Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maassluis

Bezoldigingsverordening 2004-143

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaassluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBezoldigingsverordening 2004-143
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-200401-01-2015aard van de wijziging

01-04-2004

kenmerk voorstel

Tekst van de regeling

Intitulé

Bezoldigingsverordening 2004-143

Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis;gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg;besluiten:vast te stellen de volgende:VERORDENING, regelende de bezoldiging van ambtenaren in dienst van de gemeenteMaassluis (Bezoldigingsverordening 2002).

Artikel 1 Nieuw Artikel

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Bevoegd gezag: naar gelang het bestuursorgaan dat de aanstelling regelt de raad, dan ,wel het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Ambtenaar: degene, die door de gemeenteraad of burgemeester en wethouders isaangesteld om in dienst van de gemeente werkzaam te zijn.

  • 3.

    Salarisniveau: een genummerde en samenhangende reeks van opklimmende bedragenals aangegeven in de bijlage.

  • 4.

    Bezoldiging, salaris en schaal: hetgeen daaronder wordt verstaan in de GemeentelijkeArbeidsvoorwaardenregeling.

  • 5.

    Maximum salaris: het hoogste bedrag van een schaal, dat kan worden bereikt doorjaarlijkse salarisverhogingen.

  • 6.

    Functie: het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtensen overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen.

Artikel 2  

De salarissen van de ambtenaren, die niet bij of krachtens de wet zijn geregeld, wordenvastgesteld op de bedragen volgens de salarisniveaus opgenomen in de bij dezeverordening behorende bijlage A2.

Artikel 3  

  • 1

    Het bevoegd gezag kan met betrekking tot de wijze van uitbetaling van de bezoldigingnadere regels geven.

  • 2

    De ambtenaar wordt bij de betaling van de bezoldiging een berekening verstrekt van hetaan hem uit te betalen bedrag in geld met vermelding van de inhoudingen welke op debezoldiging hebben plaatsgevonden.

  • 3

    Een berekening als bedoeld in het 2e lid behoeft niet te worden verstrekt, indien debezoldiging geen wijziging ondergaat.

Artikel 4  

  • 1

    Aan de ambtenaar die is aangesteld op een niveau, opgenomen in bijlage A2, wordt in hetalgemeen het aanvangssalaris van de voor hem geldende schaal toegekend, behoudensde verdere bepalingen van deze verordening.

  • 2

    Indien de ambtenaar nog niet voldoet aan de eisen van opleiding en ervaring welke aande functie zijn gesteld vindt de vaststelling van het salaris plaats overeenkomstig hetnaast lagere niveau.

  • 3

    Van het bepaalde in lid 1 kan worden afgeweken door het toekennen van een hogersalaris, indien daarvoor naar het oordeel van het bevoegd gezag aanleiding bestaat.

Artikel 5  

  • 1

    Het bevoegd gezag bepaalt de bezoldiging van een ambtenaar met een niet-volledigebetrekking naar evenredigheid.

  • 2

    Voor de berekening van de bezoldiging per dag wordt uitgegaan van het aantal dagen vande desbetreffende maand. Voor de berekening van de bezoldiging per uur wordtaangehouden 1/156 van de bezoldiging per maand, waarbij rekening is gehouden met hetpercentage van de vakantie-uitkering. In geval van niet-volledige betrekking wordt voor detoepassing van de vorige volzin uitgegaan van de bezoldiging waarop bij vervulling van devolledige betrekking aanspraak zou bestaan.

Artikel 6  

  • 1

    Het salaris van de ambtenaar wordt telkens per 1 januari van enig jaar bij voldoendebekwaamheid, voldoende geschiktheid en voldoende dienstijver, met één regel inbetreffende schaal verhoogd. Op grond hiervan wordt aan de ambtenaar een hogersalaris toegekend, op de wijze als is aangegeven in bijlage A2, tot het maximum in zijnniveau is bereikt.

  • 2

    Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 zal niet van invloed zijn op hettijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen.

Artikel 7  

  • 1

    Bij onvoldoende functievervulling, blijkende uit een formele personeelsbeoordeling, kanhet bevoegd gezag onder opgave van redenen besluiten aan de ambtenaar geensalarisverhoging als bedoeld in artikel 6 toe te kennen.

  • 2

    Het bevoegd gezag geeft aan het bepaalde in het vorige lid eerst toepassing nadat deambtenaar is gehoord of daartoe behoorlijk in de gelegenheid is gesteld.

  • 3

    Indien de ambtenaar, aan wie één of meer verhogingen niet of later dan op het daarvoorin artikel 6 bedoelde tijdstip zijn toegekend, daarna naar het oordeel van het bevoegdgezag in meer dan voldoende mate zijn functie vervult, worden de daaruit voor deambtenaar voortvloeiende nadelen geheel of gedeeltelijk ongedaan gemaakt.

Artikel 8  

  • 1

    Aan de ambtenaar, aan wie het bevoegd gezag een taak opdraagt, welke naar hunoordeel niet voortvloeit uit of geen onderdeel uitmaakt van zijn normale functie enwaarvoor niet een toelage of vergoeding bij deze verordening of enig ander besluit isvastgesteld, wordt een door hen vast te stellen toelage of vergoeding toegekend.

  • 2

    Het bevoegd gezag kan aan de toekenning van deze toelage of vergoedingenvoorwaarden verbinden.

  • 3

    Het bevoegd gezag kan een krachtens dit artikel toegekende toelage of vergoedingintrekken of verminderen, indien naar hun oordeel de voorwaarden of omstandigheden,op grond waarvan de toekenning is geschied,niet of niet meer in dezelfde mate aanwezigzijn.

Artikel 9  

Aan een ambtenaar, wiens niveau is vermeld in bijlage A2, die naar het oordeel van hetbevoegd gezag, bijzondere persoonlijke eigenschappen bezit, welke voor de vervulling vanzijn functie van belang zijn, wordt door het bevoegd gezag, hetzij bij eerste aanstelling, hetzijdaarna een toelage van ten hoogste 10% van zijn salaris verleend.

Artikel 10  

Het bevoegd gezag kan voor de benoeming van een ambtenaar diploma- /opleidingseisenstellen.

Artikel 11  

In geval van bevordering en toekenning van persoonlijke toelage als bedoeld in hetBeloningsreglement Gemeente Maassluis wordt de ambtenaar een zodanig salaristoegekend, dat dit in elk geval tenminste één periodieke verhoging hoger is dan het salaris,dat hij op zijn vorige niveau zou hebben genoten.

Artikel 12  

Aan ambtenaren, die in het bezit zijn van een geldig EHBO-diploma en die door het bevoegdgezag zijn aangewezen om in voorkomende gevallen eerste hulp te verlenen, wordt eentoelage toegekend als genoemd in bijlage D2.

Artikel 13  

Aan de ambtenaren, die een functie bekleden waaraan zekere inconveniënten zijnverbonden, kan het bevoegd gezag een toelage toekennen, met dien verstande, dat dezetoelage, afhankelijk van de mate waarin deze inconveniënten in de functie voorkomen,maximaal het in bijlage D2 genoemde bedrag per maand kan bedragen, indien en voorzoverdeze inconveniënten bij de beoordeling van de functie niet of niet voldoende tot uitdrukkingzijn gekomen.

Artikel 14  

  • 1

    Aan de ambtenaren die zonder in ploegendienst werkzaam te zijn, volgens dienstroosteronregelmatige dienst verrichten, wordt boven het salaris een vaste toeslag toegekend.

  • 2

    De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur:

    • 1.

      van maandag tot en met vrijdag tussen 6 en 8 uur en tussen18 en 22 uur 20%;

    • 2.

      zaterdag tussen 6 en 22 uur 40%;

    • 3.

      van maandag tot en met zaterdag tussen 0 en 6 uur en tussen 22 en 24 uur 45%;

    • 4.

      op zondag, en daarmee gelijk gestelde dagen 65% van het salaris per uur van deambtenaar met dien verstande, dat genoemde percentages ten hoogste wordenberekend over het salaris per uur van de ambtenaar die aanspraak heeft op hetmaximumsalaris van niveau 6.

  • 3

    Voor de in het vorige lid onder a. genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage niettoegekend, indien de arbeid niet is aangevangen vóór 7 uur respectievelijk niet isbeëindigd nà 19 uur.

  • 4

    Het bevoegd gezag kan in daarvoor naar hun oordeel in aanmerking komende gevalleneen regeling treffen, welke het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 15  

  • 1

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigenof verminderen van een toelage als bedoeld in artikel 14, een blijvende verlagingondergaat, wordt door het bevoegd gezag een aflopende toelage toegekend, indien:

    • 1.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelagen bedoeld in artikel 9; en

    • 2.

      de ambtenaar de toelage, als bedoeld in artikel 14, direct voorafgaande aan het tijdstipvan vorenbedoelde beëindiging of vermindering daarvan, gedurende ten minste 2 jaarzonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 55 jaar ofouder, wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen ofverminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 14, een blijvende verlaging ondergaat,een blijvende toelage toegekend indien de ambtenaar de toelage als bedoeld in artikel 14direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of verminderingervan, gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijdvan 55 jaar bereikt en hij, onmiddellijk voor de aanvang van die toelage, gedurendetenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage als bedoeld in artikel 16heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbrekingverstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5

    Het bevoegd gezag stelt voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 16  

  • 1

    Aan de ambtenaren die volgens dienstrooster in ploegendienst werkzaam zijn, wordtboven het salaris een vaste toelage toegekend.

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt voor arbeid in tweeploegendienst, verrichtvan maandag tot en met vrijdag 7½%, van maandag tot en met zaterdag 10% en vanmaandag tot en met zondag 12½% van het voor de ambtenaar geldende salaris.

  • 3

    De aanwijzing van de ambtenaar of groepen van ambtenaren die voor de toelage inaanmerking komen, geschiedt door het bevoegd gezag. Daarbij kan van het bepaalde inde vorige leden worden afgeweken, en kunnen terzake aanvullende regels wordengesteld.

Artikel 17  

  • 1

    De ambtenaar die, op grond van het bepaalde in artikel 15:1:10, 2e lid onder c. van deGemeentelijke Arbeidsvoorwaardenregeling, is aangewezen om zich buiten de, voor zijnbetrekking vastgestelde werktijden, beschikbaar te houden ontvangt hiervoor een vastevergoeding.

  • 2

    De ambtenaar die is aangewezen om zich gedurende een periode van vrijdag tot vrijdagbuiten de voor hem vastgestelde werktijden beschikbaar te houden ontvangt hiervoor eenbruto vergoeding als genoemd in bijlage D2.

  • 3

    De ambtenaar die is aangewezen om zich na de, voor zijn betrekking vastgesteldewerktijd op vrijdag tot maandag 8.00 uur beschikbaar te houden ontvangt hiervoor eenbruto vergoeding als genoemd in bijlage D2.

  • 4

    De ambtenaar die een beschikbaarheidsdienst verricht op een algemeen erkendefeestdag, niet zijnde een zaterdag of een zondag, ontvangt hiervoor een bruto vergoedingals genoemd in bijlage D2.

Artikel 18  

  • 1

    Het referte-tijdvak als bedoeld in artikel 7:22:3 van de GemeentelijkeArbeidsvoorwaardenregeling bedraagt drie kalendermaanden of dertien kalenderweken,zodat de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3 van genoemde regeling, de overgangstoelageonregelmatige dienst, alsmede de prestatiebeloning slechts geacht wordt te behoren totde bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaandenof in de dertien kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tothet vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week istoegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van deambtenaar per maand of per week wordt uitbetaald.

  • 2

    Voor zover de ambtenaar op evenbedoelde datum minder dan drie maanden of dertienweken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeldper maand of per week is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van deverhindering in dienst is geweest.

Artikel 19  

In gevallen waarin toepassing van deze verordening naar hun oordeel ernstige bezwarenzou opleveren of waarvoor in deze verordening geen voorziening is getroffen is het bevoegdgezag bevoegd daarin te voorzien.

Artikel 20  

Indien in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA)overeenstemming wordt bereikt met de centrales van overheidspersoneel omtrentmaatregelen de bezoldiging betreffende, stelt het bevoegd gezag voor het personeel indienst van de gemeente overeenkomstige besluiten terzake vast.

Artikel 21  

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de vaststelling

  • 2

    De Bezoldigingsverordening 1993 komt hiermee te vervallen.

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethoudersvan de gemeente Maassluis, gehouden op 28 mei 2002.De secretaris, De burgemeester,mr. A.J.T. Korthout drs. J. Sterkenburg-Versluis.1e wijziging vastgesteld bij B. en W.-besluit d.d. 9 juli 2002.Datum inwerkingtreding van de bijlagen A1 en D11 februari 2002 met terugwerkende kracht.Datum bekendmaking: 12 juli 2002.2e wijziging vastgesteld bij B. en W.-besluit d.d. 2 september 2003.Datum inwerkingtreding van de bijlage A2 bezoldiging 1 april 2003Datum inwerkingtreding van de bijlage D2 vergoedingen 1 april 2003Datum bekendmaking: 29 september 2003.3e wijziging vastgesteld bij B en W-besluit d.d. 24 februari 2004Datum inwerkingtreding van de bijlage D3 vergoedingen 1 april 2004Datum bekendmaking: 29 maart 2004