Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hellendoorn

Verordening op de heffing en invordering van begrafenis- en andere rechten voor de gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Hellendoorn 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hellendoorn
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van begrafenis- en andere rechten voor de gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Hellendoorn 2012
CiteertitelVerordening begrafenisrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 156, lid 1 en 2
  2. Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2012wijziging artt. 1 en 2

22-05-2012

Hellendoorn Journaal, 1-6-2012

12INT01048
26-11-201102-06-2012Nieuwe regeling

10-11-2011

Hellendoorn Journaal, 25-11-2011

11INT01407

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2011;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van begrafenis- en andere rechten voor de gemeentelijke begraafplaats in de gemeente Hellendoorn 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In overeenstemming met de “Beheersverordening begraafplaats gemeente Hellendoorn 1993”, vastgesteld door de raad op 11 januari 1994, nr. 93.10612, verstaat deze verordening onder:

begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats te Hellendoorn;

eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijke- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnennis: een nis waarvoor een natuurlijke- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

beheerder: de ambtenaar die belast is met de leiding op de begraafplaats of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf;

voorlopen: het in "gepaste" kleding begeleiden van de stoet naar het graf, het toezien op en het verlenen van assistentie bij een goed en veilig verloop van de plechtigheid door een medewerker van de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstelling

De rechten worden niet geheven voor het op- en herbegraven op rechterlijk bevel dan wel in het belang van de openbare orde of van de volksgezondheid, alsmede het in samenhang daarmee verwijderen en herplaatsen van grafmonumenten.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Met betrekking tot de rechten die niet per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten als bedoeld in de tarieventabel worden geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisge­ving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. Indien de aanvang van de belastingplicht is gelegen in de eerste zes maanden van het belas­tingjaar zijn de onderhoudsrechten als bedoeld in de tarieventabel verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de aanvang van de belastingplicht is gelegen in de laatste zes maanden van het belas­tingjaar zijn geen onderhoudsrechten in het belastingjaar verschuldigd.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Rechten als bedoeld in de tarieventabel - anders dan de jaarlijks verschuldigde rechten - zijn verschul­digd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het tijdstip waarop de in artikel 1 bedoelde diensten worden verleend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten de rechten als bedoeld in onderdeel 5.1, 5.2 en 6.1 van de tot deze verordening behorende tabel worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid moeten de rechten als bedoeld in onderdeel 5.1, 5.2 en 6.1 van de tot deze verordening behorende tabel worden betaald binnen 21 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt;

met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad zo snel mogelijk achteraf informeert over de toegepaste bevoegdheid.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening begrafenisrechten 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2010, nr. 10INT01257, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstan­de dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening begrafenisrechten 2012'.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel

Behorende bij de Verordening begrafenisrechten 2012, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2011, nr. 11INT01407.

Hoofdstuk 1Verlenen van rechten    
1.1Voor het verlenen van het recht om lijken in een bepaalde grafruimte te doen begraven inclusief het recht tot het plaatsen en hebben van gedenktekens op die ruimte wordt geheven:    
1.1.1voor de tijd van 30 jaar voor iedere grafplaats, waar zowel een staand als een liggend monument is toegestaan, per verlening1.638,00
1.1.2voor de tijd van 30 jaar voor iedere grafplaats voor een stoffelijk overschot van een persoon beneden 12 jaar, per verlening479,00
1.1.3indien wordt afgezien van voorlopen, wordt het onder 1.1.1 vermelde tarief verminderd met63,00
1.1.4Indien er meer dan 20 jaar zit tussen een eerste en tweede teraardebestelling wordt er, in verband met de wettelijk verplichte grafrusttermijn van 10 jaar, een bedrag geheven voor het recht zoals vermeld in 1.1. Dit bedrag komt overeen met het aantal jaren dat nog nodig is om de grafrusttermijn van 10 jaar te garanderen, vermenigvuldigd met een tiende deel van het tarief van 1.2.    
1.2Voor het verlengen van het tijdvak als genoemd onder 1.1 met een periode van maximaal 10 jaar wordt voor iedere grafplaats geheven per verlening433,00
Hoofdstuk 2Begraven    
2.1.1Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon beneden het jaar wordt geheven, per begraving115,00
2.1.2Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon beneden het jaar wordt geheven, per begraving in een algemeen graf115,00
2.2.1Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon van 1 tot beneden 12 jaar wordt geheven, per begraving210,00
2.2.2Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon van 1 tot beneden 12 jaar wordt geheven, per begraving in een algemeen graf210,00
2.3.1Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarboven wordt geheven, per begraving774,00
2.3.2Voor het begraven van het stoffelijk overschot van een persoon van 12 jaar en daarboven wordt geheven, per begraving in een algemeen graf774,00
2.4De onder 2.1.1, 2.2.1 en 2.3.1 genoemde rechten worden bij een tweede teraardebestelling in een eigen graf per begraving verhoogd met 50 procent.    
2.5Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld onder 2.1.1, 2.2.1 en 2.3.1 per begraving verhoogd met286,00
2.5.1Onder buitengewone uren worden verstaan uren anders dan op werkdagen tussen 9.00 uur en 15.00 uur en op zaterdagen anders dan tussen 9.30 uur en 13.00 uur. Dit laatste met uitzondering van algemeen erkende feestdagen.    
Hoofdstuk 3Bijzetten van asbussen en urnen    
3.1Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen van asbussen in een columbariumelement voor een periode van 5 jaar wordt geheven per element801,00
 Dit recht wordt verleend voor een periode van maximaal 20 jaar.    
3.2Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht tot het doen plaatsen van asbussen in een columbariumelement voor een periode van 20 jaar wordt geheven per element2.180,00
 Dit recht wordt verleend voor een periode van maximaal 20 jaar.    
Hoofdstuk 4Verstrooien van as    
4.1Voor het verstrooien van as op een daartoe aangewezen verstrooiingsplaats wordt geheven, per asbus189,00
Hoofdstuk 5Grafbedekking en onderhoud    
5.1Voor het onderhoud van beplanting en gedenktekens wordt geheven:    
5.1.1per grafplaats, waar zowel een staand als een liggend monument is toegestaan, per jaar122,00
5.1.2per grafplaats, waar zowel een staand als een liggend monument is toegestaan, voor de periode van 30 jaar, ineens1.980,00
5.1.3per grafplaats, waar zowel een staand als een liggend monument is toegestaan, voor de verlenging van de periode van 30 jaar met een periode van 10 jaar, ineens952,00
5.1.4per grafplaats waar uitsluitend een staand grafmonument is toegestaan, per jaar65,00
5.1.5per grafplaats waar uitsluitend een staand grafmonument is toegestaan, voor de periode van 30 jaar, ineens1.040,00
5.1.6per grafplaats waar uitsluitend een staand grafmonument is toegestaan, voor de verlenging van de periode van 30 jaar met een periode van 10 jaar, ineens502,00
5.2Voor het onderhoud van hekwerken op graven wordt geheven per meter:    
5.2.1per jaar48,00
5.2.2voor de periode van 30 jaar, ineens771,00
5.2.3voor de verlenging van de periode van 30 jaar met een periode van 10 jaar, ineens370,00
5.3De rechten bedragen onverminderd het bepaalde onder 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4:    
5.3.1voor het wegnemen en wederplaatsen van een zerk, per verlening330,00
5.3.2voor het wegnemen en wederplaatsen van een staande steen, van een hek of plantsoen, per verlening266,00
Hoofdstuk 6Lijkschouwing    
6.1Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer wordt geheven: bij een dienstverlening van korter dan 60 minuten176,00
vermeerderd voor elke 30 minuten waarmee de bovenstaande periode van 60 minuten wordt overschreden met66,00
6.1.1De tarieven bij artikel 6.1. worden verhoogd met een opslag van 80% bij uitvoering op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen, 50% bij uitvoering buiten 08.00 - 18.00 uur op overige dagen en een bedrag voor administratiekosten van13,00
Hoofdstuk 7 Opgraven en schudden    
7.1Voor het opgraven van een lijk wordt geheven330,00
7.2Voor het na opgraven (en schudden) weer begraven in hetzelfde graf wordt geheven579,00
7.3Voor het na opgraven (en schudden) weer begraven in een ander graf wordt geheven750,00
Hoofdstuk 8Overige diensten    
8.1Het tarief bedraagt ter zake het verlenen van (een) dienst(en) voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen  Kostprijs

Behorende bij het besluit van de raad van de gemeente Hellendoorn van 10 november 2011,

nr. 11INT01407.

De griffier,