Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 229, lid 1; Wet milieubeheer, art. 15.33
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 22-12-2011 | Nieuwe regeling | 08-11-2011 De Nieuwsbode, 23-11-2011 | Nr. 747 |
De raad van de gemeente Zeist;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2011;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2012.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Indien het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel in de loop van het jaar wijziging ondergaat, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de wijziging nog volle kalendermaanden overblijven en bestaat uit het verschil, in het tarief over die periode, tussen de eerder vastgestelde belastingschuld en de belastingschuld na wijziging, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan , meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 1.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Artikel 17 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan , meer is dan € 50,-, doch minder is dan € 1.500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 19 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
1.1 De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1.1.1 Bij gebruik daarvan door 1 persoon € 153,60
1.1.2 Bij gebruik daarvan door 2 personen € 180,00
1.1.3 Bij gebruik daarvan door meer dan 2 personen, maar niet
1.1.4 Bij gebruik daarvan door meer dan 10 personen, maar niet
1.1.5 Bij gebruik daarvan door meer dan 25 personen, maar niet
meer dan 50 personen € 1749,00
1.1.6 Bij gebruik daarvan door meer dan 50 personen € 7115,40
1.2 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt vermeerderd
voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belas-
tingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in
bruikleen hebben van meer minicontainers dan de twee van
gemeentewege aan het perceel verstrekte minicontainers:
Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten
2.1 Het recht voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van
beperkte omvang of hoeveelheid bedraagt per belastbaar feit per belastingjaar:
2.1.1 indien éénmaal per week wordt ingezameld € 292,80
2.1.2 indien tweemaal per week wordt ingezameld € 528,60
2.1.3 indien éénmaal per twee weken wordt ingezameld € 168,60
2.2 In afwijking van het bepaalde in 2.1 bedraagt het recht per
belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan
wel het ledigen van minicontainers van maximaal 240 liter
en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen
2.2.1 het betreft éénmaal alternerend per week gescheiden middels
2.2.2 het betreft éénmaal per twee weken:
2.2.2.1 middels één minicontainer € 168,60
2.2.2.2 middels twee minicontainers € 292,80
2.3 De tarieven reinigingsrechten zoals weergegeven in hoofdstuk 2 van deze tarieventabel zijn inclusief 19% BTW.