Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Vaarwegverordening Gelderland 2009 |
Citeertitel | Vaarwegverordening Gelderland 2009 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | water, wegen |
Geen.
Provinciewet, art. 105 juncto art. 146
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-11-2009 | Nieuwe regeling | 11-11-2009 Provinciaal Blad 2009/147 | PS2009-593 |
Provinciale Staten stellen voor de uitvoering van het vaarwegbeheer jaarlijks een vergoeding aan het Waterschap Rivierenland en aan het Waterschap Rijn en IJssel beschikbaar. De omvang van de vergoeding wordt bepaald door toepassing van de in de leden 2 en 3 van dit artikel genoemde percentages op het saldo van baten en lasten van genoemd beheer zoals vastgesteld in de jaarrekening van het waterschap.
b. In de bijdrage worden betrokken:
- de personele, materiele en overige uitgaven voor zover zij naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in redelijkheid tot de kosten van het vaarwegbeheer kunnen worden gerekend. - de ontvangen sluisgelden en overige inkomsten betreffende het vaarwegbeheer.
c. Niet in de bijdrage worden betrokken:
- de toerekening aandeel werkplaats; - de toerekening aandeel zanddepots.
d . Voor het aandeel bestuurskosten wordt maximaal 10% van de jaarlijkse brutolasten, exclusief kapitaallasten, doorberekend. Tot de bestuurskosten worden gerekend de doorberekeningen bestuur, secretarie en technische binnendienst.
Indien bij de uitvoering van baggerwerken sprake is van saneringsplichtige bagger en er een relatie bestaat tussen het gebruik van de Linge of Oude IJssel als vaarweg en de tot de saneringsplicht leidende waterbodemverontreiniging, kunnen de meerkosten als gevolg van de saneringsplicht voor een bijdrage in aanmerking worden gebracht. De hoogte van de bijdrage wordt bepaald door de mate waarin de scheepvaart veroorzaker is van de tot saneringsplicht leidende waterbodemverontreiniging.
Het college van dijkgraaf en heemraden van de waterschappen en Gedeputeerde Staten overleggen ieder jaar over de begroting en de meerjarenraming betreffende het vaarwegbeheer.
De artikelen 108 en 109 van de Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing op het vaarwegbeheer.
Dit artikel geeft een omschrijving van enkele begrippen die in de verordening voorkomen. De activiteiten die verband houden met vaarwegbeheer kunnen onder meer gericht zijn op: voldoende vaardiepte, voldoende vaarbreedte, beperkte stroomsnelheden, het beschermen van de oever tegen golfslag die schepen teweeg brengen, een niet door kunstwerken belemmerde doorvaart (zowel waterstaatkundige werken als infrastructurele voorzieningen, een niet door ijs belemmerde doorvaart, geringe peilfluctuaties (in verband met doorvaarthoogte), afwezigheid van drijfvuil, het bieden van aanlegmogelijkheden door vaartuigen, opvang van afgewerkte olie en de inhoud van chemische toiletten. Het nautisch beheer kan geschieden in het belang van: het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer, het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid ervan, het voorkomen of beperken van schade.
Het nautisch beheer van de Linge is door Provinciale Staten aan college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland opgedragen.
De financiële uitgangspunten zoals die tot nu toe worden gehanteerd met betrekking tot oeverbescherming en scheepvaartvoorzieningen zijn overgenomen in dit artikel. Voor de verdeling van de kosten van de baggerwerken moet een onderscheid gemaakt worden in:
Voor zover het bagger betreft welke moet worden verwijderd om het profiel voor de scheepvaart in stand te houden worden de kosten geheel door de provincie vergoed. Dit wordt nautische bagger genoemd. Daarnaast wordt er gebaggerd om redenen van waterkwantiteit, om het kwantiteitsprofiel van de vaarweg in stand te houden. Dit heet kwantiteitsbagger. Als het scheepvaartprofiel groter is dan het kwantiteitsprofiel zullen de extra te maken kosten van baggerwerk ten laste komen van de scheepvaart. Onder de kosten die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten in redelijkheid aan het vaarwegbeheer kunnen worden toegerekend, worden in ieder geval verstaan alle directe kosten, kapitaallasten, personeelslasten, doorbelastingen (van ondersteunende afdelingen en producten), overhead en overige uitgaven.
Het komt voor dat de waterschappen in opdracht van gemeenten, de provincie of Staatsbosbeheer werkzaamheden verrichten. Het waterschap ontvangt hiervoor bijdragen. Deze bijdragen worden verrekend met de kosten, gemaakt in het kader van het vaarwegbeheer.
De provincie is verantwoordelijk voor het vaarwegbeheer. Deze verantwoordelijkheid wordt niet aan het waterschap overgedragen nu de uitvoering van deze taak in medebewind bij het waterschap wordt gelegd. Om inhoud te kunnen geven aan die verantwoordelijkheid is het noodzakelijk dat de provincie, in casu Gedeputeerde Staten, nadere regels kunnen stellen aangaande de wijze waarop het vaarwegbeheer wordt uitgevoerd.