Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen 2005 Gemeente Breda |
Citeertitel | Verordening op het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen 2005 Breda |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligeid |
Deze regeling is ingetrokken door het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2017.
Deze regeling is vervangen door de Verordening beheer gesloten begraafplaatsen gemeente Breda 2017.
Deze verordening vervangt alle voorgaande verordeningen van de begraafplaatsen.
Uitvoeringsbesluit voor grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Breda 2005
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2004 | 01-07-2017 | Nieuwe regeling | 09-11-2004 Het Stadsblad Breda, 09-11-2004 | 24180 |
Het beheer van de begraafplaatsen wordt gevoerd door de vakdirecteur Buitenruimte onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:
Op begraafplaats de Lichtenberg wordt uitsluitend gelegenheid gegeven tot het begraven en bijzetten van overleden personen, afkomstig uit de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken, dan wel van overleden personen die in de 25 jaar voorafgaande aan het overlijden tenminste 5 jaar in de voormalige gemeente Nieuw- Ginneken woonachtig zijn geweest:
Burgemeester en wethouders kunnen van het eerste en tweede lid afwijken en kunnen nadere regels stellen, welke worden omschreven in het uitvoeringsbesluit grafbedekkingen en het Indelingsbesluit welke onderdeel uitmaken van deze verordening. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.
De administratie bevat een register van alle rechthebbenden van de graven, met hun namen, adressen, datum van geboorte en datum van overlijden. In dit register wordt tevens vermeld de dag van de begraving, het gedeelte van de begraafplaats waarin dat is geschied en het nummer van het graf. Dit register is niet openbaar.
Eigen graven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaren. Deze termijn kan steeds met een termijn van 10 jaar worden verlengd op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn wordt ingediend.
Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een aanvraag tot begraving daartoe aan de beheerder te worden overlegd. De aanvraag tot begraving moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze zelf de overledene is, door degene die in de uitvaart voorziet.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn van 10 jaar na deze begraving of bijzetting . De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.
Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:
alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaatsen de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.
Rechthebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Lijkomhulselbesluil, staan op de 'witte lijst' van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsenen (LOB).
Het grafrecht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, alsmede het aanbrengen of onderhoud van heesters of andere beplantingen kan het college van burgemeester en wethouders nadere regels stellen omschreven in het uitvoeringsbesluit. Deze regels kunnen verschillen voor de te onderscheiden vakken en rijen graven.
Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij onverlet het recht van het college van burgemeester en wethouders tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van een bijzetting of opgraving, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende.
Een rechthebbende is verplicht te gedogen, dat het op een graf aanwezige monument, grafsteen, zerk of ander gedenkteken of beplanting door en voor rekening en risico van het bestuur tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden noodzakelijk is.
Ingezetenen en personen die in de gemeente een belang hebben kunnen via de Regeling klachtenbehandeling Breda een schriftelijke klacht indienen bij de algemeen directeur van de Dienst Stadsbeheer omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaatsen.
Door vestiging van een grafrecht of gebruik van een grafruimte onderwe rpt een rechthebbende zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.
Op verzoek wordt een exemplaar van deze verordening éénmalig aan de belang hebbende verstrekt; meerdere exemplaren zijn tegen betaling verkrijgbaar.
In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.
Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de begraafplaatsen.