Organisatie | Beuningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.in de gemeente |
Citeertitel | Verordening sexinrichtingen e.d. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Overgeheveld uit APV naar zelfstandige regeling.
College heeft nadere regels als bedoeld in artikel 1.3 vastgesteld.
Deze regeling is vervangen door de Verordening sexinrichtingen 2011, met ingang van 20 april 2011.
Gemeentewet, artikel artikel 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-11-2007 | 20-04-2011 | nieuwe regeling | 13-11-2007 De Koerier, 21 november 2007 | BW07.01195 |
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2007,
Overwegende dat het wenselijk is het de bepalingen uit de Algemene plaatselijke Verordening terzak seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. te verwerken in een zelfstandige verordening,
Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
BESLUIT tot vaststelling van de Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Afdeling 1 Begripsomschrijvingen en nadere regels
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
b prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
c seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. Onder een seksinrichting wordt een raamprostitutiebedrijf niet begrepen;
d escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
e sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht;
f raamprostitutiebedrijf: een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen;
g straatprostitutie: het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken;
h exploitant: de natuurlijke persoon of personen, of rechtspersoon of rechtspersonen, die een seksinrichting of escortbedrijf exploiteert of exploiteren en de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon of rechtspersonen bevoegde natuurlijke persoon of personen;
i beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een seksinrichting of escortbedrijf;
j bezoeker: degene die aanwezig is in een seksinrichting, met uitzondering van:
Afdeling 2 Seksinrichtingen, raam- en straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 2.2 Gedragseisen exploitant en beheerder
1 De exploitant en de beheerder:
2 Naast de gestelde eisen in het eerste lid, zijn de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500,-- of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
1º bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;
2º de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 252a (oud), 273f, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater of 453 van het Wetboek van strafrecht;
3º de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 jº artikel 8 of jº artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;
4º de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;
5º de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;
6º de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
3 Met een veroordeling als bedoeld in het tweede lid wordt gelijk gesteld:
a vrijwillige betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 74, tweede lid onder a van het Wetboek van strafrecht of artikel 76, derde lid onder a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij de geldsom minder dan € 375,-- bedraagt;
b een bevel tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf.
4 De periode van vijf jaar, genoemd in het tweede lid, wordt:
a bij de weigering van een vergunning gerekend vanaf de datum van beslissing op de aanvraag van de vergunning;
b bij de intrekking van een vergunning gerekend vanaf de datum van de intrekking van deze vergunning.
5 De exploitant - indien een rechtspersoon: de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon/personen - of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een inrichting die voor ten minste één maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 2.4 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
1 Met het oog op de in artikel 3.3.2, tweede lid genoemde belangen of in geval van strijdigheid met de bepalingen in dit hoofdstuk kan het bevoegd bestuursorgaan:
2 Onverminderd het bepaalde in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht, maakt het bevoegd bestuursorgaan (art. 1.2) het in het eerste lid bedoelde besluit bekend overeenkomstig artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2.5 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
1Het is verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de ingevolge artikel 3.2.1 op de vergunning vermelde exploitant of beheerder in de seksinrichting aanwezig is.
2 De exploitant en de beheerder zijn verplicht er voortdurend op toe te zien dat in de seksinrichting:
Artikel 2.6 Verbod van raam- en straatprostitutie
Het is verboden een raamprostitutiebedrijf te exploiteren, dan wel in een voor publiek toegankelijke ruimte voorzien van een of meer vitrines door handelingen, houding, woord, gebaar of op een andere wijze passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
Het is verboden, op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
Met het oog op de naleving van het in het eerste of tweede lid gestelde verbod, kan door een ambtenaar van politie het bevel worden gegeven zich onmiddellijk, eventueel in een bepaalde richting, te verwijderen.
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3.2, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid bij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
De burgemeester beperkt het in het vierde lid genoemde verbod indien dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk is.
Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegd verbod als bedoeld in het vierde lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 2.8 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
1 Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin of daarop goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen van erotisch-pornografische aard openlijk ten toon te stellen, aan te bieden of aan te brengen:
2 Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet.
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan (art. 1.2) op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3.2, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Vergunningen die zijn verleend op grond van deze hoofdstuk 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening vóór inwerkingtreding van deze Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.worden geacht te zijn verleend op grond van de Verordening ter regeling van seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
Deze Verordening kan worden aangehaald als de Verordening ter regeling van de seksinrichtingen e.d.
Beuningen, 13 november 2007
De griffier, de voorzitter
Bekend gemaakt door publicatie in de Koerier 21 november 2007
NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN
Burgemeester en wethouders van Beuningen;
Overwegende, dat het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid, zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;
Gelet op artikel 3.1.3. van de Algemene Plaatselijke Verordening
vast te stellen de volgende nadere regels:
NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN
Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Paragraaf 2. Geschiktheidverklaring seksinrichting
Artikel 2.1. Verklaring staat seksinrichting
Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidverklaring van Burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.
Artikel 2.2. Aanvraag geschiktheidverklaring
Artikel 6.1.2. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder “gebruiksvergunning” gelezen dient te worden “geschiktheidverklaring”.
Artikel 6.1.3. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.4. Termijn van beslissing
Artikel 2.5. Weigering geschiktheidverklaring
Een geschiktheidverklaring wordt geweigerd indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:
Artikel 2.6. Intrekken of wijzigen geschiktheidverklaring
Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidverklaring intrekken of wijzigen indien:
Paragraaf 3. Inrichtingseisen seksinrichtingen
Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop en een seksautomatenhal.
Artikel 3.4. Sanitaire voorzieningen
In een seksinrichting moeten tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande dat:
Artikel 3.5. Overige voorzieningen
Artikel 3.6. Bed en handlinnen
Artikel 3.7. Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid
Ruimten in het prostitutiebedrijf waarin zich één of meer prostitue(e)s plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituee(s) op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten zijn vrijgehouden van obstakels.
Artikel 3.8. Hulp bij ongevallen
Paragraaf 4. Brandveiligheidseisen
Artikel 4.1. Brandveiligheidsvoorschriften
Paragraaf 5. Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering
Artikel 5.3. Toegang ambtenaren van politie
De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:
Artikel 5.4. Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkings-
De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich vier keer per jaar, of vaker wanneer de GGD dit uit het oogpunt van de bescherming van de volksgezondheid noodzakelijk acht, te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.
De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees.
De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico's en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.