Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gouda

verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGouda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingverordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageTarieventabel Parkeerbelastingen 2012

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 225
  2. Parkeerverordening 2012
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-12-201101-01-2013nieuwe regeling

14-12-2011

De Goudse Post, 21 december 2011

720454

Tekst van de regeling

Intitulé

de raad van de gemeente gouda

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2012

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012

Artikel 1 begripsomschrijvingen

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die:

    1. is aangeduid met het bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990,of

    2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • f.

    betaald parkeerplaats: een parkeerplaats welke is aangeduid met het (zonale) bord BW111 (handje/muntje) (publicatie 134 van het CROW, Richtlijnen parkeerbebording) en/of op de straat of stoep een tegel met daarop een handje/muntje;

  • g.

    parkeermetervak: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door een individuele parkeermeter;

  • h.

    dagkaart: een schriftelijk bewijs waarmee het is toegestaan te parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen gedurende een aaneengesloten periode van maximaal een kalenderdag;

  • i.

    gehandicaptenparkeerplaats: een parkeerplaats waar alleen geparkeerd mag worden met een geldige gehandicaptenparkeerkaart;

  • j.

    vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen en/of betaald parkeerplaatsen.

Artikel 2 belastbaar feit

  • Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    a. degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

    1e. als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

    2e. als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 54,--.

Artikel 10 kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2012’ van 22 juni 2011 wordt ingetrokken.

  • 2.

    De ‘Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011’ van 15 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 14 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2012'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2011.

 

De voorzitter,

 

De griffier,

 

 

Tarieventabel Parkeerbelastingen 2012

 

Toelichting op de Verordening parkeerbelastingen 2012

 

Op 10 november 2011 is de Programmabegroting 2012-2015 vastgesteld. De in de paragraaf Lokale Heffingen globaal aangegeven tariefsaanpassingen voor het jaar 2012 zijn in de gemeentelijke belastingverordeningen voor 2012 verwerkt. Bij de redactie hiervan is zoveel mogelijk aangesloten bij de modelverordeningen van de VNG. De toelichting op de modelverordening is te raadplegen via de volgende link:  http://www.gouda.nl/Modelverordeningen_gem_belastingen_toelichting.pdf

 

In de raadsvergadering van 22 juni jl. heeft besluitvorming plaatsgevonden over de parkeerregulering en de parkeertarieven vanaf 2012. Hierbij is ook de Verordening parkeerbelastingen 2012 met nieuwe tarieventabel (exclusief tarieven parkeerterreinen) vastgesteld. Nadien is bekend geworden dat met ingang van 1 januari 2012 de kostencomponent van de naheffingsaanslag parkeerbelasting met e 2,-- mag worden verhoogd naar e 54,--. Omdat met ingang van 2005 bij de naheffingsaanslagen parkeerbelasting structureel de wettelijk maximaal toegestane kostencomponent, op grond van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen, in rekening wordt gebracht, wordt de verhoging ook met ingang van 2012 ingevoerd.

In het besluit van 22 juni jl. waren in de tarieventabel 2012 niet meer de tarieven voor de parkeerterreinen opgenomen omdat met het van kracht worden van de Wijziging Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 per 1 juli 2011 de gemeente voor de afgesloten parkeerterreinen wordt aangemerkt als privaatrechtelijk ondernemer en het college van burgemeester en wethouders de bevoegde instantie zou zijn om de tarieven vast te stellen. Nu echter is gebleken dat de met slagbomen afgesloten parkeerterreinen niet aan de openbaarheid zijn onttrokken, blijven de parkeertarieven voor de parkeerterreinen in de tarieventabel behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen opgenomen. De tarieven voor de parkeerterreinen zijn in 2012 overigens gelijk aan de tarieven die in het gehele jaar 2011 van toepassing zijn. Het enige verschil is dat de in rekening te brengen tarieven vanaf 1 juli 2011 inclusief btw zijn. Door het sinds kort niet meer in de nachtelijke uren openen van de slagbomen, is een nieuw tarief voor de zogenaamde ‘verloren kaart’ vastgesteld. In de tarieventabel is hiervoor het gebruikelijke tarief van drie maal het dagtarief opgenomen.

Voor de overzichtelijkheid is de Verordening parkeerbelastingen 2012 met tarieventabel vastgesteld onder gelijktijdige intrekking van de bij besluit van 22 juni 2011 vastgestelde verordening.

 

Voorts is van belang dat vanaf  2011 de uitvoering van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet WOZ is opgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling BSGR (Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland).