Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNuenen, Gerwen en Nederwetten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012
CiteertitelVerordening Rioolheffing 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening Rioolheffing 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 228a van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-201201-01-2013Nieuwe regeling

03-11-2012

Rond de Linde, 17-11-2011

Onbekend
26-11-2012Nieuwe regeling

03-11-2012

Rond de Linde, 17-11-2011

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012

De raad van de gemeente Nuenen; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2011;

 

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T

 

vast te stellen de verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012(Verordening rioolheffing 2012).  

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. betrekking heeft;

  • d.

    Brabant Water N.V.: de naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s-Hertogenbosch;

  • e.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater. 

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater;en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. 

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

De belasting 'rioolheffing' wordt geheven van de gebruiker van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 1.

    Als gebruiker wordt aangemerkt degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering gebruikt.

  • 2.

    Ingeval een gedeelte van een eigendom- niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4- ten gebruike is afgestaan dan wordt degene die dat deel in gebruik heeft afgestaan als gebruiker aangemerkt. 

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal kubieke meters dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.

  • 2.

    Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt.

  • 3.

    Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

    a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

    b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

    De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

  • 4.

    De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd.

  • 5.

    Voor zover de gegevens, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel niet bekend zijn, wordt het waterverbruik door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar vastgesteld op basis van het waterverbruik van vergelijkbare huishoudens.

  • 6.

    Ten aanzien van de adressen die volgens informatie van Brabant Water N.V. aldaar geregistreerd staan als "agrarische percelen" wordt bepaald, dat bij de heffing wordt uitgegaan van maximaal 225 m3 geloosd water per jaar.

  • 7.

    Ten aanzien van de adressen die volgens informatie van Brabant Water N.V. aldaar geregistreerd staan als "doorverbinding" wordt bepaald, dat bij de heffing wordt uitgegaan van 75 m3 geloosd water per jaar. 

Artikel 6 Belastingtarieven

Het gebruikersdeel bedraagt voor elke kubieke meter water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd € 1,85.

Artikel 7 Belastingjaar

  • 1.

    Indien de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt, is het belastingtijdvak gelijk aan de verbruiksperiode van Brabant Water N.V.

  • 2.

    In alle andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar. 

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2.

    De belasting wordt per kalenderjaar geheven bij wege van aanslag. 

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

  • 2.

    Ingeval de belasting wordt geheven bij wege van aanslag, moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, het bedrag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn. 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De 'Verordening Rioolheffing 2011' van 15 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13 in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012. Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 7, eerste lid, het eerste belastingtijdvak aan op het moment dat de op 1 januari 2011 lopende verbruiksperiode eindigt. 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Rioolheffing 2012'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering 3 november 2011.

DE RAAD VOORNOEMD, 

de griffer, drs. H.A.J.P. Duijmelinck

de voorzitter, mr. W.R. Ligtvoet