Organisatie | Gouda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2012 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 228a
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 14-12-2011 De Goudse Post, 21 december 2011 | 720454 | |
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 14-12-2011 De Goudse Post, 21 december 2011 | 720454 |
Artikel 3 belastbaar feit en belastingplicht
a. van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen:
b. van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.
Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt:
a. gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
b. gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven;
c. het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.
Artikel 4 zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water dat vanuit een perceel wordt afgevoerd, wordt gesteld op het omgerekende jaarverbruik van het aantal kubieke meters leidingwater dat door de waterleidingmaatschappij in het aan het belastingjaar voorafgaande kalenderjaar naar het perceel is toegevoerd en/of het aantal kubieke meters water dat is opgepompt.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn
a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of
b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
Artikel 9 onstataan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht voor het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht voor het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in lid 1 geldt dat, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 75,--., doch minder dan € 5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 11 nadere regels door het college en van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.
De ‘Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2011’ van 15 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2012'.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2011.
Toelichting op Verordening rioolheffingen 2012
Op 10 november 2011 is de Programmabegroting 2012-2015 vastgesteld. De in de paragraaf Lokale Heffingen globaal aangegeven tariefsaanpassingen voor het jaar 2012 zijn in de gemeentelijke belastingverordeningen voor 2012 verwerkt. Bij de redactie hiervan is zoveel mogelijk aangesloten bij de modelverordeningen van de VNG. De toelichting op de modelverordening is te raadplegen via de volgende link: http://www.gouda.nl/Modelverordeningen_gem_belastingen_toelichting.pdf
In de Voorjaarsnota en de inmiddels vastgestelde Programmabegroting 2012-2015 is aangegeven dat de in het verbreed Rioleringsplan voorziene opbrengst rioolheffingen 2012 zal worden verlaagd met e 2.000.000,-- onder gelijktijdige verhoging van de OZB-opbrengst met eveneens e 2.000.000,--.
Voor de rioolheffingen 2012 betekent het vorenstaande dat de tarieven ten opzichte van 2011 niet met 9% zullen stijgen maar met 14% zullen dalen.
Het op 22 april 2009 door de raad vastgestelde Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan 2009-2013 zal binnenkort worden geactualiseerd. In deze actualisatie zal ook de tariefsontwikkeling 2013 e.v. worden meegenomen.
Met inachtneming van het vorenstaande zijn voor 2012 de volgende tarieven vastgesteld:
- rioolheffing gebruik tot 400m3 : € 145,20 (2011: € 168,60)
- rioolheffing eigendom : € 88,60 (2011: € 103,00)
Ingaande 1 januari 2012 dient bij kamerverhuur de aanslag afvalstoffenheffing te worden opgelegd aan de verhuurder-eigenaar. In het kader van een efficiënte uitvoering van de belastingheffing is in de verordening het artikel over de belastingplicht zodanig aangepast dat ook bij de rioolheffing gebruikers ingeval van kamerverhuur de aanslag kan worden opgelegd aan de verhuurder-eigenaar.
Voorts is van belang dat vanaf 2011 de uitvoering van de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen alsmede de uitvoering van de Wet WOZ is opgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling BSGR (Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland).
De BSGR combineert zoveel mogelijk gemeentelijke en waterschapsaanslagen op één aanslagbiljet. De gecombineerde aanslag die eind februari 2012 vanuit de BSGR zal worden verzonden, zal voor bijna alle inwoners en bedrijven naast waterschapsaanslagen en de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2011, de volgende gemeentelijke aanslagen bevatten: onroerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffingen en hondenbelasting. Alleen de inwoners en bedrijven die niet binnen het gebied van het hoogheemraadschap van Rijnland wonen c.q. gevestigd zijn, ontvangen een afzonderlijke aanslag waterschapsbelastingen van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
Gecombineerde aanslagen waarvan het eindbedrag hoger is dan € 75,-- maar lager dan € 5.000,-- kunnen in acht betaaltermijnen worden voldaan zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden voldaan.
Voor gecombineerde aanslagen waarvoor geen automatische betalingsincasso van toepassing is, blijven twee betaaltermijnen gelden waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.