Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Partiële regionale huisvestingsverordening 2009 voor het grondgebied van de gemeente Hengelo en Enschede |
Citeertitel | Regionale huisvestingsverordening 2009 voor het grondgebied van de gemeente Hengelo en Enschede |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
art. 2 Huisvestingswet, art. 104 Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2009 | 01-01-2015 | Onbekend | 24-06-2009 Onbekend | Onbekend |
Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
k. gemeenschappelijke zaken/gedeelten: voor zover aanwezig worden tot de gemeenschappelijke zaken/gedeelten ondermeer gerekend de funderingen, de dragende muren en de kolommen, het geraamte van het gebouw met de ondergrond, het ruwe metselwerk, alsmede de vloeren met uitzondering van de afwerklagen in de privé-gedeelten. De buitengevels, waaronder begrepen de raamkozijnen en het glas, de deuren welke zich in de buitengevel bevinden de scheiding vormen tussen het gemeenschappelijk en het privégedeelte, de balkonconstructies, de borstweringen, de galerijen, de terrassen en de gangen, de daken, de schoorstenen en de ventilatiekanalen, de trappenhuizen en de hellingbanen, het hek- en traliewerk voor zover het geen privé-tuinafscheidingen betreft, alsmede het (standaard) hang- en sluitwerk aan kozijnen welke aan de buitengevel van het gebouw zitten, de technische installaties met de daarbij behorende leidingen, met name voor de centrale verwarming (met inbegrip van radiatoren en radiatorkranen in de privé-gedeelten) en voor luchtbehandeling, de vuilafvoer, de leidingen voor gas en water en verder de hydrofoor, de elektriciteits- en telefoonleidingen, de gemeenschappelijke antenne, de bliksembeveiliging, de liften, de alarminstallatie en de systemen voor oproer en deuropeners, alles voor zover die installaties niet uitsluitend ten dienste van één privé-gedeelte strekken.
n. Algemene Woning Keuring (AWK): een keuring uitgevoerd door een instantie welke is gecertificeerd volgens de Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL) 5014, d.d. 2003-02-01, inhoudende een beschrijving en een beoordeling van de huidige onderhoudstoestand van het gebouw alsmede een beschrijving en een beoordeling van het onderhoudsplan op langere termijn (10 jaar).
Hoofdstuk 2 - Wijzigen van de samenstelling van de woonruimtevoorraad
Artikel 2 - Vergunningsvereiste
1. Het is verboden om zonder splitsingsvergunning een recht op een gebouw, te splitsen in appartementsrechten als bedoeld in artikel 106, eerste tot en met derde lid van Boek 5 van het Burgerlijk wetboek, indien een of meer appartementsrechten de bevoegdheid omvatten tot het gebruik van één of meer gedeelten van het gebouw als woonruimte.
Artikel 3 - Aanvragen van een splitsingsvergunning
6. Het college beslist op een aanvraag om een splitsingsvergunning binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste 16 weken verdagen in verband met het maken van puntentellingen als bedoeld in het Besluit huurprijzen woonruimte en/of het uitvoeren van een nadere inspectie van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft. Zij zenden een afschrift van het verdagingbesluit aan de aanvrager en de bewoners van het gebouw, waarop de aanvraag betrekking heeft. Het college doet van de intrekking van een aanvraag om een splitsingsvergunning schriftelijk mededeling aan de bewoners van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft.
Artikel 4 - Aanhouden van de splitsingsaanvraag
Het college kan de beslissing omtrent het al dan niet verlenen van een splitsingsvergunningaanhouden indien voordat de aanvraag om vergunning is ingekomen, voor het gebied waarin hetgebouw is gelegen, een voorbereidingsbesluit, als bedoeld in afdeling 3.2, artikel 3.7 van de wet
op de ruimtelijke ordening, bekend is gemaakt en redelijkerwijs mag worden verwacht dat deuitvoering van sanerings-, reconstructie- of verbeteringsplannen nadelig zal worden beïnvloeddoor het afgeven van de vergunning en de mogelijk daaraan verbonden rechtsgevolgen.
Artikel 5 - Besluiten op aanvraag splitsingsvergunning
3. Het college kan een splitsingsvergunning weigeren indien:
a. het gebouw of het gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, een of meer woonruimten bevat die verhuurd worden of die laatstelijk verhuurd zijn geweest, dan wel, indien het gebouw of het gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, voorzover het geheel of gedeeltelijk verhuurd is geweest voor bewoning, in strijd met de voorschriften van een bestemmingsplan of met enig wettelijk voorschrift geheel of gedeeltelijk voor een ander doel dan voor bewoning in gebruik is genomen, en;
e. uit het advies van een instantie welke gecertificeerd is volgens de BRL 5014 d.d. 2003-02-01, inhoudende een Algemene Woning Keuring blijkt dat het gebouw of één van de onderdelen van het gebouw een conditie heeft die overeenkomt met een conditie 4, 5 of 6, genoemd bijlage IV van de Nationale beoordelingsrichtlijn 5014 d.d. 2003-02-01 inzake Algemene Woning Keuring.
5. Het college kan een splitsingvergunning weigeren indien:
a. redelijkerwijs mag worden verwacht dat de uitvoering van sanerings-, reconstructie- of verbeteringsplannen door het afgeven van de vergunningen de mogelijk daaraan verbonden rechtsgevolgen nadelig kan worden beïnvloed, mits voor dat de aanvraag om vergunning is ingekomen voor het gebied waarin het gebouw is gelegen een ontwerp van een bestemmingsplan of een herziening daarvan ter inzage is gelegd of een bestemmingsplan van kracht is, waarin bedoelde plannen zijn vervat;
b. het gebouw of het gedeelte van een gebouw waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft,is gelegen binnen een gebied dat is aangewezen als stadsvernieuwingsproject, dan wel is gelegen binnen een gebied dat nog niet als zodanig is aangewezen, maar waarvan aannemelijk is dat het binnen afzienbare termijn als zodanig zal worden aangewezen.
6. Het college kan een splitsingsvergunning weigeren indien de toestand van het gebouw of van een gedeelte daarvan zich uit oogpunt van indeling -mede in aanmerking genomen het in artikel 3 van deze verordening bedoelde splitsingsplan - of de staat van onderhoud verzet tegen de splitsing in appartementsrechten of de verlening van deelnemings- of lidmaatschapsrechten als bedoeld in artikel 38 van de Huisvestingswet. Dit is zeker het geval:
7. Het college verleent de splitsingsvergunning nadat de voor het verkrijgen van een splitsingsvergunning vereiste voorzieningen, die tegelijk met een beslissing omtrent het verzoek tot splitsingsvergunning schriftelijk aan de aanvrager van een splitsingsvergunning dienen te worden meegedeeld, zijn getroffen.
Artikel 6 - Intrekking van de splitsingsvergunning
Het college kan een splitsingsvergunning intrekken indien:
1. niet binnen een jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot overschrijving van de akte van splitsing in appartementsrechten in de openbare registers, bedoeld in artikel 109 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, of tot het verlenen van deelnemings- of lidmaatschapsrechten;
Artikel 8 - Besluiten op aanvraag omzettingsvergunning
2. Het college verleent de omzettingsvergunning tenzij het belang van het behoud of de samenstelling van de woningvoorraad groter is dan het met de onttrekking aan de bestemming tot bewoning gediende belang en het belang van het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad niet door het stellen van voorwaarden en voorschriften voldoende kan worden gediend.
2. Met de opsporing van de bij artikel 84 van de Huisvestingswet strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de wet aangewezen ambtenaren belast de in lid 1 bedoelde ambtenaren, voorzover zij door de minister van Justitie daartoe zijn aangewezen. De in lid 1 bedoelde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in de artikelen 77 en 78 van de wet.
Hoofdstuk 5 - Overige bepalingen
Artikel 12 - Hardheidsclausule
Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeeltot een onbillijkheid van bijzondere aard leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van dezeverordening.