Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de R.O.G.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de R.O.G.
CiteertitelFinanciële verordening Voorzieningen Gehandicapten NWN
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-06-200515-07-200401-01-2015aard van de wijziging

28-06-2005

De Schakel, 2005-07-20

kenmerk voorstel

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de R.O.G.

De raad van de gemeente Maassluis besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de R.O.G.

Titeldeel 1

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. bestuur: het bestuur van het gemeenschappelijk orgaan Regionale Organisatie Gehandicaptenvoorzieningen Nieuwe Waterweg Noord;

b. directeur:de directeur van de stichting Regionale Organisatie Gehandicaptenvoorzieningen Nieuwe Waterweg Noord;

c. administratie:het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de Organisatie van de R.O.G. en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

d. financiële administratie:het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de R.OG., teneinde te komen tot een goed inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële beheer;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

e. administratieve organisatie:het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

f. financieel beheer:het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen rechten van de R.O.G;

g. rechtmatigheidhet in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en besluiten van het bestuur van het gemeenschappelijk orgaan;

h. doelmatigheidhet realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

 

i. doeltreffendheidde mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titeldeel 1 Begroting en verantwoording

Afdeling 1 Kaderstellen

Artikel 2
  • 1

    Het bestuur stelt een programma-indeling vast;

  • 2

    Het bestuur stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de te leveren goederen en diensten;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3

    Het bestuur stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten vast;

  • 4

    De directeur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door het bestuur, kunnen worden getoetst.

Artikel 3
  • 1

    Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten uit de productraming aan de programma’s;

  • 2

    De onderverdeling van de programma’s in de producten staat vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

Artikel 4
  • 1

    De directeur biedt uiterlijk 1 maart van het begrotingsjaar een notitie aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze notitie worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2

    Het bestuur stelt deze notie uiterlijk 1 mei vast.

Afdeling 1 Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1

    De directeur stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;

  • 2

    De directeur draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie.;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

Afdeling 1 Beheersing en interne controle

Artikel 6 Interne controle

De directeur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt de directeur maatregelen tot herstel.

Afdeling 1 Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1

    De directeur informeert het bestuur door middel van een tussentijdse rapportage (managementrapportage) over de realisatie van de begroting van de R.O.G. over de eerste zes maanden van het lopende boekjaar;

  • 2

    De tussenrapportage wordt aan het bestuur aangeboden vóór 1 september van het opende begrotingsjaar;

  • 3

    De inrichting van de tussentijdse rapportage sluit aan bij de programma-indeling van de begroting;

  • 4

    In de rapportage wordt in ieder geval aandacht besteed aan de eventuele afwijkingen van uitgaven ten opzichte van de begroting.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1

    De directeur legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s. In deverantwoording geeft hij aan:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      welke goederen en diensten zijn geleverd;

    • c.

      wat de kosten zijn;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 2

    Het bestuur bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

Titeldeel 2 Financiële positie

Afdeling 1 Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

  • 1

    De directeur draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe het bestuur heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

Artikel 10

De materiele vaste activa zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden afgeschreven in een termijn en een wijze zoals is vastgesteld door het bestuur bij autorisatie van de begroting.

Artikel 11 Financieringsfunctie

Het bestuur stelt in een treasurystatuut de kaders vast voor de uitvoering van de financieringsfunctie, de taken, bevoegdheden en de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende regels op die zij hanteert voor het dagelijks beheer van koersrisico’s en valutarisico’s, kredietrisico’s en relatiebeheer alsmede de administratie en controle van de financieringsfunctie.

Titeldeel 3 Paragrafen

Artikel 12 Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet de directeur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van:

  • a.

    de kasgeldlimiet;

  • b.

    de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar.

Artikel 13 Bedrijfsvoering

In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf in de jaarrekening wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering evenals actuele ontwikkelingen.

Titeldeel 4 Financiële organisatie en administratie

Artikel 14 Administratie

  • 1

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen bij de R.O.G.;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts.;

    • c.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving.

Artikel 15 Financiële administratie

De directeur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan de R.O.G.

Artikel 16 Financiële organisatie

De directeur draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie is gewaarborgd;

  • b.

    de te maken afspraken met derden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • c.

    de regels voor de verlening van opdrachten van werken en diensten.

Titeldeel 5 Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht tot 15 juli 2004 in werking, met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2005 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

Artikel 18 Citeertitel verordening

Deze verordening kan worden aangehaald als “Financiële verordening Voorzieningen Gehandicapten Nieuwe Waterweg Noord”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis, gehouden op 28 juni 2005,de griffier, de voorzitter,

mr R. van der Hoek J.A. Karssen