Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Horst aan de Maas

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHorst aan de Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Wet werk en bijstand

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2015Onbekend

05-07-2011

Electronisch gemeenteblad 14 juli 2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2011, no. 69.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 juni 2011, gemeenteblad 2011, no. 69;

gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

b e s l u i t :

vast te stellen de: Verordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas

waarvan de inhoud als volgt luidt:

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Wet: de Wet werk en bijstand;

  • c.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • d.

    WSF 2000: Wet studiefinanciering.

  • e.

    Referteperiode: een aaneengesloten periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • f.

    Peildatum: de datum zoals die omschreven is in artikel 36 lid 4 van de wet;

Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 Langdurig, laag inkomen, uitzicht op inkomensverbetering

  • 3.

    Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan, als gedurende referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 105 procent van de toepasselijke bijstandsnorm, inclusief maximale toeslag.

  • 4.

    Er bestaat in ieder geval geen recht op langdurigheidstoeslag voor de belanghebbende die op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

1.Indien het inkomen gedurende de referteperiode maximaal 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief maximale toeslag bedraagt, wordt de hoogte van de langdurigheidstoeslag per jaar vastgesteld op:

  • a.

    voor gehuwden 40% van de norm genoemd in artikel 21, onder c van de wet.

  • b.

    voor een alleenstaande ouder 40% van de som van de norm genoemd in artikel 21, onder b van de wet en de toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid, van de wet;

  • c.

    voor een alleenstaande 40% van de som van de norm genoemd in artikel 21, onder a van de wet en de toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid, van de wet;

Indien het inkomen gedurende de referteperiode meer dan 100% doch maximaal 105% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief maximale toeslag bedraagt, wordt de hoogte van de langdurigheidstoeslag per jaar vastgesteld op:

  • a.

    voor gehuwden 20% van de norm genoemd in artikel 21, onder c van de wet.

  • b.

    voor een alleenstaande ouder 20% van de som van de norm genoemd in artikel 21, onder b van de wet en de toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid, van de wet;

  • c.

    voor een alleenstaande 20% van de som van de norm genoemd in artikel 21, onder a van de wet en de toeslag genoemd in artikel 25, tweede lid, van de wet;

Voor de toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

De bedragen genoemd in het eerste en tweede lid worden naar boven afgerond op hele euro’s.

Artikel 4 Overige bepalingen

1.Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Het college neemt een beslissing in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

In bijzondere gevallen kan het college ten gunste van de aanvrager afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 6 Intrekking oude regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken op 1 januari 2012:

1.Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente Horst aan de Maas;

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente Meerlo-Wanssum;

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente Sevenum;

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening langdurigheidstoeslag 2012 Horst aan de Maas”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 5 juli 2011.

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,

ir. C.H.C. van Rooij mr. R.J.M. Poels

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In dit artikel worden de gehanteerde definities in de verordening uitgewerkt. In het tweede lid is bepaald dat daar, waar een definitie niet is uitgewerkt, de wet wordt gevolgd.

Artikel 2

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden).

In het tweede lid is geregeld dat de langdurigheidstoeslag niet bedoeld is voor de belanghebbende die op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000. Hiermee wordt een groep personen uitgezonderd, waarbij er duidelijk sprake is van uitzicht op inkomensverbetering.

Artikel 3

In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Er wordt uitgegaan van een percentage van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging in de normbedragen van de WWB.

Artikel 4

In de overige bepalingen staat in het derde lid genoemd, dat college kan afwijken van het bepaalde in deze verordening, ten gunste van de aanvrager. Er wordt duidelijk vermeld dat dit enkel “in bijzondere gevallen” dient plaats te vinden. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken. Het van toepassing zijn van de hardheidsclausule moet overigens zowel uit de rapportage als uit de beschikking blijken.

Artikel 5 en artikel 6

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de verordeningen uit de voormalige gemeenten Horst aan de Maas, Sevenum en Meerlo-Wanssum.

Artikel 7

Dit artikel behoeft geen toelichting.