Organisatie | Maassluis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening klachtenprocedure Ongewenste Omgangsvormen. |
Citeertitel | Klachtenprocedure ongewenste omgangsvormen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-04-1998 | aard van de wijziging | 01-01-1901
| kenmerk voorstel |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. ambtenaar: de ambtenaar/werknemer in de zin van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling van de gemeente Maassluis.De verordening dient ook van toepassing te zijn op anderszins aan de gemeente verbonden personeel.b. ongewenste omgangsvormen:Hetgeen hierover is vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet zoals; ongewenst gedrag, verbaal, fysiek of non-verbaal, dat opzettelijk of ongewild tot gevolg heeft dat:a. een onaangename, intimiderende of vijandige werksituatie ontstaaten/ofb. een verstoring van arbeidsprestaties optreedt bij degene die het gedrag ondergaat;c. commissie:de klachtencommissie ongewenste omgangsvormen;d. de vertrouwenspersoon:de vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen of diens plaatsvervanger;e. klachten:een door een ambtenaar/werknemer tegen één of meerdere ambtenaren ingediende klacht op grond van ongewenste omgangsvormen op de werkplek;f. klager:degene die de klacht indient;g. aangeklaagde:degene over wiens gedrag een klacht is ingediend.
Hoofdstuk II De Klachtencommisie
Bij de gemeente Maassluis wordt een klachtencommissie ongewenste omgangsvormen ingesteld en wordt tevens een vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen aangewezen.
a. een vertegenwoordiger vanuit of namens het Managementteam of een door hem/haar aan te wijzen plaatsvervanger;b. een deskundige met kennis van emotionele aspecten van ongewenste omgangsvormen;c. een in overleg met de werknemersvertegenwoordiging van de commissie voor het G.O. en gehoord de MC/OR aan te wijzen ambtenaar.
De commissie heeft tot taak:a. het onderzoeken van klachten;b. het adviseren aan het college van B&W inzake de met betrekking tot de klacht te nemen maatregelen;c. het informeren van zowel klager als aangeklaagde van het verloop van de procedure.
De commissie heeft de bevoegdheid tot:a. het horen van getuigen en anderen die inlichtingen kunnen verschaffen omtrent omstandigheden waaronder de ongewenste omgangsvormen hebben plaatsgevonden;b. het horen van de vertrouwenspersoon;c. het raadplegen van andere terzake deskundigen;d. het verkrijgen van overige informatie die de commissie van belang acht voor de oordeelsvorming.
De secretaris bereidt in overleg met de voorzitter de vergaderingen van de commissie voor, verzorgt de uitnodigingen voor de vergaderingen en de verslaglegging, registreert de klachten, houdt een overzicht bij van de aard en het aantal van de behandelde lachten, houdt terzake een vertrouwelijk archief bij en verricht voorts al die werkzaamheden, die nodig zijn om de commissie goed te laten functioneren. De secretaris concipieert in overleg met de voorzitter de adviezen aan het college van B&W. De secretaris kan aan de besprekingen deelnemen, doch heeft geen stemrecht.
Hoofdstuk III De vertrouwenspersoon
Het college van B&W wijst op voorstel van het stafbureau Personeel en Organisatie een ambtenaar als vertrouwenspersoon aan alsmede een plaatsvervanger. Deze dient te beschikken over specifieke kennis en vaardigheden om medewerkers op deskundige wijze bij te staan, te informeren en te adviseren.Hij/zij maakt geen deel uit van de klachtencommissie.
De vertrouwenspersoon heeft tot taak:a. het aanhoren van hetgeen is voorgevallen;b. het omgaan met de daarbij optredende emoties;c. de klager wijzen op de mogelijkheden om verdere actie te ondernemen;d. het desgevraagd begeleiden en ondersteunen van de klager;e. het doorverwijzen naar externe deskundigen als verdere opvang noodzakelijk is;f. het informeren van het hoofd van dienst over de klacht;g. het administreren van klachten;h. het adviseren zowel gevraagd als ongevraagd aan de organisatie;i. het verzorgen van voorlichting in verband met preventie;j. de objectiviteit te garanderen.
Artikel 10 Indiening van de klacht
Klachten kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend bij de secretaris van de commissie onder vermelding van:a. een omschrijving van de ongewenste omgangsvormen;b. naam van de aangeklaagde(n);c. de terzake door klager ondernomen stappen en eventueel daarop betrekking hebbende schriftelijke stukken.
De secretaris van de commissie zendt afschriften van de klacht alsmede van aan de commissie overgelegde stukken door aan de klager en de aangeklaagde. Het betreffende sectorhoofd wordt uitsluitend geïnformeerd met instemming van klager.
Van de hoorzittingen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt niet vastgesteld dan nadat degene die gehoord is, het verslag voor accoord heeft getekend. Indien geen accoord over de verslaglegging kan worden bereikt, dan wordt het voor gezien getekend waarbij wordt aangegeven tegen welke onderdelen bezwaar bestaat.
Als de commissie na ontvangst van de klacht binnen 8 weken niet tot een advies kan komen, kan de behandelingstermijn met maximaal 4 weken worden verlengd. De klager, de aangeklaagde en het betreffende hoofd van dienst krijgen hiervan schriftelijk bericht. Hierbij wordt het tijdstip vermeld waarop het advies vermoedelijk zal worden uitgebracht. Afschriften van het advies worden aan de klager en de aangeklaagde toegezonden alsmede aan het betreffende sectorhoofd.
Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de commissie stelt het college van B en W zowel de klager als de aangeklaagde vertrouwelijk in kennis van het met redenen omkleed besluit dat naar aanleiding van het advies van de commissie is genomen. Het college van B en W informeert de commissie en het betreffende sectorhoofd.
Iedere ambtenaar/werknemer die op de hoogte is van feiten dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken met betrekking tot de klacht is verplicht tot geheimhouding. Het niet voldoen aan de geheimhoudingsplicht resulteert in plichtsverzuim in de zin van het bepaalde in hoofdstuk 16:1:1 van de Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling van de gemeente Maassluis. Voor anderszins aan de gemeente verbonden personeel is het bepaalde van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
De op een ingediende klacht betrekking hebbende stukken zullen na ongegrond te zijn verklaard, in het kader van ministerieel voorschrift "Lijst voor vernietiging in aanmerking komende stukken in gemeente-archieven" na 1 jaar worden vernietigd. Bij gegronde verklaringen worden deze stukken 5 jaar bewaard/gearchiveerd.
Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat degene die, hetzij een klacht heeft ingediend in het kader van deze verordening, hetzij is opgetreden als vertrouwenspersoon, hetzij is opgetreden als lid van de commissie, daardoor niet wordt benadeeld in zijn positie als ambtenaar/werknemer.
Eenmaal per jaar brengt de commissie aan het college van B en W verslag uit over het aantal behandelde klachten, de aard daarvan en de terzake door de commissie gegeven adviezen. Dit verslag wordt opgenomen in het sociaal jaarverslag van de gemeente Maassluis.
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Klachtenprocedure ongewenste omgangsvormen" en treedt in werking met terugwerkende kracht op 1 januari 1996.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Maassluis,gehouden op 9 april 1996,
mr. A.J.T. Korthout drs. J. Sterkenburg-Versluis.
In deze verordening zijn de volgende wijzigingen verwerkt:1e wijziging vastgesteld op 7 april 1998, datum bekendmaking 9 april 1998, in werking getreden op 25 april 1998.