Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2011 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Boxmeer 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2011 | 11-03-2013 | Nieuwe regeling | 20-10-2011 Boxmeers Weekblad 22-11-2011 | FZ 13856 -2.07.515 |
Titeldeel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewetb. Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;c. Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212;d. Reisregeling Binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;e. Reisregeling Buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;f. Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;g. Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;h. Burgerraadslid: het burgerraadslid als bedoeld in artikel 1, lid f van de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Boxmeer van 1 mei 2010.
Titeldeel 1 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde maximum.
2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 5 Zakelijke reiskosten
Aan het raadslid en onderscheidenlijk het burgerraadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.1. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:a. Bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;b. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid onderscheidenlijk het commissielid/burgerraadslid vergoed, waarbij de bepalingen van de reisregeling binnenland van toepassing zijn.
Artikel 7 Buitenlandse excursie of reis
Het presidium kan aan een raadslid toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Het presidium kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.1. de in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 8 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid, onderscheidenlijk het commissielid/burgerraadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 10 Computer en internetverbinding
Op aanvraag verleent het college een raadslid voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een vergoeding voor:Aanschaf en/of gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en sofware. Voor de tegemoetkoming wordt uitgegaan van de door het UWV vastgestelde normbedrag voor de aanschaf van een computer en toebehoren.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Artikel 13 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 14 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 17 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
De artikelen 1 tot en met 7, 8 eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Titeldeel 1 Voorziening voor commissieleden
Artikel 18 Vergoeding bijwonen commissievergaderingen door Burgerraadsleden
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissiea. Als raadslid of wethouder;b. Uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;c. Als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
Titeldeel 1 De procedure van declaratie
Artikel 19 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:a. Betaling uit eigen middelen; ofb. Rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; ofc. Een gemeentelijke creditcard.