Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar tevens Buitengewoon opsporingsambtenaar |
Citeertitel | Ambtsinstructie voor de leerplichtambtenaar |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-07-2008 | aard van de wijziging | 25-03-2008 Onbekend | Kenmerk voorstel |
Artikel 1. BegripsbepalingenArtikel 2. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuimArtikel 3. LeerlingdossierArtikel 4. Verlof wegens andere gewichtige omstandighedenArtikel 5. Relatief verzuim van leerplichtige jongerenArtikel 6. Absoluut verzuimArtikel 7. (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en niet-leerplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)Artikel 8. Vervangende leerplichtArtikel 9. Vrijstelling van partiële leerplicht wegens het volgen van ander onderwijsArtikel 10. Vrijstelling van de inschrijvingsplichtArtikel 11. Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet isArtikel 12. Aanwijzing deskundigeArtikel 13. Melding aan de Raad voor de KinderbeschermingArtikel 14. Melding aan Bureau Jeugdzorg (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK))Artikel 15. Melding aan de ArbeidsinspectieArtikel 16. JaarverslagArtikel 17. Samenwerking in de regioArtikel 18. Samenwerking met diensten en instellingenArtikel 19. Beleidsontwikkeling Artikel 20. Slotbepalingen
In deze instructie wordt verstaan onder:
directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast, dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet (als bedoeld in artikel 28 WVO, artikel 47a WEC en artikel 8.1.8 WEB);
Artikel 2 Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim
De administratief medewerker neemt namens het college de in- en afschrijvingen van scholen en instellingen als bedoeld in artikel 18 van de wet in ontvangst. De ambtenaar doet zonodig voorstellen aan ons college voor het geven van nadere aanwijzingen aan de directeuren, met het oog op een doelmatige uitwisseling van gegevens.
De administratief medewerker controleert namens het college zo spoedig mogelijk na 1 oktober doch voor 1 december of alle leerplichtigen en partieel leerplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Indien dit niet het geval is, geeft de administratief medewerker de gegevens zo spoedig mogelijk in handen van de ambtenaar, die de acties onderneemt als omschreven in artikel 6 (Absoluut verzuim).
De administratief medewerker controleert of een bericht van afschrijving van de ene school gekoppeld is aan een bericht van inschrijving op een andere school. Indien binnen twee weken geen bericht van inschrijving is ontvangen, neemt de administratief medewerker contact op met de ouders van de (partieel) leerplichtige of de directeur van de ‘oude’ school.
De administratief medewerker draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De ambtenaar bepaalt zonodig welke gegevens uit het leerlingdossier worden overgedragen aan de ambtenaar in de nieuwe woongemeente.
Artikel 4 Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden
De ambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag zo spoedig mogelijk en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die rede-lijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.
Artikel 5 Relatief verzuim van leerplichtige jongeren
De ambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving zo spoedig mogelijk contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de ambtenaar in beginsel ook contact met de jongere zelf.
De ambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig, op eigen initiatief dan wel op verzoek, contact met de directeur van de school of de door de directeur aangewezen functionaris(sen) belast met de begeleiding van de jongere, met medewerkers van de instelling voor jeugdzorg die met de jongere en/of de ouders contact hebben, en met andere personen waarmee het contact van belang kan zijn om de verzuimsituatie zo vlot mogelijk te beëindigen.
Blijkt uit de gesprekken als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op van zijn bevindingen en zendt dit naar de officier van justitie. Indien hij voornemens is proces-verbaal op te maken, roept de ambtenaar de ouders/verzorgers, de jongere van 12 jaar of ouder en de directeur op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken.
De opmaak van een proces-verbaal
De ambtenaar is bevoegd het (laten) opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van- verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van de overtreding; én- een eerste overtreding; én - verzuim van lichte aard is (niet meer dan twee schooldagen).
Zodra de ambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan maakt de ambtenaar proces-verbaal op en zendt dit naar de officier van justitie.
De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
Indien van een administratieve onvolkomenheid niet is gebleken, zoekt de ambtenaar zo spoedig mogelijk contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. In ieder geval indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de ambtenaar tevens contact met de jongere.
Artikel 7 (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en niet-leerplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)
Zodra de ambtenaar kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere dat niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig en nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij proces verbaal (van bevindingen) aan de officier van justitie (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet) dan wel - bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB - een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van de desbetreffende school of instelling.
De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.
De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.
Artikel 8 Vervangende leerplicht
Blijkt aan de ambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke ge-sprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidings¬programma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen een zo kort mogelijke periode worden gevoerd.
De ambtenaar draagt er zorg voor - dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd;- dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en- dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidings-programma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard tijdig over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.
Artikel 9 Vrijstelling van leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs
Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de ambtenaar acht op:- de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het bereiken van een startkwalificatie; en- de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs bij een programma krachtens de partiële leerplicht.
Artikel 10 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht
Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de ambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overlegd, dan deelt de ambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten/geniet.10. De ambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren die 16 jaar of ouder zijn.
Artikel 11 Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet is
Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruikmaakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de ambtenaar contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Artikel 12 Aanwijzing deskundige
De ambtenaar doet aan het college telkens wanneer dat nodig is een voorstel tot aanwijzing van een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring omtrent de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling afgeeft.
Artikel 13 Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming
Indien de ambtenaar proces-verbaal aan de officier van justitie zendt met betrekking tot ouders dan wel een jongere, zendt hij een afschrift van het proces verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming indien hij dat nodig acht of indien de jongere of zijn ouders/verzorgers reeds eerder een proces-verbaal hebben gekregen.
Artikel 14 Melding aan Bureau Jeugdzorg
Indien de ambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg (AMK) sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ou¬ders. Hij neemt het rapport op in het leerlingdossier.
Artikel 15 Melding aan de Arbeidsinspectie
De ambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Arbeidsinspectie met be-trekking tot:
De ambtenaar doet jaarlijks tijdig een voorstel aan het colleges voor het - jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen - verslag aan de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid, alsmede voor de (jaarlijks voor 1 december uit te brengen) effectrapportage met betrekking tot de RMC-taken.
De ambtenaar en de administratief medewerker dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim en de effectrapportage van de bestrijding voortijdig schoolverlaten voor 16 oktober respectievelijk 1 decem-ber, volgend op het schooljaar, beschikbaar zijn.
Artikel 17 Samenwerking in de regio
De ambtenaar voert ten minste viermaal per jaar overleg in het LPA/RMC overleg met de ambtenaren en RMC functionarissen van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet en RMC wetgeving. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg.
De ambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de ambtenaar in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van Maassluis.
Artikel 18 Samenwerking met diensten en instellingen
De ambtenaar werkt samen, zo vaak hij, de betrokken ouders of jongere dat nuttig of wenselijk acht met het oog op een zo goed mogelijk verlopende schoolloopbaan van de jongere met;
Artikel 19 Beleidsontwikkeling
De ambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplicht- en RMC-taken binnen de gemeente en de RMC-regio, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en zorgt voor de verwerking hiervan in voorstellen voor aanpassingen van het gemeentelijke dan wel regionale beleid.
Deze instructie treedt in werking 14 dagen na de dag van bekendmaking in de daarvoor gebruikelijke kanalen. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de ambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.