Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening dode gezelschapsdieren gemeente Veenendaal |
Citeertitel | Verordening dode gezelschapsdieren Veenendaal |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Deze verordening vervangt de Destructieverordening, zoals vastgesteld door de raad op 8 juni 1995
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2012 | nieuwe regeling | 02-02-2012 Veenendaalse Krant, 2012-02-15 | 2011, 2011.00077-2f |
Deze verordening verstaat onder:
gezelschapsdieren: dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièrevogels, duiven en vissen.
Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren tot de categorie gezelschapsdieren indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden.
Landbouwhuisdieren zoals runderen, schapen, (dwerg)geiten, varkens, hangbuikzwijnen en herten worden niet gerekend tot de categorie gezelschapsdieren.
Het college wijst één of meer verzamelplaatsen aan, waar dode gezelschapsdieren in ontvangst worden genomen.
Artikel 4 Begraven, cremeren, tussenkomst dierenarts
De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing indien:
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2011
de heer mr. E.J. Kruijswijk Jansen - raadsgriffier
de heer mr. T. Elzenga - voorzitter
TOELICHTING OP DE VERORDENING DODE GEZELSCHAPSDIEREN GEMEENTE VEENENDAAL
De destructie van dode dieren en dierlijk afval dient de hygiëne en voorkomt zoveel mogelijk dat de gezondheid van mensen in gevaar komt. Ook de verspreiding van besmettelijke dierziekten wordt hierdoor beperkt.
Per 1 januari 2008 is de Destructiewet op basis waarvan een gemeente een Destructieverordening moest hebben, ingetrokken. Bovengenoemde zaken zijn vanaf dat moment geregeld in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD). Destructie heet in deze wet “verwerking”.
Artikel 81 h van de GWWD verplicht tot een gemeentelijke verordening waarin regels gesteld zijn ten aanzien van het afgeven, bewaren, ophalen en het overdragen van dode gezelschapsdieren aan de ondernemer (= eigenaar of exploitant van een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit erkend categorie 1-verwerkingsbedrijf of een categorie 2-verwerkingsbedrijf (artikel 81e GWWD)) binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevindt.
Werd onder de Destructiewet uitsluitend gesproken over honden en katten, in de GWWD is sprake van gezelschapsdieren. Gezelschapsdieren zijn dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièrevogels, duiven en vissen.
Gezelschapdieren hoeven overigens op grond van de GWWD niet overgedragen te worden maar mogen ook begraven of gecremeerd worden.
Voor gezelschapsdieren die de houder laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, zorgt de dierenarts dat dit dier ter verwerking wordt aangeboden.
De Gezondheids- en welzijnswet voor dieren bevat geen nadere bepalingen over de aangifte, bewaring, het ophalen en vervoer en de overdracht van dode gezelschapsdieren. Een gemeentelijke verordening is de plaats waar eenvoudige regels hierover moeten staan.
Het college dient één of meer verzamelplaatsen aan te wijzen.
Artikel 3 Aangeven, bewaren, ophalen en overdragen
Met de bepaling in artikel 3, tweede lid wordt bedoeld, dat dode gezelschapsdieren niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden, touw en kleden.
Artikel 4 Begraven, cremeren, tussenkomst dierenarts
Het is toegestaan dode gezelschapsdieren te begraven op het terrein van de houder. Ook als ze worden verast in een crematorium of bij een dierenarts inslapen hoeven dode gezelschapsdieren door de houder niet te worden afgestaan aan een aangewezen verzamelplaats.
Artikelen 5 (Intrekking oude regeling), 6 (Inwerkingtreding) en 7 (Citeertitel)