Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011
CiteertitelVerordening precariobelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 216
  2. Gemeentewet, art. 217
  3. Gemeentewet, art. 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201101-01-2012Tarieventabel

14-03-2011

Gemeenteblad, 2011, 14

2011/038

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college;

  • -

    gelet op de artikelen 216, 217 en 228 van de Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de “Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2011”.

luidende als volgt:

 

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

    • a.

      jaar: een kalenderjaar;

    • b.

      maand: een kalendermaand;

    • c.

      week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

    • d.

      dag: een periode van 24 uur, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan.

    • e.

      dag bij hoofdstuk 6 (code 60 en 62):een periode van 24 aaneengesloten uren;

    • f.

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon één of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben.

Artikel 2 Belastbare feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar, bedraagt de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na aanvang van de belastingplicht nog volle maanden van het kalenderjaar resteren.

  • 3.

    In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontheffing

Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de belastingplicht eindigt voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het over een jaar verschuldigde bedrag als er na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden van het belastingtijdvak resteren, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 6 Tarief en berekening van de belasting

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de tarieven, voorkomende in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    Bij de berekening van de belasting worden, gedeelten van eenheden van tijd, lengte-, oppervlakte- of inhoudsmaat, waarover de tarieven worden berekend, voor één geheel gerekend.

  • 3.

    Bij de toepassing van tarieven, waarbij de oppervlakte bepalend is voor de hoogte van de belasting, wordt deze oppervlakte, tenzij anders bepaald, berekend naar de horizontale projectie van het belastbaar object.

  • 4.

    De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen worden gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 5.

    Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij artikel 5 van overeenkomstige toepassing is.

  • 6.

    Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief kan worden toegepast, wordt het tarief, dat het hoogste bedrag tot uitkomst geeft, gehanteerd.

  • 7.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 8.

    Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

  • 9.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen precariobelasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 7 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • b.

    het hebben van voorwerpen of werken, waarvan de aanwezigheid krachtens een algemeen werkende concessie moet worden gedoogd;

  • c.

    het hebben van voorwerpen of werken welke aan de gemeente in eigendom behoren en bij haar in gebruik zijn ten behoeve van de door de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen;

  • d.

    het gebruik van de openbare gemeentegrond en het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, voorzover reeds uit andere hoofde, anders dan reclamebelasting, een vergoeding is verschuldigd;

  • e.

    het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • f.

    het hebben van postzegel- en andere automaten, alsmede leidingen, ten dienste van de TNT NV;

  • g.

    het hebben van voorwerpen van Essent NV;

  • h.

    buizen, kabels en draden ten behoeve van aansluitingen voor gas, elektriciteit, water, riolering, telefoon of televisie, welke rechtstreeks aansluiten op buizen, kabels of draden van de gemeente, het waterleidingbedrijf, Essent NV, of KPN Telecom;

  • i.

    het hebben van voorwerpen, gebruikt voor activiteiten met een niet- commercieel oogmerk, waarbij niet op geld waardeerbare transacties plaatsvinden;

  • j.

    het hebben van een gesaneerde olietank waarvoor een saneringsbewijs is afgegeven;

  • k.

    het hebben van voorwerpen ten behoeve van zogenaamde Warmte Koude Opslag-systemen, waarbij grondwater wordt gebruikt voor het verwarmen en koelen van gebouwen;

  • l.

    het gebruik van de openbare gemeentegrond voor straat-/buurt-wijkactiviteiten, die al dan niet zijn gesubsidieerd door Verrijk je Wijk/Stad en georganiseerd zijn voor en/of door de bewoners ter bevordering van de sociale cohesie en leefbaarheid.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting wordt verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak of, zo dit later is, op het tijdstip waarop het hebben van voorwerpen een aanvang neemt.

Artikel 9 Betaaltermijn

De belasting is invorderbaar in één termijn, welke vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 12 Slotbepalingen en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2011.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 3.

    De "Verordening precariobelasting 2009 (eerste wijziging)" van 12 november 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening precariobelasting 2011”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage

De tarieventabel 2011 als bedoeld in artikel 2 van de "Verordening precariobelasting 2011".

Hoofdstuk 1 Bouwmaterialen en dergelijke

Code

11

door materialen, grond, puin, keten, loodsen, schaftwagens, containers, werktuigen, stellingen of steigers en dergelijke ingenomen openbare grond ten dienste van enig bouw-, onderhouds- of sloopwerk, alsmede voor het verrichten van andere werkzaamheden per m2 per week:

0,75

11

in andere gevallen, voor zover niet elders nader geregeld per m2 per dag:

0,75

11

stutten, schoren of palen, buiten verband met een schutting, steiger, afrastering, en dergelijke per stuk per week:

0,75

11

indien het gebruik betreft een niet verhard of niet bestraat gedeelte van de openbare grond per m2 per maand:

0,60

 

Hoofdstuk 2 Leidingen, kabels en buizen

20

Mantelbuizen, leidingen en dergelijke

 

 

buizen, riolen, kabels, buisleidingen, duikers, benzine, olie- of andere leidingen en dergelijke per m1 per jaar:

2,50

 

Hoofdstuk 3 Benzine-/olietanks

30

Benzine-/olietanks

 

 

benzine, olie of gastanks, per m3 per jaar:

20,25

 

Hoofdstuk 4 Aankondigingsborden, reclame, uitstallingen

40

Reclameborden openbare grond

 

 

reclameborden op openbare grond, waarbij de oppervlakte van elk tot reclame dienende zijde van het bord bij elkaar wordt geteld per m2 per maand:

3,35

41

Reclamebord lichtmast

 

 

reclameborden op openbare grond bevestigd aan lichtmasten voor aankondigingen van evenementen en dergelijke per m2 per week:

2,60

42

Uitstalling openbare grond

 

 

een uitstalling van goederen op openbare grond voor panden

 

 

per m2 per week:

3,70

per m2 per maand:

5,70

43

Uitstalling gevels

 

 

uitstalling van goederen, indien bevestigd tegen de gevels van panden, berekend over de oppervlakte van de uitstalling in het vlak van de gevel

 

 

per m2 per week:

1,80

per m2 per maand:

2,80

44

Reclame-uitingen

 

 

lichtbak, lichtreclame, letterlichtreclame, lantaarn met opschrift of reclame, reclamebord, uithangbord, uithangteken, letterreclame, letteropschriften, van reclame voorziene luifels, gevelreclameborden tijdens openingstijden winkels e.a. en dergelijke objecten, waarbij de oppervlakte van elk tot reclame dienende zijde van het object bij elkaar wordt geteld:

 

 

per 1/2 m2 per jaar:

10,05

45

Reclamevlaggen

 

 

reclamevlaggen per stuk per jaar:

10,05

46

Lampen, spots

 

 

lampen, spots en dergelijke voor verlichting van reclameobjecten per stuk per jaar:

10,05

 

Hoofdstuk 5 Terrassen

50

Terrassen

 

 

stoelen, tafels, banken, tochtschermen, bloem- of plantenbakken en dergelijke (terrassen):

 

 

in het gebied, op de bij deze tarieventabel behorende tekening aangeduid als gebied

 

 

a.

TRA: per m2 per jaar:

29,10

b.

TRB: per m2 per jaar:

18,95

51

Terrasuitbreidingen geb A/B

 

 

terrassen en uitbreidingen van de onder 50 genoemde terrassen ter gelegenheid van openbare feestelijkheden, muziekuitvoeringen, kermis en dergelijke evenementen

 

 

per m2 per dag:

1,80

52

Horecafunctie

 

 

het innemen van een vaste plaats op openbare grond ten behoeve van het uitoefenen van een horecafunctie

 

 

per m2 per jaar:

53,20

 

Hoofdstuk 6 Kermissen, staanplaatsen, kramen, tenten e.d.

60

Kermisinrichtingen bij evenementen

 

 

voor het hebben en exploiteren van kermisinrichtingen,

welke anders dan tijdens een van de kermissen als genoemd in de Verordening vaststelling plaatsen en tijden kermis 1997, op de openbare grond worden geplaatst, per dag waarop het evenement plaatsvindt:

 

 

a.

Voor oefeningsspelen

164,45

b.

Voor consumptieve waren

143,20

c.

Voor groot vermaak

143,20

d.

Voor kinderzaken

68,90

e.

Voor diversen

15,85

waarbij de categorie, waarin een specifieke kermisattractie wordt ingedeeld, bepaald wordt door de hoofd- en subcategorie-indeling van het Tilburgse kermissysteem

 

 

61

Staanplaatsen en luifels

 

 

het innemen van staanplaatsen waarvoor op grond van artikel 2 van de Staanplaatsenverordening 1997 vergunning is vereist, in het gebied op de bij de tarieventabel behorende tekening aangeduid, per m2:

 

 

1. gebied A staanplaatsen en luifels

 

 

a.

PAA voor een dag per week:

2,75

b.

PAB voor twee dagen per week:

4,90

c.

PAC voor drie dagen per week:

6,45

d.

PAD voor vier of meer dagen per week:

7,75

2. gebied B staanplaatsen en luifels

 

 

a.

PBA voor een dag per week:

2,10

b.

PBB voor twee dagen per week:

3,85

c.

PBC voor drie dagen per week:

5,50

d.

PBD voor vier of meer dagen per week:

6,10

Voor kleppen, luifels of soortgelijke uitsteeksels aan een Verkooppunt, per m2:

 

 

3. gebied A kleppen en luifels

 

 

a.

PCA voor een dag per week:

1,35

b.

PCB voor twee dagen per week:

2,45

c.

PCC voor drie dagen per week:

3,20

d.

PCD voor vier of meer dagen per week:

3,85

4. gebied B kleppen en luifels

 

 

a.

PCE voor een dag per week:

1,05

b.

PCF voor twee dagen per week:

1,90

c.

PCG voor drie dagen per week:

2,75

d.

PCH voor vier of meer dagen per week:

3,05

5. op de voormalige marktterreinen Burgemeester van de Mortelplein, Tongerloplein en Pater van den Elsenplein, voor zover de staanplaats wordt ingenomen op een dinsdag:

 

 

a.

tot 12.00 uur

1,35

b.

na 12. 00 uur

1,35

6. op het voormalige marktterrein bij winkelcentrum Eikenbosch, voor zover de staanplaats wordt ingenomen op een donderdag:

 

 

a.

tot 12.00 uur

1,35

b.

na 12.00 uur

1,35

62

Kramen, staanplaatsen en dergelijke

 

 

het innemen van een staanplaats of het uitstallen van goederen waarvoor op grond van artikel 2 van de Staanplaatsenverordening 1997 vergunning vereist is, zulks als onderdeel van een evenement als bedoeld in artikel 26 van de Algemene Plaatselijke Verordening, per m2, per dag waarop het evenement plaatsvindt:

 

 

Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en bar (EA1 tot en met EA5)

 

 

A.

bij wielerrondes, braderieën, georganiseerd door of namens een winkeliersvereniging, markten dan wel beurzen georganiseerd ten behoeve van de gevestigde - ambulante - handel, evenementen gericht op omzetverhoging van een specifiek winkelgebied:

2,15

Kramen, staanplaats, verkoopwagen, grondplaats en bar (EB1 tot en met EB5)

 

 

B.

bij alle evenementen, niet onder A vallende:

1,55

63

Tenten (circussen, evenementen en dergelijke)

 

 

 

voor het hebben van één of meer tenten op de openbare grond geplaatst ten behoeve van het houden van circusvoorstellingen, een beurs dan wel soortgelijke voor het publiek toegankelijke activiteiten met een overwegend informatief karakter:

 

 

 

EVL (tenten op 't Laar)

 

 

 

op het evenemententerrein ‘t Laar, per m2 per week:

0,10

 

EVO (tenten elders)

 

 

 

op andere plaatsen, per m2 per week:

0,25

 

Hoofdstuk 7 Overigen

70

Kelderingangen en dergelijke

 

 

kelderingangen, of -luiken, kelderlichten, lucht- of lichtroosters, stortgaten, lichtramen of lichtopeningen en dergelijke

 

 

per stuk per jaar:

20,25

71

Rails en dergelijke

 

 

rails en dergelijke met uitzondering van die voor openbare middelen van personenvervoer

 

 

per m1 per jaar:

7,70

72

Putten of bakken

 

 

wel-, zak-, zink- of vergaarputten of -bakken

 

 

per stuk per jaar:

20,25

73

Elektrakasten en dergelijke

 

 

elektrakasten en aansluitputten ten behoeve van elektra, niet in eigendom toebehorende aan Essent NV en aansluitputten voor water en dergelijke

 

 

per stuk per jaar:

20,25

74

Vulputten

 

 

vulputten, per stuk per jaar:

20,25

75

Verkooptoestellen

 

 

automatische verkooptoestellen, fotoboxen, krantenkisten, uitstalkasten, vitrines en dergelijke per stuk per jaar:

 

 

VT1

met een inhoud van 100 dm3 of minder:

40,30

VT2

met een inhoud van meer dan 100 dm3 voor de eerste 100 dm3 (zie VT1) en voor elke dm3 inhoud meer:

0,70

76

Opvangsluis winkelwagens

 

 

opvangsluis voor winkelwagens op openbare grond

 

 

per m2 per jaar:

67,45

77

Spandoeken

 

 

 

spandoeken per stuk per week:

16,85

78

Zonnescherm/markies

 

 

zonneschermen of markiezen aan panden, al dan niet voorzien van reclame, hieronder niet begrepen woningen

 

 

per m1 per jaar:

8,05

79

Verkoop-/kantoorruimte en dergelijke (tijdelijk)

 

 

tijdelijke verkoop- en/of kantoorruimte en andere soortgelijke opstallen op openbare grond, voor zover niet vallend onder rubriek 61 en 62,

 

 

per m2 per week:

1,65

80

Neonbuizen

 

 

neonbuizen of dergelijke lichtapparaten

 

 

per m1 per jaar:

4,00

81

Speel- of andere toestellen

 

 

speel- of andere toestellen per stuk per jaar:

67,45

82

Gemeentewerken (voor openbare dienst)

 

 

voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voor zover hiervoor niet in een rubriek ondergebracht (restbepaling) per vierkante meter (m2) per dag:

0,75

 

 

Memorie van toelichting behorende bij de “Verordening precariobelasting 2011".

 

Redactionele wijziging

In artikel 7 (Vrijstellingen) is letter l toegevoegd. In het kader van de actie Stofkam is besloten om voor de straat-/buurt-/wijkactiviteiten, die al dan niet gesubsidieerd zijn door Verrijk je Wijk/Stad, geen precariobelasting meer in rekening te brengen. Hiertoe is besloten omdat het voor de initiatiefnemers van deze activiteiten niet mogelijk is om gebruik te maken van de hardheidsclausule en er bovendien na het verkrijgen van een subsidie er onverminderd precariobelasting in rekening wordt gebracht. Dit in tegenstelling tot de organisatie met een zogenaamd ANBI-etiket die hier wel gebruik van kunnen maken.

Tarieven

De tarieven 2011 zijn bepaald door indexering van de tarieven 2010 met 0,5%. Voor de precariobelasting is een overdekking wettelijk toegestaan.

Kosten en opbrengst (x € 1.000)

 

 

Rek.

Begr.

Begr.

 

2009

2010

2011

Gebiedsontwikkeling

 

 

 

Salariskosten

261

342

342

Uitbestedingen intern gemeente

47

50

50

Totale kosten

308

392

392

Totale opbrengsten GO

756

716

716

Saldo

448

324

324

Kostendekkingspercentage

245%

183%

183%