Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor bestuurders |
Citeertitel | Gedragscode voor bestuurders |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artt. 41C en 69
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2009 | 05-11-2015 | Nieuwe regeling | 24-04-2007 Streekbode 18 november 2009 | Onbekend |
Een bestuurder stelt bij zijn/haar handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van burgers en in het verlengde daarvan die van de gemeente zijn het primaire richtsnoer voor een bestuurder. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collegeleden en de gemeenteraad, maar ook aan organisaties en burgers voor wie een bestuurder zijn/haar functie vervult en door middel van het burgerjaarverslag. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief. Waar daarin sprake is van "handelen van een bestuurder" heeft dit primair betrekking op "handelen als bestuurder". In de bestuurlijk politieke praktijk is echter niet uit te sluiten dat handelingen in de prive-sfeer ook van invloed kunnen zijn op de waardering van het handelen als bestuurder. Ook het persoonlijke is politiek.
Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de burgers van de gemeente en op het belang van hun organisaties en daarmee op het belang van de gemeente.
Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met zijn/haar functie die hij/zij vervult in het bestuur.
Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onafhankelijkheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de raad en de burgers volledig inzicht hebben in het handelen van een bestuurder en zijn/haar beweegredenen daarbij.
Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn/haar afspraken en uitspraken. Kennis en informatie waarover hij/zij uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.