeenten en Anti-discriminatievoorzieningenStrikt juridisch is het niet noodzakelijk om met een front- en backoffice te werken. Daarom hebben wij deze vereisten niet in de modelverordening opgenomen.

Strikt juridisch is het niet noodzakelijk om met een front- en backoffice te werken. Daarom hebben wij deze vereisten niet in de modelverordening opgenomen.Artikel 6Deze bepaling behoeft geen toelichtingArtikel 7Deze bepaling behoeft geen toelichting.