Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Verordening begraafplaatsrechten 2012.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening begraafplaatsrechten 2012.
CiteertitelVerordening begraafplaatsrechten 2012.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-12-201101-01-2013Onbekend

08-11-2011

Gemeenteblad 2011, nr. 67

XE11040522

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2012.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat de raad van de gemeente in zijn vergadering van 8 november heeft vastgesteld de volgende

Artikel 1. Aard en voorwerp van de heffing.

Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven.

Artikel 2. Begripsbepalingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats:

    elk in de gemeente Eindhoven als gemeentelijke begraafplaats aangewezen terrein;

  • b.

    bijzonder graf:

    een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 30 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • c.

    graf:

    een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • d.

    kindergraf:

    een graf op het daarvoor bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot begraven wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • e.

    graf op het urnenveld:

    een graf op het voor urnenveld bestemde gedeelte van een begraafplaats, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek voor telkens niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • f.

    columbarium:

    een bouwwerk, waarin urnen in aparte elementen worden geplaatst, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek telkens voor niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • g.

    urnentuin:

    een speciaal ingerichte tuin, waarin urnen bovengronds worden geplaatst, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht tot het plaatsen van een urn wordt verleend voor 20 jaren, welk recht op verzoek telkens voor niet langer dan 10 jaren kan worden verlengd;

  • h.

    asverstrooiingsplaats:

    een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    asbus:

    een gesloten bus, bevattende de as van een lijk, als bedoeld in het Crematiebesluit;

  • j.

    grafteken:

    op graven aanwezige kruisen, zerken en andere gedenktekenen.

  • k.

    urn:

    een voorwerp ter berging van één of meerdere asbussen.

Artikel 3. Belastingplicht.

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4.

4.1

Voor het begraven van een lijk wordt geheven, indien het geschiedt in een bijzonder graf of een graf of een kindergraf

€269,-

4.2

Voor het bijzetten van een asbus of een urn wordt geheven, indien het geschiedt in een bijzonder graf of een graf of een kindergraf of een graf op een urnenveld, of in het columbarium

€135,-

4.3

Voor het verstrooien van as op de asverstrooiingsplaats wordt per asbus geheven

€135,-

4.4

Voor het begraven van een lijk, het bijzetten van een asbus of het verstrooien van as als in de vorige leden van dit artikel bedoeld worden de tarieven verhoogd met 50% indien zulks geschiedt op zaterdagen, alsmede wanneer dit plaats heeft op werkdagen vóór 08.00 uur en na 16.00 uur

€135,-

4.5

Voor het bijzetten van een onvoldragen vrucht in de ossuaria wordt geheven

€135,-

4.6

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:

 

 

uit een bijzonder graf

€135,-

 

uit een graf

€135,-

 

uit een kindergraf

€135,-

 

uit een graf op een urnenveld

€135,-

 

uit het columbarium

€135,-

4.7

voor het weer terugplaatsen van de asbus, na verwijdering van de asbus als bedoeld in 4.6, wordt geheven

€ 135,-

Artikel 5.

5.1 Voor het recht tot begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien het betreft:

 

een bijzonder graf

€15.331-

 

een graf

€1.603,-

 

een kindergraf

€802,-

 

een graf op het urnenveld

€802,-

 

een plaats in het columbarium

€802,-

 

een plaats in de urnentuin

€802,-

5.2Bij verlenging van het recht tot het begraven en het plaatsen van een urn in een graf, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 10 jaren wordt geheven:

 

voor een bijzonder graf

€5.111,-

 

voor een graf

€802,-

 

voor een kindergraf

€401,-

 

voor een graf op het urnenveld

€401,-

 

voor een plaats in het columbarium

€401,-

 

voor een plaats in de urnentuin

€401,-

5.3 In geval van verlenging middels bijzetting voor korter dan 20 jaar, wordt voor elk jaar – een gedeelte van een jaar voor een geheel gerekend – 1/20 gedeelte (of 1/30 gedeelte bij een bijzonder graf) van de onder 5.1 genoemde bedragen gerekend.

Artikel 6.

Voor het beschikbaar stellen van de aula voor de duur van maximaal 2 uur of een gedeelte daarvan wordt geheven:

Voor elk volgend uur of een gedeelte daarvan wordt geheven 50% van dit tarief

€  269,-

Artikel 7.

Voor het reserveren van een graf als bedoeld in artikel 2 wordt per jaar geheven,

indien het betreft:

een bijzonder graf

€499,-

een graf

€79,-

een plaats in het columbarium

€39,50

een plaats in de urnentuin

€39,50

een graf in een urnenveld

€39,50

Onder jaar is te verstaan een tijdvak van twaalf achtereenvolgende maanden.

Artikel 8. Wijze van heffing.

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid.

  • 1.

    De rechten, bedoeld in de artikelen 4 en 6 worden verschuldigd bij de aanvang van de gevraagde dienstverlening.

  • 2.

    De rechten, bedoeld in de artikelen 5 en 7 worden verschuldigd bij de aanvang van de in die artikelen genoemde tijdvakken, waarover de rechten worden geheven.

Artikel 10. Termijn van betaling.

  • 1.

    1.In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafplaatsrechten.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    De Verordening begraafplaatsrechten 2011, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten 2012".

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2011

Eindhoven, 20 september 2011.

 

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

, burgemeester.

, secretaris.

 

Uitgegeven, 28 november 2011.

Mij bekend,

de gemeentesecretaris van Eindhoven,

mw. drs. P.M. Pistor.

 

jhi/XE11040522