Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling "Reinigingsdienst Maasland" |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling "Reinigingsdienst Maasland" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeenschappelijke regelingen, art. 8
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-08-2011 | Herplaatsing | 13-11-2007 Streekbode 28 november 2007 | Onbekend | ||
29-11-2007 | 25-08-2011 | Nieuwe regeling | 13-11-2007 Streekbode 28 november 2007 | Onbekend |
De raden, alsmede de colleges van burgemeester en wethouders der gemeenten Leudal, Maasgouw, Kessel en Meijel, ieder voor zoveel zijn bevoegdheden betreft;
overwegende, dat de Gemeenschappelijke Regeling van 25 januari 1998, goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Limburg dd. 23 juni 1998, nr. 98/32382F, wijziging behoeft als gevolg van de gemeentelijke herindeling in Midden-Limburg per 1 januari 2007 en al gevolg van nieuwe c.q. gewijzigde wetgeving;
gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
de gemeenschappelijke regeling "Reinigingsdienst Maasland" te wijzigen en deze te lezen als volgt:
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN.
Waar in deze gemeenschappelijke regeling artikelen van de Gemeentewet, van enige andere wet of van enig ander wettelijk voorschrift van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt in de plaats van de gemeente, de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de secretaris onderscheidenlijk gelezen: de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdienst Maasland, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de secretaris.
HOOFDSTUK 3. BELANGEN TEN BEHOEVE WAARVAN DE REGELING WORDT GETROFFEN EN DE TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET OPENBAAR LICHAAM.
HOOFDSTUK 4. HET ALGEMEEN BESTUUR.
De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten wijzen ieder uit hun midden en/of uit het college van burgemeester en wethouders van hun gemeente de vertegenwoordiger(s) aan in het algemeen bestuur met dien verstande dat de deelnemende gemeenten met minder dan 20.000 inwoners, één lid aanwijzen en met 20.000 inwoners of meer, twee leden aanwijzen.
Artikel 7. Onverenigbare functies.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het bestuur van het openbaar lichaam aangesteld of daaraan ondergeschikt. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder ambtenaar mede verstaan degene die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst van het openbaar lichaam werkzaam is.
Artikel 8. Einde en aanvang lidmaatschap algemeen bestuur.
De raden van de deelnemende gemeenten beslissen uiterlijk in de tweede vergadering van elke nieuwe zittingsperiode over de aanwijzing van nieuwe leden van het algemeen bestuur. Aftredende leden kunnen terstond weer opnieuw als lid worden aangewezen. Zij blijven hun functies waarnemen tot het tijdstip, waarop hun opvolgers de functies hebben aanvaard.
Artikel 9. Kennisgeving aanvang en einde lidmaatschap algemeen bestuur.
Indien een lidmaatschap van het algemeen bestuur op grond van artikel 13. tweede lid van de wet eindigt, geven burgemeester en wethouders van de gemeente die zulks aangaat daarvan kennis aan de voorzitter van het openbaar lichaam binnen acht dagen nadat het voorzitterschap of het lidmaatschap van de gemeenteraad is geëindigd.
HOOFDSTUK 5. HET DAGELIJKS BESTUUR.
Artikel 10. Samenstelling dagelijks bestuur.
De aanwijzing van de leden van het dagelijks bestuur ter vervulling van plaatsen die door overlijden, ontslag of om een andere reden tussentijds zijn opengevallen vindt plaats binnen twee maanden na het tijdstip waarop de vacature is ontstaan. Indien een vacature in het dagelijks bestuur gepaard gaat met een vacature in het algemeen bestuur dan vindt de aanwijzing van een nieuw lid van het dagelijks bestuur plaats binnen twee maanden, nadat door de gemeente die zulks aangaat, is voorzien in het algemeen bestuur.
HOOFDSTUK 8. DE DIRECTEUR EN OVERIGE AMBTENAREN.
Artikel 13. Benoeming/schorsing/ontslag/taak.
Op de directeur en het overig personeel zijn van overeenkomstige toepassing de voor het personeel van de gemeente Leudal vastgestelde of nog vast te stellen rechtspositie regelingen of arbeidsvoorwaarden, tenzij het bevoegde orgaan van het openbaar lichaam daarvan afwijkende voorschriften vaststelt.
Artikel 18. Procedure begrotingsbehandeling.
De gemeenteraden kunnen hun gevoelens omtrent het ontwerp van de begroting, indien zij dit in de nota van wijziging aan de orde gesteld wensen te hebben dan wel een nadere toelichting van het dagelijks bestuur verlangen, binnen zes weken na de verzending ervan, aan het dagelijks bestuur kenbaar maken.
Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van de begroting onder bijvoeging van de gevoelens van de gemeenteraden, zijn commentaar daarop en zonodig een nota van wijziging uiterlijk drie weken voor de voorgenomen datum van vaststelling van het algemeen bestuur. Het commentaar van het dagelijks bestuur en de nota van wijziging worden gelijktijdig aan de gemeenteraden gezonden. Artikel 35, tweede lid van de wet is ten aanzien van dit commentaar en de nota van wijziging van overeenkomstige toepassing.
Artikel 21. Aanbieden rekening.
Van de baten en lasten van het openbaar lichaam wordt door het dagelijks bestuur over elk dienstjaar aan het algemeen bestuur verantwoording gedaan onder overlegging van de door de in artikel 17, 2e lid bedoelde functionaris aangeboden rekening. Het dagelijks bestuur voegt daarbij het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de krachtens artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet aangewezen deskundigen.
HOOFDSTUK 12. ARCHIEFBEPALINGEN.
Artikel 24. Overbrenging van archiefbescheiden als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Archiefwet 1995.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van de raad van de gemeente Leudal dd. 13 november 2007.
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen A.H.M. Verhoeven MPM
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en wethouders van Leudal
dd. 9 oktober 2007.
De secretaris, De burgemeester,
J.DijkstraA.H.M. Verhoeven MPM