Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | 214 parkeren |
142A
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 15-11-2011 Gemeenteblad 2011-35b | 2011 11.25617 |
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2012 (VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2012)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren:het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.
centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
De belasting wordt niet geheven van degene die een gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats, bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig heeft geplaatst. Hierbij is van
belang dat degene op wiens naam de gehandicaptenparkeerkaart is uitgeschreven in het voertuig aanwezig is bij aanvang van het parkeren. Deze vrijstelling geldt niet voor parkeergarages.
Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 7 Heffing naar tijdsgelang
Indien voor een parkeervergunning parkeerbelasting is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die parkeervergunning vóór het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.
Indien een vergunninghouder parkeerbelasting heeft voldaan voor een parkeervergunning over een tijdvak van langer dan één kalendermaand en aannemelijk is, dat als gevolg van door of met medewerking van het gemeentebestuur getroffen maatregelen, andere dan die bedoeld in het eerste lid, gedurende één of meer in dat tijdvak vallende kalendermaanden niet van de parkeervergunning gebruik heeft kunnen maken, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing van parkeerbelasting verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke de vergunninghouder niet heeft kunnen parkeren.
Artikel 8 Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, door bij aanvang van het parkeren geld in de parkeerapparatuur werpen of door middel van elektronische betaling via de parkeerapparatuur, dan wel bij wege van nota en moet worden betaald na afloop van het parkeren. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op of via de parkeerapparatuur kennisgegeven.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De " Verordening Parkeerbelastingen 2011 en de 1e wijziging vastgesteld door de raad d.d. 12 juli 2011" wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening Parkeerbelastingen 2012 geen rechtskracht krijgt.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad. Alsmede wordt in een huis-aan-huisblad meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.
Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.
Hoofdstuk 4 Bedrijfsvergunningen
Hoofdstuk 6 Toeristenvergunning
Hoofdstuk 7 Functionele vergunning
Hoofdstuk 8 Werknemersvergunning
Hoofdstuk 10 Vergunningparkeren op parkeerapparatuurplaats